Kies voor jezelf een heldere betekenis van de term skills en sluit aan bij landelijke definities

Hand schrijft de woorden learning, knowledge, experience, skills ability, competence, training, growth

Heel vaak zullen mensen skills direct vertalen met het begrip vaardigheden. Maar skills worden op veel plekken veel breder gebruikt dan alleen voor specifieke vaardigheden. Daarmee lijkt het veel meer op het begrip competentie (of in het Engels competence), maar over die grenzen is ook weer de nodige discussie. Hafid Ballafkih e.a. stellen in Vrij reizen over de arbeidsmarkt skills gelijk aan competenties, terwijl SEO Economisch Onderzoek competenties onder skills schaart. En dat allebei in 2022!

Skills zijn op dit moment al wel op allerlei manieren en allerlei plaatsen verstopt in ons onderwijs en op onze arbeidsmarkt. In kerndoelen voor het primair onderwijs, referentieniveaus taal en rekenen, kerndoelen voor de onderbouw, de eindtermen voor het eindexamen, beroepsgerichte kwalificaties, leeruitkomsten, vacatureteksten, cursussen, profielen voor functies en taken.

De manier waarop we skills echter toetsen is nogal grof en onduidelijk: het gaat bij diploma’s of assessments vaak om grote verzamelingen skills tegelijkertijd die op een bepaalde schaal, zoals de citoschaal van 500 tot 550, worden gescoord. Ten tweede is er maar een beperkt aantal meetmomenten in iemands leven. Het is onduidelijk wat er in de tussentijd gebeurt. Vervolgens wordt slechts een aantal skills als waardevol gezien en meegenomen in beoordelingen en die bepalen wat vervolgmogelijkheden zijn. En in vacatureteksten staan vaak heel grove omschrijvingen (diploma, aantal jaar werkervaring in eenzelfde functie), maar veel minder vaak concrete skills.

Wat we in onze samenlevingen nu doen is een topvoetballer als Ronaldo of Messi een 9 of 10 voor voetballen geven: iemand met heel veel vaardigheden brengen we terug tot één getal. Daar heeft niemand wat aan: de speler zelf niet, want die weet niet waar zijn talenten liggen en wat hij nog verder moet ontwikkelen. Zijn trainer niet, want die weet niet op welke punten hij met Ronaldo aan de slag moet. Zijn coach niet, want waar in een wedstrijd komt die speler het beste tot zijn recht. Zijn club niet, want wat is de (economische) waarde van de speler?

Hoe bepaal je dan wat skills zijn?

Je kunt heel lang discussiëren over wat skills zijn, er is namelijk geen heldere definitie. Daarom is de eerste taak om in je organisatie of in afstemming met andere organisaties te kijken of je dezelfde omschrijving gebruikt. Zorg dat je helder hebt met elkaar wat jullie skills noemen en de verhouding met andere termen die erop lijken, zoals competenties en vaardigheden.

Een simpele manier om deze definitiekwestie te beslechten is je aansluiten bij landelijke definities of standaarden op dit gebied, zoals de definitie van CompetentNL. Ook daarvan zijn er meerdere, maar als je je aansluit weet je wel snel waar je het over hebt. Je hebt dan ook toegang tot allerlei literatuur die aansluit bij die definitie en je kunt makkelijker met andere organisaties kijken of ze tot hetzelfde ecosysteem behoren.

Verken vervolgens ook aspecten als de context; de verhouding tussen vaardigheden, kennis, attituden, eigenschappen en inzichten; gebondenheid aan tijd en taken; de relatie met leren en ontwikkelen. Als je dit niet doet, praat je zowel binnen je organisatie als met je omgeving langs elkaar.

Dus stap 1 als je skillsgericht aan de slag wilt: kies voor jezelf een heldere betekenis van de term skills en sluit aan bij landelijke definities.

Waarom zou je skillsgericht moeten gaan werken?

Hand schrijft de woorden learning, knowledge, experience, skills ability, competence, training, growth

Arbeidsmigratie? Een meer skillsgerichte arbeidsmarkt? Reskilling? Competentiegericht leren? Tekort aan personeel? 2023 als European Year of Skills? Zij-instromers? Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt? Meer en meer wordt in bedrijven en overheidsorganisatie gesproken over skills in relatie tot veranderingen op de arbeidsmarkt, maar ook in het onderwijs wordt al decennia gekeken naar competentiegericht leren. Maar waarom verdient dit in 2024 je aandacht?

