Bijbel (17)

Toen ik 2,5 jaar geleden besloot de hele Bijbel eens te willen lezen, kon ik niet vermoeden dat dit zo’n langdurig en indrukkwekkende beslissing zou zijn. Na het lezen van de eerste bijbelboeken op papier en daarna mijn ontdekking van www.downloadbijbel.nl heb ik vele wandelingen in het weekend naar deze voorleesbijbel geluisterd. Nu ik de laatste boeken uit heb, voel ik een zekere weemoed, voldoening, maar ik heb ook het gevoel dat ik mijn bijbelkennis flink heb verbeterd. Maar voor ik definitief afrond, bespreek ik uiteraard eerst de laatste vier hoofdstukken.

De brief van Jacobus
De brief van Jacobus is een helder geschreven brief die duidelijk gericht is aan het volk. De tegenstelling tussen de rijken, gericht op bezit, en de armen, gericht op eeuwig heil, doet bijna socialistisch aan. Ook wordt de oorsprong van het sacrament van de ziekenzalving mij duidelijk uit deze brief. Het is mooi te zien waarom de traditie die je kent zo is als hij is.

De brieven van Petrus
Petrus’ brieven zijn wat minder fel, wat afwachtender en ook wat vaderlijker van toon, dan de brieven van Paulus. Ook zijn de brieven inhoudelijk een stuk theologischer en minder gericht op praktische zaken of maatschappijinrichting. Interessant en vooral een mooie afwisseling na de vele brieven van Paulus.

De brieven van Johannes
De eerst brief van Johannes is mooi geschreven, de tweede en derde brief zijn minder interessant qua vorm. Inhoudelijk voegen de drie brieven weinig toe aan wat al in de Bijbel staat. Al met al zijn de drie brieven van Johannes voor mij niet zo boeiend.

De brief van Judas
Ook de brief van Judas is behoorlijk nietszeggend. Je vraagt je bij het lezen van zowel Johannes’ als Judas’ brieven af, waarom ooit is besloten deze in de canon op te nemen.

De openbaring van Johannes
Het laatste bijbelboek is dan wel weer interessant. Het lijkt alsof deze openbaring een terechtwijzing van het gedrag van het volk is, in de vorm van een openbaring van God. De beelden die worden opgeroepen zijn mooi en ik herken ook diverse beelden uit mijn jeugd, maar er zit ook veel vaags en mysterieus in het boek waar ik de vinger niet achter kan krijgen. Bovendien valt op dat God, die in het Nieuwe Testament een veel vredelievender voorkomen heeft gekregen, hier weer de bestraffende, vertoornde God van het Oude Testament is geworden.
Wel is het een leerzaam boek, zowel wat betreft veel voorkomende symboliek, zoals de Babylonische hoer, als wat betreft de oorsprong van de visie van enkele christelijke stromingen, zoals de Jehova’s getuigen. De beelden maken bovendien dat ik ook beter begrijp wat de interesse van sommige christelijke groepen met de eindtijd is: als alles wat beschreven is ook echt gaat gebeuren, staat ons veel bijzonders te wachten.

En dat was het dan. Mijn bijbellezing. Er zijn mij een paar zaken duidelijk geworden in het afgelopen 2,5 jaar: de Bijbel is een bijzondere collectie teksten die logischerwijs de inspiratiebron vormen voor velen, ik ben en blijf ‘van mijn geloof gevallen’, maar ik weet ook dat als ik gedwongen zou worden een christelijke stroming te kiezen, zou ik niet meer voor het katholicisme gaan. Wanneer je je namelijk baseert op de Bijbel als uitgangspunt voor je religie, dan is het katholicisme wel erg ver weggeraakt van de basis. Een vrijzinnig-protestante richting maakt dan een veel grotere kans.

Maar ja, als je, ondanks al je bijbellezing, niet gelooft in een God, zoals die in de Bijbel wordt beschreven, dan houdt het snel op met kiezen uit christelijke stromingen. De wortels van mijn wereldvisie liggen bij het humanisme en pantheïsme.

