Joris Luyendijk, De zeven vinkjes

Kaft van het boek De Zeven Vinkjes van Joris Luyendijk

Beoordeling: 5 sterren

Ik hoorde als lid van De Correspondent natuurlijk al uitgebreid over De zeven vinkjes van Joris Luyendijk. Nu heb ik het ook echt gelezen en ben zeer enthousiast. Het boek is helder geschreven en biedt een compact kader om naar het thema representatie te kijken. En ja, het slaat een aantal zaken plat en slaat een aantal zaken over en vereenvoudigt de wereld die oneindig complex is tot zeven vinkjes. Maar het geeft wel woorden aan wat veel mensen zien gebeuren, ervaren om zich heen of waar ze zich aan ergeren. Ik kan nu goed benoemen waarom hockey ook een subcultuur is (heel veel vinkjes) en niet alleen hiphoppende en skatende grafitispuiters uit een achterbuurt (geen vinkjes) zoals het stereotiepe beeld wil. Een boekje dat iedereen (vooral mensen mét zeven vinkjes) tot zich zou moeten nemen.

Ernest van der Kwast, Het wonder dat niet omvalt

Beoordeling: 4 sterren

Zoals veel columnbundels kan overdaad schaden. Te veel achter elkaar lezen, past niet bij het type tekst. Dus ook voor Het wonder dat niet omvalt geldt dat je de bundel in porties moet lezen. Want Van der Kwast weet mooi portretten te schrijven. Zijn columns zijn kleine schilderijtjes van Rotterdammers van nu, maar ook zeker mooi voor mensen van buiten Rotterdam. De portretten zitten vol mooie details en de personages worden met liefde op papier gezet. Leuke bundel!

Willem van den Berg en Piet Couttenier, Alles is taal geworden

Beoordeling: 5 sterren

Na al die jaren waarin ik al lees in de reeks Geschiedenis van de Nederlandse literatuur, ben ik toegekomen aan ‘mijn eigen’ negentiende eeuw. Ook dit deel is helder gestructureerd en de historische analyses zijn goed beargumenteerd, net als in Worm en donder en gelukkig weer veel beter dan in De weg naar het binnenland. Ik ben erg enthousiast over het boek, maar misschien ben ik bevooroordeeld.

Het is een goede keuze om noord en zuid te scheiden en ik heb dan ook veel geleerd over zuid. Doordat de schrijvers scherpere keuzes hebben gemaakt in wat uitgebreid moet worden besproken en welke hoogtepunten men wil presenteren, is dit ook voor een nieuweling op dit gebied prettig leesbaar. Maar dat geldt ook voor het noorden, waar ik al meer van weet. De auteurs hebben goede keuzes gemaakt en laten ook zaken weg.

De bekende canon krijgt veel aandacht, maar dat is geen probleem: het boek is voor een breed publiek bedoeld en dat publiek kan nu goed kennismaken met deze periode. Een echte aanrader dus voor iedereen.

En om nog wat dieper het boek in te duiken: hieronder bespreek ik de verschillende hoofdstukken in detail.

Hoofdstuk 2 heeft een heldere inleiding. Alles komt nog even voorbij en je ziet de auteurs een kapstok opzetten voor de delen erna. En zelfs voor een ervarener lezer over deze periode zat er zelfs al nieuwe informatie tussen. Vervolgens gaat men in het noorden in op de grote schrijvers van die tijd. De keuze hiervoor wordt goed uitgelegd (ze staan voor de stromingen in die tijd). En bij het zuiden komt de lastige taalsituatie weer naar voren en die wordt helder uiteengezet.

Hoofdstuk 3 start opnieuw met een goed overzicht van het tijdsgewricht. En het boek kent mooie details, zoals de verhalen over noorderlingen die naar het zuiden waren verhuisd, maar in de nieuwe omstandigheden vast kwamen te zitten. Wel kent dit hoofdstuk mijns inziens onevenredig veel aandacht voor Potgieter, waarbij er wat onnodige herhaling in de tekst komt te zitten. Mijn vraag bij het zuiden is waarom de verschillende dichters in Antwerpen niet los behandeld zijn. Dit deel lijkt minder eenheid te bevatten dan de titel suggereert. En in het zuiden krijgt Conscience te veel aandacht, met name één roman en zelfs na het lezen van het hele hoofdstuk is mij nog niet helemaal duidelijk waarom.

Het vierde en laatste hoofdstuk kent de kortste inleiding met een helder onderscheid Nederland-België. Het noorden bevat het bekende verhaal van de Tachtigers, maar toch ook veel interessante aanvullende informatie en haakjes om verder te willen onderzoeken. Het hoofdstuk heeft veel vaart en verdedigt uitgebreid de dominees. Is dat nodig en passend? Waarom ligt daar de nadruk op? In het zuiden staat één grote naam weer centraal, Guido Gezelle. Gelukkig wordt dit aangevuld met veel kleine onbekenden om het beeld compleet te maken, maar er lijkt wel veel minder te gebeuren in het noorden op dat moment. Hier is de roman interessanter dan de poëzie.

Tom Verschaffel, De weg naar het binnenland

Beoordeling: 3 sterren

Na diverse delen uit de literatuurgeschiedenis die startte bij de middeleeuwen, voor mij in 2013, kwam ik nu toe aan het dunste deel uit de reeks: De weg naar het binnenland. Het betreft een later ingevoegd deel om ruimte te maken voor de Vlaamse literatuur uit de 18e eeuw. De inleiding kent dan ook een wat defensieve toon. Wel schetst het een goed beeld van het veld dat in het boek besproken wordt.