Met een skillsgerichte aanpak kan Nederland iets doen aan verschillende problemen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs. Het gaat om grote problemen op de arbeidsmarkt als het tekort aan geschikt personeel, aan de door minister Dijkgraaf vaak benoemde overgang naar een waaier van opleiden in plaats van een stapeling en ontwikkelingen in het onderwijs als formatief toetsen en de vernieuwing van het curriculum. Al die zaken kunnen aangepakt en verbeterd worden met een skillsgerichte aanpak.

Grip

Maar het belangrijkste voordeel is het vergroten van grip. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) publiceerde op 30 november 2023 een rapport over dit fenomeen waarmee wordt bedoeld: de mate waarin mensen in staat zijn door eigen handelen gewenste uitkomsten te bereiken en ongewenste uitkomsten te voorkomen; om het hoofd te kunnen bieden aan de onzekerheden van de wereld en tóch hun doelen te bereiken. Het is een vorm van  ‘omgevingscontrole’; kun je je omgeving effectief beïnvloeden en zo je doelen bereiken?

Wanneer je naar de mate van grip kijkt die mensen hebben op hun eigen ontwikkeling, de mate waarin ze hun skills kunnen vertalen naar werk en grip hebben op hun plek op de arbeidsmarkt, is die scheef verdeeld. Er zijn mensen met veel grip, maar ook veel mensen die een speelbal zijn van anderen. En daarom moeten we skillsgericht gaan werken: om te zorgen dat mensen meer grip hebben op hun skillsontwikkeling en de mate waarin ze die kunnen inzetten op de arbeidsmarkt. En ja, dat betekent ook dat meer controle voor mensen soms minder controle voor de ander betekent; daar zit het spanningsveld op dit terrein.

Wie zijn hier vooral mee geholpen?

In veel situaties kan deze aanpak mensen helpen. In de Schoolstraat wonen drie mensen die met een skillsgerichte aanpak flink geholpen zouden zijn.

Peter van Schoolstraat 2 wil na jaren in de ICT graag voor de klas als docent informatica. Met een skillsgerichte aanpak kan Peter zijn vakinhoudelijke kennis bewijzen doordat zijn werkgever deze heeft erkend en vastgelegd. Bij de scouting heeft hij diverse Open Badges gehaald die in zijn wallet zitten en zo kan de opleiding waar hij zich aanmeldt en de stageschool waar hij gaat starten snel zien wat hij al kan en wat nog niet. Zijn leerpad kan worden bepaald en doordat hij vrijstellingen kan verkrijgen, kan hij binnen anderhalf jaar de opleiding gaan afronden.

Op Schoolstraat 6 woont Wim, die werkt als docent en mentor op een school voor vmbo basis, kader en theoretisch. Met een geïntegreerde skillsaanpak, komen de leerlingen met een rijkgevuld skillspaspoort binnen. Niet alleen is duidelijk welke skills ze wel en niet hebben ontwikkeld op de basisschool, maar Wim kan ook eenvoudig groepjes maken in zijn klas, zodat hij kan aansluiten bij de ontwikkeling van de leerlingen. Bovendien hoeft hij geen cijfers meer te geven, maar kan hij Open Badges uitreiken aan leerlingen die bepaalde nieuwe skills hebben ontwikkeld. De kern van het onderwijs: leren, ontwikkelen en dat erkennen en vastleggen, in de relatie tussen leerling en leraar is nu meer aanwezig in zijn dagelijks werk dan ooit tevoren.

Voor Tijn van Schoolstraat 8 zijn verschillende organisaties heel belangrijk na een heftige periode in zijn leven: de mbo-instelling waar hij uitviel, het welzijnswerk in zijn gemeente, het UWV en de uitvoerende instanties van zijn gemeente. Hoe kan Tijn een goed beeld krijgen van wat hij kan? Waar zit de motivatie die bij Tijn aangeboord kan worden? Met een geïntegreerde skillsaaanpak is helder hoe de regie tussen die organisaties is georganiseerd? Tijn heeft grip op al deze processen en weet waar hij invloed kan uitoefenen. Zo ontstaat een helder en eenduidig beeld van Tijns volgende stap in zijn leven.

