Aischylos, Het verhaal van Orestes

Kaft van het boek Het verhaal van Orestes van Aischylos: een bruine achtergrond met witte letters, zonder afbeelding.

Beoordeling: 3 sterren

Het lezen van klassieke literatuur is niet eenvoudig. Dat bewijst mijn ervaring met Het verhaal van Orestes van Aischylos. Het eerste deel is moeilijk te volgen, omdat er veel erg lange monologen in zitten. Daarnaast vraagt dit eerste deel ook veel voorkennis van andere klassieke stukken. Gelukkig zit mijn vraagbaak op dit punt naast mij op de bank, maar voor de gemiddelde lezer niet zo fijn.

Het tweede deel begint veel toegankelijker en er is voor een klassiek stuk vrij veel actie. Het laatste deel kent een voor mij onbegrijpelijk eindoordeel door Athene. Ook voor dit deel is voorkennis essentieel om de inhoud goed te kunnen begrijpen, onder andere de relatie tussen koor- en tekstdelen.

Een mooi stuk is het wel, beter dan mijn vorige Aischylos-ervaring, maar te moeilijk voor een gemiddeld publiek.

Euripides, Medea & Bakchanten

Medea & Bakchanten

Beoordeling: 4 sterren

Eigenlijk zou ik voor dit boek twee beoordelingen moeten geven: één voor Medea en één voor Bakchanten. Gemiddeld komen de beide toneelstukken op vier sterren uit.

De tragedie Medea zit briljant in elkaar en geeft vorm aan een zeer herkenbare menselijke emotie. De vechtscheiding blijkt duizenden jaren oud en hoewel de magie in het verhaal ons niet meer aanspreekt, kun je je nog steeds erg goed in Medea inleven. Een mooi toneelstuk!

Bakchanten daarentegen is veel minder leuk: het stuk kent veel saaie monologen, een beetje zoals bij de Gijsbrecht van Amstel. Aristoteles zit hier met zijn eenheden Euripides wat in de weg en dat is jammer. Maar toch, beide stukken zijn na 3000 jaar nog steeds kwalitatief sterk en dat is bijzonder.

Michiel de Swaen, De gekroonde laars

Beoordeling: 4 sterren

Keizer Karel V lustte graag een sappig kippenboutje, en daarbij hield hij wel van een grapje, als we De gekroonde laars mogen geloven. Wanneer de keizer zich incognito onder het volk op de markt heeft gemengd, wordt de mooiste haan voor zijn neus weggekaapt. Hij laat zijn lijfwacht uitzoeken waar het beestje heen gaat, want daar wil Karel mee aanzitten. En zo belandt de vermomde keizer voor het vastenavondfeestmaal in de nederige woning van schoenlapper Teun, die zijn enige dochter Jaquelijn wil uithuwelijken aan zijn oude, rijke knecht Kosen. Het meisje heeft haar zinnen echter gezet op de arme, maar sympathieke Joren en krijgt de stuen van haar moeder. De maaltijd zal de volgende dag een hoogst onverwacht gevolg hebben. Het wordt een vastenavond om nooit te vergeten.*

Dit toneelstuk van Michiel de Swaen is erg vermakelijk. Hoewel ook erg tijdgebonden is het voor een 21e-eeuwer een goed te volgen verhaal dat, door zijn absurditeiten (zoals een Keizer die alles in het werk stelt om achter een kalkoen aan te gaan…) ook nog eens erg grappig is. De hertaling die gemaakt is voor de Griffioenreeks zorgt dat dit verhaal 300 jaar na dato voor een breed publiek toegankelijk is. Een mooie titel in deze reeks.

*Bron: flaptekst De gekroonde laars

Iphigeneia, twee toneelstukken

In juni 2010 heb ik twee voorstellingen van het stuk Iphigeneia (tekstbewerking: Pauline Mol) bezocht. De eerste was op het Canisius College in Nijmegen en de tweede in Den Durpsherd in Berlicum door Gymnasium Beekvliet.

Het stuk is een bewerking van de oude Griekse tragedie waarin Iphigeneia, de dochter van Klytaimnestra en koning Agamemnon, geofferd zou worden door haar vader in opdracht van Artemis. Zo hoopte hij een  gunstige wind te verkrijgen om uit te varen vanaf Aulis voor de Trojaanse oorlog. Iphigenia koos er uiteindelijk zelf voor geofferd te worden. Ze wilde dit voor Hellas doen en bedacht dat ze als heldin in de geschiedenis zou worden beschreven. Artemis had bij de offerande echter medelijden met het meisje en legde een hinde in haar plaats.