Bijbel (16)

Het laatste stuk van het Nieuwe Testament betreft een boel brieven, een voor mij wat onsamenhangend geheel, zonder dat ik precies snap waarom elke brief erin zit. Bovendien valt mij op dat Paulus met zijn brieven een belangrijke invloed heeft gehad op de katholieke (en christelijke) doctrines. Bovendien komt Paulus uit sommige brieven erg arrogant over: hij is degene die door God is uitverkoren en dat laat hij in brieven ook enkele malen weten.

Thessalonicenzen 1 en 2
Zoals bij meer brieven van Paulus vraag ik mij af waarom deze brief in de Bijbel zit? De eerste is een lofbrief aan de gelovigen op Thessaloniki. Fijn voor ze, maar wat moet een gemiddelde gelovige 2000 jaar later daarmee. De tweede brief staat vol algemeenheden en kleinigheden voor de Thessalonicenzen. Ook met dit kattebelletje kan ik als ‘gewone’ lezer niet zo veel.

Timotheus 1 en 2
Deze brief is duidelijk een brief van leider tot leider. Het is een brief op niveau die vooral inzicht biedt in het ontstaan van de doctrines in de christelijke wereld. Ook wordt er veel over de maatschappijinrichting en sociale thema’s geschreven en dat is ontzettend interessant. Het verklaart vaak waarom zaken nu, 2000 jaar later, zo zijn in onze wereld zoals ze zijn.
De tweede brief is theologischer en daarmee ook wat minder toegankelijk.

Titus
De brief aan Titus valt op door zijn anti-joodsheid en zijn gerichtheid op de goede moraal. Hier is, zoals bij sommige brieven uit mijn vorige bijdrage ook al, groepsvorming en gehoorzaamheid aan de lijn van Paulus en de zijnen een belangrijk item.

Filemon
Dit is opnieuw een briefje waarvan ik me afvraag waarom het in de Bijbel is opgenomen. Het is een praktisch briefje in de categorie ‘boodschappenlijstje’. Literatuur met een grote L is het zeker niet.

Hebreeën
De brief aan de Hebreeën opent als een catecheseles. Er wordt (soms met vergelijkingen) uitleg gegeven van de basis van het christelijke geloof. De uitleg over het priesterschap die daarop volgt is vrij abstract en lastiger te volgen. Opvallend is dat in deze brief veel vergelijkingen met het oude testament worden gemaakt. De brief is duidelijk bedoeld voor lezers/luisteraars die kennis hebben van de joodse tradities. Ook lijkt het alsof er een sluimerende discussie gaande is tussen de joden in Israël en de nieuwe christelijke stroming die in Italië in ballingschap is. Een interessante brief.

Bijbel (15)

In deze op twee na laatste post over mijn bijbelervaringen bespreek ik een aantal brieven van Paulus. Opvallend is dat veel van de brieven van Paulus over soortgelijke onderwerpen handelen. Verschillend daarbij is de focus op een bepaald thema bij een bepaalde groep. Bijzonder aan deze brieven en die in de volgende bijdrage is het inkijkje dat ze geven in de vorming van de eerste christelijke gemeenten.

De tweede brief aan de Korinthiers
Deze brief is niet heel indrukwekkend en veel minder opvallend dan de Eerste brief aan de Korinthiërs. Ook uit deze brief wordt duidelijk hoe de eerste gemeenten werken en de nadruk ligt op moraal en goed gedrag. Blijkbaar misdragen de Korinthiërs zich in de ogen van Paulus.

Galaten
Deze brief is een lastig te doorgronden theologisch epistel. De stijl lijkt totaal anders dan die van de brieven aan de Korinthiërs.

Efeziërs
De nadruk ligt in deze brief op de eenheid van de nieuwe kerk. De vergelijking met de kerk als één lichaam, die ik vanuit mijn kerkelijke periode nog kende, komt hier voor het eerst herhaaldelijk naar voren en duidt op een steeds sterker wordende groep, maar ook op meer concurrentie met andere groepen en religies. Zo wordt het besneden zijn, dat ook eerder al werd besproken, hier een duidelijk topic.

Brief aan de Filipenzen en Brief aan de Kolosenzen
Beide brieven zijn niet echt opvallend. Opnieuw komen thema’s als groepsvorming, verschillen van mening met andere groepen en religies en het topic besnijdenis aan de orde.