Voor al deze mensen kan het onderwijs, kan de arbeidsmarkt en kan ondersteuning bij verschillende organisaties veel beter als die allemaal skillsgericht werken. Want al deze mensen hebben skills en ze willen allemaal graag verder komen in het leven, maar lopen nu tegen allerlei blokkades op.

Het goede voorbeeld

Sommige bedrijven hebben al deze veranderingen al volledig omarmd, zoals ’s Heeren Loo. Daar kun je al komen werken vanuit je talent. Zoals ze zelf op zeggen:

Onze zorgprofessionals zijn meer dan hun cv en daarom gooien we het roer om. […] We werven daarom niet meer met vacatures voor zorgmedewerkers, maar moedigen de sollicitant aan om contact op te nemen met onze recruiters. Komen we tot een match dan kijken we samen wat nodig is om aan de slag te kunnen.

Daar werk je dus echt vanuit skills: wat kan iemand, wat kan iemand bijdragen en welke training of scholing is daarbij nog nodig. Een inspirerend voorbeeld dat Nederland veel kan bieden.

eIDAS 2.0 is goedgekeurd; feest!

Het logo van eIDAS met de Europese vlag en de namen van de Europese Commissie en eIDAS.

Lang niet iedereen zal van eIDAS 2.0 hebben gehoord, maar beste mensen, het is feest! eIDAS is de verordening die een flinke push kan geven als het om de skillsgerichte arbeidsmarkt, een kleinere macht voor big tech, meer privacy en meer controle van jou over je eigen gegevens gaat.

Wat gaat er veranderen?

eIDAS is Europese regelgeving die ervoor zorgt dat mensen en bedrijven veilig online kunnen communiceren binnen de EU. Het belangrijkste is dat je je eigen nationale elektronische identificatie (eID) kunt gebruiken om toegang te krijgen tot diensten in andere EU-landen. Denk aan belastingaangifte doen, een vergunning aanvragen of je pensioen regelen.

Nieuw is de wallet: een digitale portemonnee. Hierin kun je belangrijke documenten en gegevens bewaren, zoals je identiteitsbewijs, rijbewijs, diploma’s en andere officiële documenten. Met de eIDAS-wallet kun je deze documenten digitaal opslaan en veilig delen met anderen.

Maar daar houdt het niet op: ook andere skillsbewijzen kun je in de wallet gaan opslaan: Open Badges, Certificaten, gegevens van een werkgever, referenties: je hele skillsontwikkeling kun je op deze manier veilig met je meenemen.

Slechts één ingrediënt

Echt skillsgericht werken vraagt om een combinatie van zes essentiële ingrediënten die aanwezig of in ontwikkeling zijn. Het vierde ingrediënt is er nu: de eIDAS-wallet. Maar pas als ze allemaal samenkomen gaat de skillsgerichte arbeidsmarkt echt werken. Wil je dus aan de slag, ik denk graag met je mee over deze zes statements:

  1. Wees helder over wat jullie als skills definiëren, maar sluit je ook aan bij landelijke definities en standaarden.
  2. Wees helder in wat al erkend moet zijn en wees ruimhartig in wat jij gaat waarderen en erkennen.
  3. Wees helder in hoe je skills benoemt, gebruik een breed geaccepteerde skillstaal, maar verlies niet je eigenheid.
  4. Maak gebruik van de eIDAS-wallet mogelijk, gebruik zo min mogelijk data en geef zo veel mogelijk mee.
  5. Draai elk protocol, elke afspraak en elke regel in je organisatie eens om: wat moet er dan anders?
  6. Kijk altijd verder dan je eigen organisatie om te zien hoe het in jouw context beter kan en sluit niet uit dat jouw organisatie die betere toekomst in de weg staat.

De Brainport mist 1 ingrediënt

Het logo van de Brainport: Een rode V op zijn kant en een rode O met daaronder in zwarte letters het woord Brainport.

