Justin Reich, Iterate: The secret to innovation in schools

Kaft van Iterate met een oranje achtergrond en daarvoor een witte spiraal die stapsgewijs steeds verder naar buiten slingert.

Beoordeling: 1 ster

Wat een slecht boek. Ik koop niet vaak boeken in het buitenland, maar na de online cursus die ik volgende over onder andere dit thema, had ik zin om ook het net verschenen boek aan te schaffen. Iterate is echter een behoorlijke tegenvaller: het leest niet prettig. Tussen de beperkte concrete informatie zijn er te veel details en verhalen te vinden die eigenlijk alleen als vulling lijken te dienen. De kern van de methode is heel beperkt en die had in een artikel of korter boek mee doel getroffen. Op zichzelf is de methode zinnig, maar ik heb erg weinig van het boek geleerd.

Frits van Oostrom, De Reynaert

Kaft van De Reynaert met een tekening in middeleeuwse stijl van een vos op de voorkant.

Beoordeling: 3 sterren

De Reynaert is een mooi boek, met een aantal minnetjes. Maar dat blijven kleine minnetjes, als Van Oostrom een soort geschreven college aan je komt geven. In de intimiteit van de relatie tussen lezer en schrijver. Hij schetst namelijk in al zijn breedte het onderzoeksveld rondom de middeleeuwse roman Van den Vos Reynaerde. Alle elementen komen langs en daarmee geeft het degene die een volledig beeld wil krijgen, maar ook de onderzoeker die snel wil weten wat de belangrijkste kennis is op een deelgebied is, een mooi overzicht.

Maar wat zijn dan die minnetjes? Er zitten wat spelfouten in het boek, net veel, maar toch. Daarnaast zit er behoorlijk wat herhaling in het boek en dat leest verveling voor de van-kaft-tot-kaftlezer. Het laatste deel is voor mij erg saai. De horizon over het personage en de toekomst voegen voor mij niets toe aan het overzicht van onderzoek tot nu toe. Het is te speculatief en doet afbreuk aan de rest van het boek.

Aleid Truijens, Leven in de verbeelding. Hella S. Haasse 1918-2011

Kaft van het boek Aleid Truijens, Leven in de verbeelding. Hella S. Haasse 1918-2011

Beoordeling: 3 sterren

Op 27 september 2023 interview ik Aleid Truijens bij het Literair Café Helmond. En ter voorbereiding las ik haar biografie van Hella Haasse. Van die schrijfster las ik diverse boeken, waaronder Dat weet ik zelf niet (boekenweekgeschenk 1959), Transit (boekenweekgeschenk 1994), De ingewijden, Sleuteloog en uiteraard Oeroeg (boekenweekgeschenk 1948). En ik heb een bijzondere band met haar doordat ik in de Volkskrant terecht kwam vlak na haar overlijden.

De biografie is zeer gedetailleerd geworden. Je kunt het leven van Haasse echt volgen, maar het tempo dat daardoor nogal laag ligt is in het begin erg wennen. Truijens gaat uitgebreid in op het leven en de verschillende boeken van de auteur. Als Haasse niet meer schrijft gaat het tempo flink omhoog, wat natuurlijk niet onlogisch is. En dat resulteert in een zeer complete maar ook erg overvolle biografie. En die biografie roept enkele vragen op die ik graag meeneem naar 27 september. Zo zegt Haasse over haar eigen werk dat je gaat zien wat haar bezighoudt in haar werk. Is dat ook zo?

Sluit de toon van de biografie ook aan bij de toon van Haasses schrijfwerk? Hoe zou Mulisch tegen Haassse hebben aangekeken: het lijkt mij geen gemakkelijke tante. Staat haar werk inderdaad zo centraal in haar leven als ze zelf zegt? Is ze nu wel of geen feministe? En is het huwelijk inderdaad een terugkerend motief in haar werk? Of is dat maar interpretatie van de biograaf? We gaan het horen.

Marita Mathijsen, L, de lezer van de 19e eeuw

Kaft van L, lezer in de 19e eeuw

Beoordeling: 4 sterren

L, is een interessant boek dat een bijzonderuitgangspunt heeft. Met L wil Marita Mathijsen ons laten zien wat de lezer van de 19e eeuw las. Wat we in de literatuurgeschiedenis bestuderen en wat de negentiende-eeuwer heeft ervaren en wat de verschillen daartussen zijn.

Door de lezer als personage in te voegen, weet Mathijsen de ervaring van de mensen van toen goed te laten zien. Je kijkt met andere ogen dan als historisch geïnteresseerde persoon uit de 21e eeuw. Dat ’trucje gaat na verloop van tijd en ook afhankelijk van de mate waarin het deelonderwerp je interesseert soms vervelen.

Gelukkig kun je kiezen of je die gedeeltes leest of niet, want ook zonder is het een heldere uiteenzetting. De continue stijlwisseling tussen de feitelijke gedeeltes en belevende L, vraagt wel wat van de lezer, maar het is een bijzonder boek geworden dat aanbeveling verdient..