Bijbel (14)

Na de evangelisten gaat het rap met het lezen van de Bijbel. In deze bijdrage de Handelingen van de apostelen, de brief van Paulus aan de Romeinen en de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs.

De Handelingen van de apostelen
Ook in dit boek stond weer meer dan ik mij ervan herinnerde. Zo wist in niet dat de steniging van Stefanus in de Bijbel vermeld werd. Ook de handelingen van Saulus staan erin, maar ook dat wist ik niet: alleen het eerste stuk was bekend: de Emmaus-gangers, Hemelvaart en Pinksteren.

Ook vond ik het opvallend dat er veel historie in verwerkt zit die ik vaag nog wel kende. Ook is het leuk dat je de confrontatie ziet met het Griekse godendom en het feit dat ook toen al meerdere religies (Joden en Grieken) naast elkaar leefden in één stad.

Brief aan de Romeinen
De eerste brief aan de Romeinen lijkt als onderliggend doel te hebben de interpretaties van de Romeinse christelijke gemeentes bij te sturen. Interessante thema’s als de eigen wil komen voorbij en Paulus zet zich af tegen volken als de Romeinen en Joden. Het taalgebruik in deze brief is behoorlijk complex. Een interessante brief, maar je moet hem twee keer lezen voordat je er echt wat mee kan.

Eerste brief aan de Korinthiërs
In deze brief begint Paulus duidelijk afstand te nemen van de joodse regels zoals de traditionele joodse hoofdbedekking. Ook komt de positie van vrouwen duidelijk naar voren in deze brief. Qua vorm valt op dat deze brief veel concreter is dan de brief aan de Romeinen.

Bijbel (13)

Na de evangelisten Mattheus en Marcus in de vorige bijdrage bespreek ik deze keer de evangelisten Lucas en Johannes.

Lucas
Het boek Lucas vertoont eveneens veel overlap met Marcus en Mattheus, maar volledig nieuw zijn de berichten over de jeugd van Jezus. Vraag is echter, maar dat geldt uiteraard voor alle evangeliën, hoe betrouwbaar deze informatie is. Ook zijn diverse details vaak anders dan in het evangelie van Mattheus of Marcus. De schrijfstijl is minder concreet, filosofischer dan bij de vorige twee en het taalgebruik is erg bloemrijk. Bovendien spreekt Lucas opvallend vaak over de ‘verdorven generatie’ waar Jezus zijn boodschap aan verkondigd. Ook dat is geen nieuwe uitspraak, hij komt vaker voor in het Oude Testament.

Johannes
Voordat ik aan het Evangelie van Johannes begon, had ik gelezen dat deze afwijkt van de andere drie. Dat heb ik ook duidelijk ervaren. Johannes spreekt meer in raadselen, metaforen en is duidelijk de meest filosofische van de vier evangelisten. Ook komt Jezus wat meer naar voren als iemand die boven de mensen staat, wat goddelijker, je zou ook kunnen zeggen: wat hooghartiger. Bovendien wijken rondom het paasverhaal veel details af van wat in de andere drie evangeliën te lezen is.

Het is jammer dat er bij het samenstellen van de bijbel niet voor gekozen is meer ‘afwijkende’ boeken toe te voegen, zoals Johannes al licht afwijkt van de andere drie. Er is duidelijk voor gekozen het leven van Jezus in één logische lijn te brengen. Dat is logisch, omdat discussie leidt tot een geringere eenheid binnen de geloofsgemeenschap, maar het is ook een verarming. Tegengestelde verhalen als die van Thomas of Judas maken het Nieuwe Testament veel spannender en interessanter.

Bijbel (12)

Vanaf dit deel in mijn reeks Bijbel-berichten lees ik in het Nieuwe Testament, uiteraard te beginnen met de boeken van de vier Evangelisten. In deze bijdrage de eerste twee: Mattheus en Marcus.

Vooraf echter een algemene opmerking. Door de katholieke wijze van bijbellezen weet je eigenlijk niet goed wie wat geschreven heeft. Veel overlapt uiteraard, maar de eenheid van één van de schrijvers gaat verloren en na het lezen van Mattheus en Marcus kan ik niet aangeven welke verhalen nog ontbreken en pas in Johannes of Lucas worden vermeld.