Op dit moment wordt er hard gewerkt aan de groeifondsaanvraag rondom het integraal skillspaspoort. Wat is dat ook alweer? Ballafkih e.a. (2022) beschrijven dat heel mooi:

Een uniform, gevalideerd, betrouwbaar overzicht van wie iemand is (persoonlijkheid, gedrag etc.), wat iemand kan (kennis en vaardigheden), en wat iemand wil (drijfveren, loopbaanperceptie). Waarin zowel opleiding (diploma’s, certificaten en andere vormen van formeel leren) als levens en werk ervaring (informeel en nonformeel leren) is weergegeven en vertaald in skills, en een actueel en volledig inzicht wordt gegeven in het huidige potentieel dat werkgevers, werknemers en onderwijsinstellingen kunnen gebruiken voor in- (werving en selectie), door- (ontwikkeling) en uitstroomprocessen (arbeidsmarktoriëntatie) in het kader van een Leven Lang Ontwikkelen.

Zes ingrediënten

Deze doorwrochte definitie bestaat uit een aantal ingrediënten en vereist nog een aantal ingrediënten daarbij om tot een volledig skillsgerichte arbeidsmarkt en bijpassend onderwijs te komen. Mijns inziens zijn dat zes ingrediënten: de definitie van ‘skills’, waardering en erkenning van skills, een duidelijke skillstaal, een wallet, integratie en een leven lang ontwikkelen. Elk van deze ingrediënten is een kwestie die vragen en dilemma’s oproept. Als je dus echt wilt komen tot een complete skillsaanpak in een regio moet je de volgende zaken met elkaar helder krijgen:

  1. Wees helder over wat jullie als skills definiëren, maar sluit je ook aan bij landelijke definities en standaarden.
  2. Wees helder in wat al erkend moet zijn en wees ruimhartig in wat jij gaat waarderen en erkennen.
  3. Wees helder in hoe je skills benoemt, gebruik een breed geaccepteerde skillstaal, maar verlies niet je eigenheid.
  4. Maak gebruik van de eIDAS-wallet mogelijk, gebruik zo min mogelijk data en geef zo veel mogelijk mee.
  5. Draai elk protocol, elke afspraak en elke regel in je organisatie eens om: wat moet er dan anders?
  6. Kijk altijd verder dan je eigen organisatie om te zien hoe het in jouw context beter kan en sluit niet uit dat jouw organisatie die betere toekomst in de weg staat.

Binnenkort ga ik deze zes kwesties veder uitwerken. Heb je daar interesse in, volg me op LinkedIn.

Deze zes in de Brainport

De afgelopen 12 maanden ben ik in de Brainportregio druk bezig geweest om te onderzoeken of al deze ingrediënten er zijn en of tot een gezamenlijke aanpak gekomen kan worden. Veel is er al wel en ook veel organisaties bouwen al aan onderdelen van het geheel.

Zo zijn er bij vraag twee al veel organisaties in de regio actief met het erkennen en waarderen van skills. Dat gebeurt in de vorm van diploma’s, praktijkverklaringen, EVC’s, Edubadges, Open Badges, microcredentials, portfolio’s en allerlei tools voor zelfonderzoek. Bekende scholen als Summa en Fontys, maar ook projecten als Passport4Work en organisaties als Senzer en LEV-groep. En ook aan de skillstaal wordt gewerkt: soms door private bedrijven als MatchCare en MyTalentBoard, maar ook door projecten rondom CompetentNL.

Zelfs op de relatief nieuwe terreinen van een wallet en integratie van skillsdenken in organisaties worden al eerste initiatieven ontplooit in de Brainport, o.a. met de Digital Industry Boost. En dan moet de eIDAS2.0-verordening nog worden aangenomen eind van dit kwartaal.

En ook op het meer abstracte vlak van werken aan een Leven Lang Ontwikkelen wordt door veel mensen en partijen nagedacht over hoe we dat gaan doen. De LLO Katalysator draagt daaraan bij, maar ook veel regionale organisaties zoals Fontys, het Leerwerkloket en SER Brabant.

Toch ontbreekt het nog aan een laatste ingrediënt om een stap te zetten richting de definitie van het begin van dit artikel: welk inhoudelijk thema, welke urgentie of welke vorm van draagvlak gaat al deze organsaties met de neuzen dezelfde kant op krijgen? Een partij als Brainport Development? Een sterke burgemeester als Jeroen Dijsselbloem? Grote bedrijven als ASML? Verder onderzoek is op dit vlak nodig óf de goede timing.