Het is leuk te zien dat er tussen de beide schooltoneelstukken veel overeenkomsten en ook verschillen zitten. Zo heeft het Canisius gekozen voor een decor van het strand bij Aulis, waar Beekvliet koos voor een kaal toneel met een rode trap en enkele rode blokken. Daarnaast heeft het Canisius voor een vastere ‘zoneverdeling’ van de spelers gekozen, waar het stuk van Beekvliet dynamischer is. Ook de toevoeging van muziek en dans (Beekvliet) ten opzichte van de puur theatrale versie (Canisius) maakt de twee stukken zeer verschillend.

Wat betreft tekstbehandeling zijn de twee stukken zo mogelijk nog verschillender, al vallen die een bezoeker minder snel op. De regisseuse van het stuk op het Canisius heeft het aantal rollen teruggebracht tot ongeveer 8, waar Beekvliet meer spelers op het podium brengt. Dat maakt het stuk van het Canisius overzichtelijker. Zo zijn de kleine rollen van Paris en Helena geschrapt. Dat is ook niet erg: in het stuk van Beekvliet voegen deze rollen weinig toe.

Hoewel de regisseuse op  Beekvliet meer dan voldoende spelers ter beschikking had, heeft zij veel wijzigingen in de tekst doorgevoerd, waardoor veel rollen  minder ruimte en tekst kregen. Vooral in het geval van de rol van Artemis is dat jammer, omdat deze duistere godin een belangrijke toevoeging aan het geheel van het stuk is.

De overeenkomsten zijn echter nog frappanter dan de verschillen. Beide scholen hebben leerlingen uit voornamelijk de klassen 2, 3 en 4 geselecteerd. En voor veel rollen zijn leerlingen met eenzelfde karakter, uitstraling en soms zelfs uiterlijk geselecteerd. Ook hebben de regisseuses van beide stukken veel gelijksoortige accenten gelegd als het gaat om manier van spelen van diverse scènes.

Beide stukken waren zeer de moeite waard om te bezoeken. De sfeer van decor en aankleding die gekozen was door Gymnasium Beekvliet sprak mij wat meer aan dan de sfeer van het Canisius College, maar de tekstbehandeling van het Canisius vond ik dan weer te prefereren boven die van Gymnasium Beekvliet. In elk geval een compliment aan beide casts en crews: er is een hoge kwaliteit neergezet!

Pieter Langendijk, Het wederzijds huwelijksbedrog

Wederzijdse huwelijksbedrog Beoordeling: 4 sterren

Lodewijk, een arme edelman, keert samen met Jan, een verlopen soldaat, terug naar zijn geboortestad Utrecht om zijn familie te zoeken. Lodewijk heeft op de Maliebaan een meisje, Charlotte, gezien, waar hij verliefd op is geworden. Lodewijk en Charlotte zijn van plan te trouwen, maar Charlotte is eigenlijk ook maar arm. Men probeert de andere partij ervan te overtuigen dat zij rijke aanzienlijke burgers zijn. Dit gaat goed, tot Karel, Charlottes broer thuiskomt. Deze ziet Jan en hij herkent hem als een van zijn gedeserteerde soldaten, die er zes maanden geleden met zijn beste paard vandoor ging. Het bedrog komt uit en Lodewijk blijkt de zwager van Karel. Jan wordt vrijgelaten en Karel is kapitein, dus die kan Lodewijk wel aan een officiersplaats helpen als ze naar Brussel gaan, zodat hij later met Charlotte kan trouwen. Hij vraagt Jan de waard en de ingehuurde lakeien te betalen en al hun spullen naar het huis te halen, maar Jan gaat er met het geld vandoor…

Zelfs ruim 200 jaar na dato is Het wederzijds huwelijksbedrog een vermakelijk blijspel dat ook nu nog heel goed opgevoerd zou kunnen worden. Niet alle grappen zijn nog steeds even grappig en het tempo in sommige scènes ligt wat laag, maar het is zeker een stuk dat de tand des tijds heeft doorstaan!