Mattheus
Het opvallendste aan dit deel van de Bijbel is dat de evangeliën veel herkenning oproepen. Zowel van het voorlezen in de kerk vroeger als uit mijn kinderbijbel. Bovendien zijn de evangeliën over het algemeen veel leesbaarder dan de teksten van het Oude Testament. In de eerste lessen van Jezus worden de teugels weer strakker aangetrokken. Opnieuw (zoals al vaker het geval was) blijkt het volk van God zich niet te gedragen zoals dat hoort en moeten de normen en waarden van God worden verspreid.

Een aantal opvallende zaken in Mattheus (maar zoals zal blijken ook in enkele andere evangeliën) is de opmerking dat wie niet met mij is, tegen mij is. Deze later veel aangehaalde drogreden ontleend zijn kracht dus blijkbaar aan het feit dat het de woorden van Jezus zijn.
Daarnaast viel mij de opmerking dat Jezus broers en zussen genoemd worden erg op. Hoewel dit in christelijke kring als algemeenheid (andere leden van de gemeenschap) wordt uitgelegd, lijkt de Bijbel dus zelf te suggereren dat Jezus geen enig kind was en Maria geen maagd. Bovendien ontdekte ik dat diverse zaken die in de katholieke traditie waarin ik ben opgegroeid helemaal niet in de Bijbel staan, zoals enkele staties uit de kruisweg.

Een bijzonder kenmerk van Mattheus is het grote aantal spreekwoorden dat in de Nederlandse taal overgenomen is. Meer dan bijvoorbeeld Marcus heeft Mattheus invloed op onze taal gehad.

Marcus
Marcus heeft uiteraard veel overeenkomsten met Mattheus, maar de tekst is talig veel minder rijk. De schrijver hanteert een veel beknoptere en zakelijkere stijl. Zo bevat de tekst geen spreekwoorden.
Een andere opvallendheid is dat Jezus’ karakter wat feller lijkt.

Bijbel (10)

Na vorige bijbelbesprekingen, deze keer drie grotere en afwisselende boeken: 2 Makkabeeën, Wijsheid en Wijsheid van Jezus Sirach.

2 Makkabeeën
Na het wat saaie 1 Makkabeeën wordt aan het begin van 2 Makkabeeën aangekondigd dat de historie voor dit boek leesbaarder is gemaakt. Die belofte wordt waargemaakt. Het blijft een kroniek en zoals al eerder bleek, lees ik de Bijbel meer voor de verhalende boeken, dan de non-fictiedelen. Dit boek kent dan ook veel politieke feiten, maar de schrijfstijl is afwisselender, onder andere door de brieven die integraal zijn opgenomen. Het boek is daardoor leesbaarder dan zijn voorganger.

Wijsheid
In dit boek zijn diverse interpretaties van de eerdere bijbelverhalen omgezet in feiten. Door ze op te schrijven is die subjectieve visie op gebeurtenissen en regels uit o.a. Genesis verworden tot waarheid. Er wordt dus ver teruggegrepen en het boek fungeert in zekere zin als een soort samenvatting van wat tot nu toe gelezen is. Dit boek kent mooie stukken, maar ook de nodige herhaling, vooral waar het het onderscheid tussen goed en slecht (of ‘niet goed’) betreft. Een bijzonder, maar ook mooi bijbelboek, wat mij betreft.

Wijsheid Jezus Sirach
Een zeer leesbaar bijbelboek waarin vooral heldere gedragsregels staan neergeschreven. Ook laat dit boek een geleidelijke maar duidelijke  overgang zien naar de christelijke (katholieke) interpretatie van de joodse leefregels. Bovendien geeft dit boek antwoord op de vraag waar ik al een tijd mee rondliep: waarom zou God zich alleen aan de joden hebben openbaard en niet aan alle volken op aarde? In Sirach 17:14 wordt het volgende antwoord op die vraag geformuleerd: “Want in de verdeling der volken van het ganse aardrijk heeft bij over elk volk een overste gesteld, maar Israël nam hij tot zijn deel aan, welke, zijnde zijn eerstgeborene, de tucht op voedt, en hij deelt hem mede het licht der liefde, en begeeft hem niet”. De joden zijn dus het begin, zijn eerste volk waaruit alle andere volken voortkomen. Geen onlogisch antwoord binnen de context van de Bijbel. Wanneer je echter de aanname niet onderschrijft dat alle mensen uit Adam en Eva voortkomen…

Bijbel (8)

In het afgelopen jaar heb ik meerdere keren bericht over het lezen van de Bijbel. Deze keer een heleboel kortere Bijbelboeken bij elkaar in één post.