  • Ballafkih, A.H. (red.), Post, J., van Genabeek, J. & Sanders, J. (2022.) Vrij reizen over de arbeidsmarkt: een onderzoek naar het skillspaspoort. Centre for Economic Transformation | Hogeschool van Amsterdam. Ook online te vinden via https://www.hva.nl/binaries/content/assets/subsites/the-work-lab/vrij-reizen-over-de-arbeidsmarkt-2.0-light.pdf?1643048886403

Een skillspaspoort tegen personeelstekorten

Logo van het UWV

Onlangs presenteerde het UWV 34 oplossingen voor de huidige personeelstekorten. Dit probleem dat in heel veel sectoren speelt heeft diverse oplossingen, waarbij een skillspaspoort een belangrijk middel kan zijn om deze problemen aan te pakken én mensen die langdurig aan de kant staan te helpen én de administratieve lasten van burgers, bedrijven en overheden omlaag te brengen.

Het uitgangspunt voor deze bijdrage is de praatplaat van Werk.nl en het bijbehorende rapport. Ik zal verschillende van de genoemde oplossingen langsgaan en kort benoemen op welke wijze een skillspaspoort hier behulpzaam kan zijn.

Een van de belangrijkste voordelen van een skillspaspoort is dat men kijkt naar skills (vaardigheden, kennis en gedrag) in plaats van functies. Het bewijs van die skills kun je zelf meenemen en gebruiken. Werkgevers kunnen op deze manier kijken naar wat een persoon kan en welke vaardigheden hij of zij bezit. Dit maakt het mogelijk om talenten zichtbaar te maken in het skillspaspoort en zo de juiste persoon te vinden voor een bepaalde functie. Daarbij ligt de nadruk meer op talenten: al aanwezig of nog te ontwikkelen via scholing en minder op functieprofiel.

Een ander voordeel van het gebruik van een skillspaspoort is dat het gemakkelijk is om gegevens mee te nemen bij het werven van personeel in andere regio’s of wanneer expats naar ons land komen. Met een skillspaspoort kunnen werkgever en werknemer (of zzp’er) gegevens op een eenvoudige en eenduidige manier uitwisselen, waardoor het wervingsproces efficiënter wordt en het inhoudelijk gesprek beter kan verlopen.

Daarnaast kan het gebruik van een skillspaspoort ook helpen bij het inzetten van mensen met een arbeidsbeperking, mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of statushouders. Het wordt voor deze groepen makkelijker om duidelijk te maken wat ze wél kunnen en wat hun leerbehoefte is. Zo vinden ze sneller werk dat bij hen past, een opleiding die nodig is om klaar te zijn voor werk en wordt er meer inclusiviteit in de arbeidsmarkt gecreëerd.

Maar als medewerkers al in je bedrijf werkzaam zijn, biedt een skillspaspoort ook voordelen. Zo kan het inzicht geven in het talent dat al aanwezig is binnen de organisatie en kan het helpen om de juiste persoon op de juiste plek te krijgen. Welke skills zijn aanwezig, welke missen en doet iedereen waar hij het beste in is? En dit inzicht maakt het mogelijk om gerichte scholing (zowel intern als bij een onderwijsaanbieder) in te zetten zodat effectief geïnvesteerd kan worden in de ontwikkeling van mensen. En dit inzicht stimuleert zowel werkgevers als werknemers te willen leren en ontwikkelen.

Ten slotte is er ook nog het platste argument: geld. De administratieve belasting van scholen, bedrijven, medewerkers en overheden zijn ontzettend hoog omdat gegevens oneindig vaak moeten worden gekopieerd, gecontroleerd en opnieuw verwerkt. KPMG heeft becijferd (https://kpmg.com/nl/nl/home/insights/2021/06/career-wallets-een-win-win-en-een-no-regret-move-voor-de-arbeidsmarkt.html) dat de HR-lasten flink kunnen dalen bij een succesvolle inzet van een skillspaspoort.

Kortom, alle reden om als UWV in dit middel te willen investeren. Doe dus mee met stichting BlockChange.EU en experimenteer en ontwikkel met ons een skillspaspoort voor iedereen.

Weg met diploma’s: skills!