Joost van den Vondel, Joseph in Dothan

Beoordeling:1 ster

Jozef ontwaakt uit een droom die hem onheil voorspelt. Hij gaat naar zijn broers en stelt zijn vertrouwen in God. De broers willen de verwaande Jozef ter dood bregen, alleen Juda en Ruben stribbelen tegen. Juda zwicht en Ruben kan alleen zijn broers niet alleen aan. Na een ruzie besluiten de broers Joseph op te sluiten in een put. Als Jozef aankomt wordt hij in de put geworpen, maar Ruben belooft Jozef hem te komen redden. Uit angst voor God, besluiten de broers Jozef te verkopen aan een passerende karavaan. Ruben komt te laat en vindt de put leeg. Hij wordt in het bedrog van de broers betrokken: ze besmeuren Jozefs mantel met bloed en verdelen de winst. Ruben beklaagt zijn handelen en gaat met het lood in de schoenen naar huis.

Waar Gijsbreght van Aemstel nog interessant is als historisch object vanwege de lange traditie van opvoeringen, is deze voorloper van Joseph and the technicolor dreamcoat even saai, maar minder interessant. Joost van den Vondel als schrijver is gedateerd, zijn manier van toneelschrijven is verouderd en zal een grondige bewerking nodig hebben om op het toneel te kunnen boeien. Als leestekst raad ik deze tekst ten sterkste af.

Joost van den Vondel, Gijsbreght van Aemstel

Beoordeling: 2 sterren

Het stuk speelt in 1304 en gaat over de belegering van Amsterdam door de omliggende dorpen, verenigd in de Kennemers en Waterlanders. Aanleiding is de vermeende betrokkenheid van Gijsbrecht bij de ontvoering en doodslag van Floris V in 1296. De vijandelijke soldaten lijken te vertrekken, maar in werkelijkheid houden zij zich schuil onder een lading rijshout in een schip dat als brandhout door de Amsterdammers wordt binnengehaald. Gijsbrecht wordt na hevige gevechten gedwongen te vluchten naar Pruisen, om daar een “Nieuw Holland” te stichten.*

Hoewel Gijsbrecht van Aemstel in historische zin een interessant stuk is en ook niet volledig onleesbaar, is het klassieke toneel met lange monologen en weinig actie geen aan te raden tekst om te lezen. Wellicht dat een toneeluitvoering een aangenaam tijdverdrijf is, het lezen van deze tekst in elk geval niet.

*Bron: nl.wikipedia.org

P.C. Hooft, Geeraerdt van Velsen

Geeraerdt van Velsen en Baeto Beoordeling: 1 ster

Het toneelstuk Geeraerdt van Velsen uit 1613 is geïnspireerd op de moord op Graaf Floris V in 1296 en de noodlottige gevolgen hiervan. In dit stuk spelen naast de historische hoofdrolspelers ook allegorische figuren als Twist en Eendracht een rol.

Waar ik Granida van Hooft een erg mooi toneelstuk vond, vind ik dit drie keer niks. Veel erg lange monologen, statisch, weinig spannend, een plot dat ik niet kan volgen. Nee, helaas, deze moet je lekker in de kast laten staan.

P.C. Hooft, Granida

Granida Beoordeling: 4 sterren

In een mengeling van scherts en ernst toont het spel de opzienbarende belevenissen van een eenvoudige herder en een Perzische prinses. Gedreven door de liefde ontpopt hij zich tot een ideale hoveling, zij tot een perfecte herderin. Hooft gaf in dit voorbeeldige paar de idealen uit de West-Europese renaissancecultuur gestalte.*

Na mijn teleurstelling over de Emblemata van Hooft, heb ik me zeer goed vermaakt met zijn Granida. Een goed plot, talig en poëticaal zeer sterk en na 400 jaar nog steeds zeer leesbaar. Leuk!

*Bron: Bol.com

Balthazar Huydecoper, “Achilles”

Beoordeling: 4 sterren

Het treurspel Achilles beschrijft de periode in de oorlog tussen Troje en Griekenland wanneer Achilles heeft besloten niet langer deel te nemen aan de strijd, zijn vriend Patroclus bezwijkt op het slagveld en tot het moment waarop Achilles Hector heeft verslagen.

Dit in 1719 geschreven treurspel voldoet naadloos aan de traditie van het Frans-classicisme. Het beoordelen van dit stuk moet dan ook gebeuren met het oog daarop, want vooral de eenheid van tijd en plaats maken het stuk voor ons, de Joop-van-den-Ende-generatie, erg saai. Binnen de grenzen van het Frans-classicisme heeft Huydecoper een prachtig stuk geschreven dat zowel poëtisch als wat betreft taalgebruik als wat betreft de manier waarop hij de bron dramatisch heeft verwerkt goed in elkaar zit. De leesbaarheid naa bijna 300 jaar zorgt voor vier sterren in plaats van vijf.