Het behandelen van de meertalige cultuur in de zuidelijke Nederlanden schetst een voor mij nieuw en goed beeld van het complexe veld waarbinnen de Nederlandse letterkunde zich bevindt in deze tijd. Het tweede hoofdstuk, over toneel, bevat veel jargon, hoewel de paragraaf over rederijkers juist weer heel goed leesbaar is. De nabijheid van het buitenland verdiept het beeld van de complexe wereld van de Nederlandse literatuur in dit gebied.

Het derde hoofdstuk, over de regels van de kunst, is leesbaar en leerzaam, maar wel erg gedetailleerd. Het lijkt erop dat er een gebrek was aan genoeg voorbeelden, dus dan maar iets te veel details per voorbeeld. Jammer. En ook het vierde hoofdstuk over vroomheid, lijkt niet echt over literatuur te gaan. Het spanningsveld tussen religie en katholicisme is interessant en toegankelijk toegelicht, maar wat is de toegevoegde waarde.

Het laatste hoofdstuk is dan weer een stuk interessanter, maar dat kan mijn persoonlijke voorkeur voor politiek zijn. De auteurs leggen goed uit welke rol literatuur speelt in het beeld van de koning. Maar dit hoofdstuk is opnieuw wel erg gedetailleerd. De geschiedenis is goed uitgelegd voor een breed publiek, want het gaat over een totaal onbekende oorlog die heeft gewoed rondom het keizerschap.

Al met al een interessant deel in onze literatuurgeschiedenis dat misschien wat dunner had gekund.

De boeken van Marcel van Herpen

Voor de opleiding Pedagogisch Tact van het Centrum Pedagogisch Contact las ik drie boeken van Marcel van Herpen. De eerste was Ik de leraar. Een herkenbaar boek, geschreven in een fijne stijl. Het lijkt alsof Marcel tegen je spreekt, als collega’s onder elkaar. Het boek bevat veel mooie anekdotes en goede vragen. Voor mij persoonlijk zou Van Herpen de theorieën nog wat diepgaander mogen behandelen.

Wij zijn leiders is een stuk rommeliger. De lijn van het verhaal wordt minder strak gehouden, waardoor het boek allerlei kanten op schiet. Bovendien zitten er nogal wat herhalingen in de inhoud en er lijken wat boodschappen door elkaar te lopen. Niet zijn beste boek.

Wij de leraar heeft weer enkele mooie theorieën als uitgangspunt en dit boek heeft gelukkig weer een helder doel. Er zit ook in dit derde boek wat onnodige herhaling zoals in Wij zijn leiders, maar net zoals in Ik de leraar bevat dit boek de fijne stijl en mooie anekdotes en vragen.

Nicoline van der Sijs e.a., Wat gebeurt er in het Nederlands?!

Beoordeling: 5 sterren

Wat gebeurt er in het Nederlands?! is niet alleen een boek voor de vakidioot. Het is juist ook een boek voor het brede publiek. En het is een groot compliment aan de redactie en de schrijvers dat het hen gelukt is zowel de breedte als de diepte van het taalonderzoek te vatten in zo’n leesbaar boek. De onderwerpen zijn niet allemaal even toegankelijk, maar voor iedereen zal minstens 80% van de verhalen interessant en herkenbaar zijn. Een dik verdiende vijf sterren!

Elif Shafak, Zo houd je moed in een tijd van verdeeldheid

Beoordeling: 3 sterren

Als kerstcadeau van OMO kreeg elke medewerker dit boek cadeau. Ik heb het gelezen en vond het best een aardig essay. Het is echter niet zo’n originele gedachte. Veel heb ik in de afgelopen twee jaar al gelezen in andere media of gehoord in podcasts.

Geschenk, bijdragen van Nederlandse schrijvers en schrijfsters (boekenweekgeschenk 1932)

Beoordeling: 2 sterren

Het boekenweekgeschenk uit 1932 is een bundel vragenlijsten ingevuld door toen bekende schrijvers. Het biedt daarmee een interessante historische staalkaart van de literaire wereld anno toen. Maar het is voor een huidige lezer verder niet spannend. Het is als een willekeurig vriendenboekje van een basisschoolkind. Leuk voor het kind en zijn ouders, maar voor de rest van de wereld niet zo boeiend.

Marcel van Roosmaalen, Nederland onder het systeemplafond

Beoordeling: 4 sterren

Jaren geleden vond ik de artikelen op De Correspondent onder de noemer “Onder het systeemplafond”. En nu het boek uitkwam wilde ik het heel graag hebben. Het is een boek om heerlijke elke dag één of twee verhalen uit te lezen. Het typeert heel erg Nederland zoals ik dat onder andere bij D66 heb ervaren. Maar je merkt, zoals wel vaker bij columnbundels, dat je niet te veel achter elkaar moet lezen. De stijl, de inhoud; er komt wel erg veel herhaling in te zitten. Maar het blijft grappig, elke keer weer.

Naeeda Aurangzeb, 365 dagen Nederlander

Beoordeling: 5 sterren

Dit is nou de kracht van het weglaten. 365 dagen Nederlander is geen letterlijke aanklacht, geen lopend verhaal, geen uitleg. Het zijn losse schetsen, fragmenten, ervaringen uit een leven (meerdere levens?), samengebracht in 365 gebundelde anekdotes. En juist de kracht van de herhaling, de kracht van de verbazing (zeggen mensen dit soort dingen echt?!) en de kracht van de eenvoud, maken dit een zeer krachtig boek.