2023 is het Europese ‘Year of skills’. Op de arbeidsmarkt, bij mbo’s en het hoger onderwijs gaat het hier al langer over. Op middelbare scholen niet, want wij zitten vast aan het archaïsche diploma. Willen we mensen echt beoordelen op wat ze kunnen, schaf dan het middelbareschooldiploma af!

Mensen worden met de huidige diploma’s teruggebracht tot zes smaken. Terwijl onder dat diploma een wereld aan verschillen schuilgaat. En we rekenen scholen er ook nog eens op af: slagingspercentages (hoeveelheid diploma’s), verschil in eindcijfers (‘niveau’ van het diploma), aantal zittenblijvers in onderbouw en bovenbouw (snelheid richting diploma) en schoolniveau in klas 3 ten opzichte van basisschooladvies (afwijking van route naar diploma).

Met een skillsgerichte aanpak kunnen scholen hun toegevoegde waarde beter laten zien. Nu wordt succes van scholen grotendeels bepaald door het startniveau van leerlingen: kunnen ze al veel bij binnenkomst, dan is goed scoren makkelijker. Meer ‘lastige gevallen’ maakt het moeilijker om een ‘goede’ school te worden. Focus op toegevoegde waarde maakt kwaliteit beoordelen eerlijker, laat andere scholen daar sneller van leren en helpt het onderwijs in Nederland sneller verbeteren.

Daarnaast wordt gesprek over het curriculum eenvoudiger. Met concrete skills kun je aan scholen duidelijker maken wat je als overheid vindt dat leerlingen moeten weten en kunnen. Op dit moment zijn het vooral de drie grote uitgeverijen die bepalen hoe we de doelen uit de examenprogramma’s moeten interpreteren. Zij maken er concrete leerdoelen en opdrachten van. Hoe helderder je de skills uitdrukt, hoe concreter het gesprek over wat je wil zien en hoe scherper de lijn tussen 70% verplicht curriculum en 30% eigen ruimte te trekken valt.

En het versterkt de gelijkwaardigheid tussen praktische en theoretische vaardigheden. Nu is een diploma een bewijs van sociale klasse. Omdat gymnasium op het hockeyveld beter bekt dan vmbo-kader. Maar welke vaardigheden zijn van waarde? Een gedicht van J.C. Bloem kunnen analyseren? Of een zonnepaneel kunnen aansluiten? Theoretisch kunnen uitleggen hoe aandeelhouderswaarde ontstaat? Of een succesvolle bakkerij kunnen opzetten?

Laten we ons dus richten op de waarde van onderwijs: dingen weten die je nog niet wist, dingen kunnen die je nog niet kon, vaardig zijn in zaken waar je angstvallig aan begon. Weg met het diploma: richt je op skills!

Wim Pelgrim
Docent Nederlands en directeur stichting BlockChange.EU

20 jaar lid van D66

20 jaar geleden werd ik lid van D66. Omdat ik een progressief-liberale partij zocht, omdat ik geloof in de sociaal-liberale maatschappij, omdat ik me graag wilde inzetten voor een betere wereld. In die 20 jaar heb ik al heel veel gedaan voor de partij. In De ultieme terugblik in 2018 schreef ik daar al uitgebreid over.

In die 20 jaar ben ik regelmatig trots, boos, ontevreden, blij en 100 andere emoties geweest over de partij. Soms doen we dingen heel goed, soms slaan we de plank flink mis. Maar ik blijf geloven in die sociaal-liberale toekomst die in 1966, maar ook vooral uit de 5 richtingwijzers (1, 2, 3 en 4 hier) zichtbaar werd.

Vol vertrouwen blijf ik dan ook lid, met alles wat er anders en beter moet, anders en beter kan en, daar vertrouw ik ook op, anders en beter wordt.

Toespraak aanbieding petitie

Hieronder vindt u een uitgebreide versie van de toespraak die ik op 29 november hield bij het aanbieden van de petitie LevenLangLeren.Petities.nl bij de vaste Kamercommissie voor Digitale Zaken in de Tweede Kamer.

Beste Kamerleden en andere aanwezigen,

Kayleigh is een leerling bij een praktijkschool. Ze is 18 jaar, heeft een IQ van 75, woont in een dorp nabij een middelgrote stad. Haar bijbaan bij de supermarkt in haar straat doet haar goed. Ze gaat nu de overstap maken van het voortgezet onderwijs naar vaste baan of beschutte werkplek: dat moet het gemeentelijk werkbedrijf met haar onderzoeken.