Daniël
De droomuitlegging geeft de verteller van Daniël  veel ruimte voor fantasie en daar wordt grif gebruik van gemaakt. Het boek is leuk om te lezen en de parallellen met Mozes, maar vooral met Jozef zijn opvallend.

Hosea
Het boek Hosea is duidelijk een aanklacht tegen een gecorrumpeerde maatschappij; althans, daar ligt sterk de nadruk op in dit boek. Daarin wordt ‘overspel’ als overkoepelende metafoor gebruikt voor deze corruptie. Het is een hecht Bijbelboek waarin veel met elkaar samenhangt (hoewel ook hier minder hechte stukken voorkomen).

Joël
Het boek Joël is lastig te volgen door de erg lange zinnen en breed uitgesponnnen metaforen die de schrijver heeft gebruikt. De boodschap blijft gelijk aan de diverse eerdere profeten, zowel de kleine als grote profeten. Dat begint zo langzamerhand wel wat saai te worden.

In de navolgende boeken zet zich die herhaling in thematiek en boodschap door. De enige variatie in de boeken zit hem in het taalgebruik. Het begint langzamerhand wel duidelijk te worden dat ik de instructieve teksten (vol ge- en verboden) niet erg leuk vindt en de verhalende of poëtische passages en boeken wel. Mijn leeshouding is dus, maar dat is ook niet verwonderlijk gezien mijn eigen religieuze achtergrond: je moet geloven in degene die de religieuze instructies uitdeelt om daar waarde aan te hechten.

Amos begint met een mooie structuur, maar vervalt daarna al snel in herhaling. Er zitten enkele mooie parabels en visioenen in, maar dat zijn krenten in een grijzige pap. Jona is oké en Obadja roept bij mij leuke herinnering op uit mijn kinderbijbel. Het heeft een duidelijke boodschap en doet een beetje denken aan (fictieve) de Madoc. Micha is geschreven in krachtige taal en met duidelijke metaforen en spreekt daardoor aan. Nahum is vergelijkbaar, maar boeit iets minder dan Micha. Habakuk vond ik weinig boeiend en rijgt zich aan de vorigen als een soortgelijke kraal aan de ketting. Stefanja is wat leuker, maar ook geen opvallend boek. Hagai in erg concreet en verhalend aantrekkelijk om te lezen en daarmee boeiender dan de voorgaande boeken.

Zacharia
Het Bijbelboek Zacharia is weer langer dan de voorgaande en begint leuk met de (fantasievolle) visioenen van Zacharia. Het moraliserende stuk dat erop volgt, vind ik weer minder en zoals meer profeten die in de politiek chaotische tijd rondom de ballingschap en het gespleten rijk schrijven sluit hij af met een metaforische peptalk voor het volk van Israël. Opvallend is het ageren tegen meineed onder het volk. Is dit een metafoor voor eerlijkheid?

Bijbel (7)

Deel 7 in mijn reeks rondom de Bijbel: inmiddels ben ik middenin de profeten beland en bespreek ik vandaag o.a. Jeremia en Ezechiel, met de Klaagliederen als intermezzo.

Jeremia

Jeremia is een stuk toegankelijker dan Jesaia. Ook in dit bijbelboek blijft God boos op de mensheid. Er wordt veel zichtbaar van de maatschappij waarin deze tekst is ontstaan. Bovendien formuleert dit boek impliciet een antwoord op de vraag waarom dit alles (Babylonische ballingschap en de vernietiging van vele steden) het Israëlische volk overkomt. Diverse stukken uit Jeremia lijken op de manier waarop het Nieuwe Testament eruit ziet: Jezus spreekt ook vaak in vergelijkingen en parabels. Het laatste deel vormt een soort peptalk voor het onderdrukte volk. Daarbij speelt voor mij ook de vraag op welke manier joden (met dit bijbelboek in het achterhoofd) naar verhevenheid of slachtofferschap van het joodse volk kijken. Een vraag waar ik in mijn eentje geen antwoord op kan formuleren.