Sander Schimmelpenninck, Sander en de brug

De kaft van het boek Sander en de Brug van Sander Schimmelpenninck.

Beoordeling: 4 sterren

Sander en de brug is het vervolg op de interessante tv-serie Sander en de kloof. Het is een mooi compact boek met concrete ideeën om de kloof in Nederland te verkleinen. Het leest prettig qua toon en uitlegniveau. Voor publiek met een 3F-leesniveau of hoger wordt voldoende uitgelegd, zonder storend belerend te worden; voor mensen met een leesniveau 2F of lager zal het boekje toch nog wel wat lastige termen kennen.

Inhoudelijk doet Schimmelpenninck heldere voorstellen waar ik mij grotendeels in kan vinden. Maar als liberaal zie ik niet echt iets in de sociale diensttijd. Andersom zal een conservatieve CDA’er zichzelf waarschijnlijk in enkele andere voorstellen niet kunnen vinden, dus bereikt het boek een breed publiek en voedt het een breed debat.

Wat ik mis in de voorstellen is het onvoorwaardelijk basisinkomen (UBI). Onderzoek laat zien dat sociale inzet vanzelf ontstaat vanwege financiële zekerheid en dan heb je dienstplicht om mensen tot inzet aan te zetten niet nodig. Maar toch: de auteur bereikt wel dat ik ga nadenken over hoe mensen tot sociale inzet komen, dus doel geslaagd.

Joris Luyendijk, De zeven vinkjes

Kaft van het boek De Zeven Vinkjes van Joris Luyendijk

Beoordeling: 5 sterren

Ik hoorde als lid van De Correspondent natuurlijk al uitgebreid over De zeven vinkjes van Joris Luyendijk. Nu heb ik het ook echt gelezen en ben zeer enthousiast. Het boek is helder geschreven en biedt een compact kader om naar het thema representatie te kijken. En ja, het slaat een aantal zaken plat en slaat een aantal zaken over en vereenvoudigt de wereld die oneindig complex is tot zeven vinkjes. Maar het geeft wel woorden aan wat veel mensen zien gebeuren, ervaren om zich heen of waar ze zich aan ergeren. Ik kan nu goed benoemen waarom hockey ook een subcultuur is (heel veel vinkjes) en niet alleen hiphoppende en skatende grafitispuiters uit een achterbuurt (geen vinkjes) zoals het stereotiepe beeld wil. Een boekje dat iedereen (vooral mensen mét zeven vinkjes) tot zich zou moeten nemen.

Ernest van der Kwast, Het wonder dat niet omvalt

Beoordeling: 4 sterren

Zoals veel columnbundels kan overdaad schaden. Te veel achter elkaar lezen, past niet bij het type tekst. Dus ook voor Het wonder dat niet omvalt geldt dat je de bundel in porties moet lezen. Want Van der Kwast weet mooi portretten te schrijven. Zijn columns zijn kleine schilderijtjes van Rotterdammers van nu, maar ook zeker mooi voor mensen van buiten Rotterdam. De portretten zitten vol mooie details en de personages worden met liefde op papier gezet. Leuke bundel!

Willem van den Berg en Piet Couttenier, Alles is taal geworden

Beoordeling: 5 sterren

Na al die jaren waarin ik al lees in de reeks Geschiedenis van de Nederlandse literatuur, ben ik toegekomen aan ‘mijn eigen’ negentiende eeuw. Ook dit deel is helder gestructureerd en de historische analyses zijn goed beargumenteerd, net als in Worm en donder en gelukkig weer veel beter dan in De weg naar het binnenland. Ik ben erg enthousiast over het boek, maar misschien ben ik bevooroordeeld.

Het is een goede keuze om noord en zuid te scheiden en ik heb dan ook veel geleerd over zuid. Doordat de schrijvers scherpere keuzes hebben gemaakt in wat uitgebreid moet worden besproken en welke hoogtepunten men wil presenteren, is dit ook voor een nieuweling op dit gebied prettig leesbaar. Maar dat geldt ook voor het noorden, waar ik al meer van weet. De auteurs hebben goede keuzes gemaakt en laten ook zaken weg.

De bekende canon krijgt veel aandacht, maar dat is geen probleem: het boek is voor een breed publiek bedoeld en dat publiek kan nu goed kennismaken met deze periode. Een echte aanrader dus voor iedereen.

En om nog wat dieper het boek in te duiken: hieronder bespreek ik de verschillende hoofdstukken in detail.

Hoofdstuk 2 heeft een heldere inleiding. Alles komt nog even voorbij en je ziet de auteurs een kapstok opzetten voor de delen erna. En zelfs voor een ervarener lezer over deze periode zat er zelfs al nieuwe informatie tussen. Vervolgens gaat men in het noorden in op de grote schrijvers van die tijd. De keuze hiervoor wordt goed uitgelegd (ze staan voor de stromingen in die tijd). En bij het zuiden komt de lastige taalsituatie weer naar voren en die wordt helder uiteengezet.