Marieke werkte als expat in Zuid-Korea. Zij is 37 jaar heeft in Delft en Oxford haar universitaire opleiding gedaan. Na een periode bij Samsung wil zij weer in Nederland komen wonen en werken. Haar man komt uit Japan en hun twee kinderen zijn in Zuid-Korea naar een internationale school gegaan. Marieke wil bij een toekomstige werkgever haar beroepsontwikkeling kunnen aantonen. Haar man moet zijn beroepsvaardigheid uit Japan en Zuid-Korea erkend zien te krijgen en zijn taalvaardigheid aantonen. Voor de kinderen moet een best passende school worden gezocht. Én, Marieke moet er rekening mee houden dat zij over een paar jaar misschien weer naar het buitenland vertrekt.


Aboud is een aantal jaar geleden gevlucht uit Syrië. Hij woont in een kamer, is in Syrië opgeleid tot fysiotherapeut en is aan het kijken hoe hij de Nederlandse arbeidsmarkt gaat betreden. In de avonduren werkt hij bij een lokale cafetaria om bezig te zijn én zijn sociale vaardigheden verder te ontwikkelen. Zijn Nederlandse taalvaardigheid is eindebasisschoolniveau en hij oefent wekelijks met een vrijwilliger van Vluchtelingenwerk. Door de oorlog die hij ontvluchtte heeft hij geen diploma’s om zijn vakvaardigheid te bewijzen. Het lukt het maar moeilijk om zijn kundigheid te laten zien aan mogelijke werkgevers.

Alle drie deze mensen zijn bezig zich hun leven lang te ontwikkelen.
Alle drie deze mensen willen graag een stap vooruit zetten.
Alle drie deze mensen staan op een breukvlak in hun leven.

Maar al deze mensen worden op dit moment gefrustreerd door digitale systemen waarin zij niet goed kunnen bewijzen wat ze kunnen. Digitale systemen waarin ze afhankelijk zijn een werkgever, een school of een overheidsinstantie. Of nog erger: meerdere tegelijk. Digitale systemen waarin ze moeten inloggen, overtypen, downloaden, uploaden en weer inloggen.

De wirwar aan systemen, inlogmethoden, dataopslag en werkwijzen maakt het voor mensen moeilijk om hun levenservaring met zich mee te nemen. Deze manier van werken kost de samenleving veel tijd, frustratie en geld. In twee cijfers uitgedrukt: de HR-kosten bij aanname van nieuw personeel zouden volgens KPMG-onderzoek met 40% omlaag kunnen. En begin 2022 waren er volgens het CBS 1,9 miljoen mensen die korter dan een jaar met hun baan waren gestart.

Laat dat even op u inwerken, 1,9 miljoen wisselingen in de arbeidsmarkt. En we kunnen bijna de helft van de frustratie, tijd en kosten reduceren. Als we het digitale landschap goed inrichten! En daarom staan wij vandaag hier voor uw commissie.

Bovendien spreekt het Coalitieakkoord over minimaliseren van data die gebruikt worden. En van betere regie op data door de eigenaar. Een meerderheid van uw Kamer steunt deze uitgangspunten. Maar al die uitgangspunten staan geduldig op papier en blijven op dit moment onbenut. Omdat de overheid de markt voor onderwijs en arbeidsmarkt de taak heeft gegeven om zichzelf digitaal te organiseren. Omdat de overheid geen verplichtingen wil opleggen aan aanbieders als het gaat om datagebruik en dataopslag. Omdat diverse bedrijven geld verdienen aan data ten koste van lerenden, scholen, bedrijven en overheden.

De ondertekenaars van deze petitie willen daarom regie van de overheid, van uw commissie en in uw opdracht van staatssecretaris Van Huffelen. En wat moet er dan gebeuren? We willen dat u aansluit bij de ontwikkelingen in Europa: bij de digitale identiteit waar de regering in 2023 al mee wil experimenteren. Verplicht bedrijven en organisaties ook deze inlogoptie aan te bieden. Zorg dat wij altijd onze gegevens kunnen meenemen. Zorg dat we niet afhankelijk zijn van het bedrijf, de school of big tech. We willen uiteindelijk één digitaal fundament voor een ‘leven lang leren’, één set afspraken en technieken waarmee we al ons leren en ontwikkelen mee kunnen nemen. Één digitale rugzak voor een leven lang leren.