Klaagliederen

Er is een spanning in de Klaagliederen tussen de schuld die God heeft aan de situatie van de joden. Daarnaast speelt de lotsbestemming die in handen van God ligt een rol en ondertussen is er het vertrouwen dat in God wordt gesteld. Het is als de vader die zijn kinderen straft en waarbij de kinderen daardoor meer vertrouwen en liefde voor de vader gaan voelen.

Ezechiël

Ezechiël is zeer poëtisch en gebruikt erg sterke metaforen. Tegelijkertijd zijn de profetieën heel concreet en die combinatie maakt dit bijbelboek een zeer leesbaar en plezierig boek. God blijft het joodse volk straffen, wat bij mij wel de vraag oproept waarom God alleen dát volk straft en niet alle andere, nog ongeloviger volken. Daarnaast toont God zich in dit boek een type met nogal wat geldingsdrang (ze zullen en moeten me gehoorzamen en in mij geloven).
Wat verder opvalt is dat de profetieën soms erg individueel gericht zijn en daarmee tegen de erfzondegedachte ingaat. Jouw zonden zijn jouw zonden en die gaan niet over van ouders op kinderen. Een opvallende tegenstrijdigheid met de christelijke doctrine.
Ook krijgen in dit boek de mensen die in ballingschap leven antwoord op voor hen essentiële vragen: waarom en voor hoe lang nog?
Naast Prediker vind ik dit één van de mooiste boeken van de Bijbel tot nu.

De Bijbel (6)

Prediker
Over dit bijbelboek ben ik zeer enthousiast: filosofisch is het interessant en uitnodigend. De tekst maakt dat je erover wilt nadenken en het wilt herlezen. Ondanks de soms existentialistisch aandoende visie (alles is lucht en wind…) is het toch ook realistisch: het roept op tot genieten, ook in het aardse leven. Eerbied hebben voor God blijft, maar ook voor niet-christenen (zoals ikzelf) is dit een aansprekend boek. Vroeger heb ik er eigenlijk nooit iets uit of over gehoord, misschien dat het me nu zo intrigeert dat ook dit soort teksten deel uitmaken van de Bijbel.

Hooglied
In het verleden heb ik meer gehoord over het Hooglied: het ‘erotische’ boek van de Bijbel. Uiteraard ging ik dus met hooggespannen verwachtingen (uhum uhum) aan het lezen. Het is een mooi lyirsich gedicht over twee geliefden die ook allegorisch is op te vatten. Toch is voor een hedendaagse lezer van de erotische lading die er in de afgelopen twee eeuwen een ‘spannnend’ boek van maakte, weinig terug te vinden. Voor mensen die een enkel al aanstootgevend vinden, is het roemen van iemands uiterlijk wellicht scabreus, maar voor de gemiddelde 21-eeuwse lezer is het goed geschreven epische lyriek.

Jesaja
In het begin zijn de predikingen van Jesaja moeilijk te volgen, evenals bijvoorbeeld middeleeuwse mystici lastig te volgen zijn. Je moet je hoofd erbij houden. Later in het boek worden de predikingen (wellicht ook door gewenning) beter te volgen.
God is in de predikingen van de eerste grote profeet wel erg wraakzuchtig, boos en straffend. Ieder die zijn geboden niet strikt naleeft zal het bezuren: hij wordt vertrapt, gedood of zal door andere volken overheerst worden. Bovendien is de God die Jesaja predikt een behoorlijk egocentrische: ik ben de enige God lijkt het hoofdthema van het boek. Het lijkt erop dat in Jesaja’s tijd diverse religies elkaar beconcurreerden.
Door deze wraakzuchtige egocentrische kijk op God, ontstaat bijna het beeld van een alleenheerser zoals op dit moment in het Midden-Oosten verdreven worden. Deze God kan bijna niet meer verschillen van de God uit Prediker. Ook is de godvrezende visie van veel christelijke stromingen goed te begrijpen als zij zich vooral op dit bijbelboek baseren. Een interessante vraag die blijft hangen na lezing van Jesaja is of hij het beeld geeft van de God zoals die destijds werd beleefd door de joden of dat het beeld dat wij van God hebben vooral is bepaald door Jesaja.