Hoofdstuk 3 start opnieuw met een goed overzicht van het tijdsgewricht. En het boek kent mooie details, zoals de verhalen over noorderlingen die naar het zuiden waren verhuisd, maar in de nieuwe omstandigheden vast kwamen te zitten. Wel kent dit hoofdstuk mijns inziens onevenredig veel aandacht voor Potgieter, waarbij er wat onnodige herhaling in de tekst komt te zitten. Mijn vraag bij het zuiden is waarom de verschillende dichters in Antwerpen niet los behandeld zijn. Dit deel lijkt minder eenheid te bevatten dan de titel suggereert. En in het zuiden krijgt Conscience te veel aandacht, met name één roman en zelfs na het lezen van het hele hoofdstuk is mij nog niet helemaal duidelijk waarom.

Het vierde en laatste hoofdstuk kent de kortste inleiding met een helder onderscheid Nederland-België. Het noorden bevat het bekende verhaal van de Tachtigers, maar toch ook veel interessante aanvullende informatie en haakjes om verder te willen onderzoeken. Het hoofdstuk heeft veel vaart en verdedigt uitgebreid de dominees. Is dat nodig en passend? Waarom ligt daar de nadruk op? In het zuiden staat één grote naam weer centraal, Guido Gezelle. Gelukkig wordt dit aangevuld met veel kleine onbekenden om het beeld compleet te maken, maar er lijkt wel veel minder te gebeuren in het noorden op dat moment. Hier is de roman interessanter dan de poëzie.

Tom Verschaffel, De weg naar het binnenland

Beoordeling: 3 sterren

Na diverse delen uit de literatuurgeschiedenis die startte bij de middeleeuwen, voor mij in 2013, kwam ik nu toe aan het dunste deel uit de reeks: De weg naar het binnenland. Het betreft een later ingevoegd deel om ruimte te maken voor de Vlaamse literatuur uit de 18e eeuw. De inleiding kent dan ook een wat defensieve toon. Wel schetst het een goed beeld van het veld dat in het boek besproken wordt.

Het behandelen van de meertalige cultuur in de zuidelijke Nederlanden schetst een voor mij nieuw en goed beeld van het complexe veld waarbinnen de Nederlandse letterkunde zich bevindt in deze tijd. Het tweede hoofdstuk, over toneel, bevat veel jargon, hoewel de paragraaf over rederijkers juist weer heel goed leesbaar is. De nabijheid van het buitenland verdiept het beeld van de complexe wereld van de Nederlandse literatuur in dit gebied.

Het derde hoofdstuk, over de regels van de kunst, is leesbaar en leerzaam, maar wel erg gedetailleerd. Het lijkt erop dat er een gebrek was aan genoeg voorbeelden, dus dan maar iets te veel details per voorbeeld. Jammer. En ook het vierde hoofdstuk over vroomheid, lijkt niet echt over literatuur te gaan. Het spanningsveld tussen religie en katholicisme is interessant en toegankelijk toegelicht, maar wat is de toegevoegde waarde.

Het laatste hoofdstuk is dan weer een stuk interessanter, maar dat kan mijn persoonlijke voorkeur voor politiek zijn. De auteurs leggen goed uit welke rol literatuur speelt in het beeld van de koning. Maar dit hoofdstuk is opnieuw wel erg gedetailleerd. De geschiedenis is goed uitgelegd voor een breed publiek, want het gaat over een totaal onbekende oorlog die heeft gewoed rondom het keizerschap.

Al met al een interessant deel in onze literatuurgeschiedenis dat misschien wat dunner had gekund.

De boeken van Marcel van Herpen

Voor de opleiding Pedagogisch Tact van het Centrum Pedagogisch Contact las ik drie boeken van Marcel van Herpen. De eerste was Ik de leraar. Een herkenbaar boek, geschreven in een fijne stijl. Het lijkt alsof Marcel tegen je spreekt, als collega’s onder elkaar. Het boek bevat veel mooie anekdotes en goede vragen. Voor mij persoonlijk zou Van Herpen de theorieën nog wat diepgaander mogen behandelen.

Wij zijn leiders is een stuk rommeliger. De lijn van het verhaal wordt minder strak gehouden, waardoor het boek allerlei kanten op schiet. Bovendien zitten er nogal wat herhalingen in de inhoud en er lijken wat boodschappen door elkaar te lopen. Niet zijn beste boek.

Wij de leraar heeft weer enkele mooie theorieën als uitgangspunt en dit boek heeft gelukkig weer een helder doel. Er zit ook in dit derde boek wat onnodige herhaling zoals in Wij zijn leiders, maar net zoals in Ik de leraar bevat dit boek de fijne stijl en mooie anekdotes en vragen.