En we willen dat daarbij gekeken wordt naar ideeën die er al zijn, zoals in ons White Paper, dat ik u bij deze petitie ook wil aanbieden. Zet hier geld en expertise voor in en kom met een strategie en investeringen. Zodat Kayleigh zich met een goedgevulde digitale rugzak kan melden bij een werkgever of beschutte werkplek. Zodat Marieke voor haar gezin eenvoudig de juiste plek in Nederland kan vinden. En zodat Aboud zijn diploma, taalontwikkeling en sociale integratie op één plek kan vinden en van daaruit kan delen. Zodat iedereen die op een breukvlak staat daar niet in het ravijn valt, maar de overheid aan zijn zijde vindt om de oversteek te maken.

Dank u wel!

Pedagogisch tact: mijn ervaring

In de eerste helft van 2022 heb ik het traject Pedagogisch Tact gevolgd van het Centrum voor Pedagogisch Contact van Marcel van Herpen. In deze blog zal ik schrijven over mijn ervaringen met dit traject.

Allereerst deel ik graag een video die onderdeel uitmaakte van het traject. Want je ontmoet niet alleen jezelf in zo’n traject, maar ook bijzondere voorbeelden. En leraar Toshiro Kanamori uit Japan is zo iemand. Je ziet niet alleen hoe een fantastische docent zijn werk doet, je ziet ook hoe het onderwijs er op andere plekken in de wereld uit ziet. En daar leer je van, zoals ik dat ook binnen de MIEE-community zie.

Maar in het traject ben ik ook naar mijn eigen lesgeven en begeleiden gaan kijken. Niet alleen door met mijn coachleerlingen van vorig jaar aan de slag te gaan, maar ook door terug te kijken naar bijzondere leerlingen uit het verleden. De aanleiding om bij mijn huidige leerlingen aan de slag te gaan, waren twee leerlingen in het bijzonder: één jongen die zo slim was, dat hij zich uit verveling ging misdragen in de les (ik noem hem verder Pascal).

Pascal haalde dat schooljaar alleen maar hoge cijfers: zevens waren de laagste punten op zijn lijst met hooguit tien minuten huiswerk per dag. En dat was opvallend, omdat hij in de onderbouw veel onvoldoendes haalde. Maar de grotere nadruk op inzicht in de bovenbouw van het vwo hielp Pascal juist. En de tijd die hij overhield in de les, gebruikte hij om te kletsen, te gamen of als hij werd aangesproken de leraar uit te dagen. Ik heb ook mijn aanvaring met hem gehad en (voor het eerst in jaren) een leerling verwijderd uit mijn les vanwege het ondermijnen van de grenzen in mijn les.

Met Pascal heb ik daarna meerdere gesprekken gehad. Die gingen niet meer over plannen en organiseren. Niet over de lesdoelen, maar over de vraag wat hij niet meer wilde. Ik stelde hem de vraag waar we mee gingen stoppen: lessen? Begeleiding? Flexlessen? Wat gingen we wegstrepen uit zijn rooster? En die vraag leidde tot verwarring. Deze vraag had hij nog nooit gehad. Hij móést toch naar school? Hij móést toch zijn rooster volgen? Hij móést toch minimaal acht flexuren inplannen per week? Het idee dat dat niet meer móést was totaal verwarrend.

Maar het veranderde de gesprekken van afhoudend en negatief, naar positief. Pascal ging op zoek naar activiteiten die hij kon gaan doen in plaats van sommige lessen: colleges volgen bij universiteiten, extra activiteiten die onze scholengroep aanbiedt. En hij kiest voor een activiteit die goed past bij zijn studiekeuze. Dat laatste is ook veranderd: hij is gaan nadenken over wat hij na school wil en heeft vol enthousiasme plannen gemaakt om in het buitenland te gaan studeren. En ineens zag ik een jongen die ergens voor gaat, iets tot op de bodem uitzoekt, die gemotiveerd is. Nu dit jaar nog afwachten of het blijft.