Boudewijn Büch, Geestesgrond

Beoordeling: 3 sterren

De boeken van Boudewijn Büch gaan vaak over dezelfde thema’s. Dat was bij De kleine blonde dood en Het geheim van Eberwein al zo. Maar ook zijn die boeken elke keer weer heel leesbaar en interessant. En dat geldt ook voor Geestgrond. Het gaat opnieuw om Büch en zijn plek in de wereld, maar doordat het niet te uitgebreid over vader en zoon gaat, kent dit boek ook weer net een andere invalshoek. Leuk, maar ook niet echt origineel.

Boudewijn Büch, Eerstejaars

Beoordeling: 4 sterren

Eerstejaars is een cadeautje van boekhandel Dekker van de Vegt uit Nijmegen ter ere van de heropening in 1985. Het verhaal is bijzonder en ook wel weer typisch Büch. In het korte verhaal schetst Büch een mooie spanningsboog en échte mensen, ondanks het feit dat we het wel duidelijk over types hebben. Het is een mooi cadeau.

Boudewijn Büch, Het geheim van Eberwein

Beoordeling: 4 sterren

Het geheim van Eberwein is een mooie aanvulling op De kleine blonde dood. Het is mooi te zien dat Büch na het succes van dat laatste boek, een boek schreef waarin hij het beeld dat van zijn vader ontstaat heeft willen verzachten. De relatie tussen Boudewijn en zijn vader bestaat niet langer alleen uit geweld en gescheld, maar ook uit een zekere mate van liefde.

Het boek is wel een stuk minder spannend dan zijn voorganger. Er lijkt een minder grote druk achter het verhaal te zitten: De kleine blonde dood móést verteld worden, Het geheim van Eberwein lijkt die noodzaak minder te hebben. Het verhaal kabbelt wat meer.

Het leest wel als een trein, terwijl er behoorlijk wat lijntjes door het boek lopen. Het verhaal schuift soepel heen en weer tussen de verschillende associaties van Boudewijn, soepeler dan in De kleine blonde dood, maar daarmee wordt het boek ook meer een tussendoortje dan een boek dat je bij de keel grijpt. Maar wel een erg goed tussendoortje.

Boudewijn Büch, De kleine blonde dood

De kleine blonde doodBeoordeling: 5 sterren

Sommige klassiekers kun je meerdere keren in je leven lezen. Na eerder Turks Fruit en Gebr. bijvoorbeeld, bespreek ik vandaag De kleine blonde dood. En dat is en blijft een prachtig boek.

Regelmatig bespreek ik dit boek bij mondelingen en zie ik het in boekverslagen voorbij komen. Meestal zijn dat eenvoudiger boeken zoals sommige werken van Tim Krabbé. Maar De kleine blonde dood lijkt eenvoudiger dan hij is. Dat heeft ten eerste met het verhaal zelf te maken. De twee tijden in het boeken gaan een wonderlijke relatie met elkaar aan. Ze lijken enigszins los van elkaar te staan, maar hebben ook een sterke relatie met elkaar.

Ook viel mij bij deze herlezing op dat de vader van Boudewijn veel minder zwart wordt afgeschilderd dan in mijn herinnering het geval is. Ik heb geleerd door de zwarte bladzijdes heen te kijken of het lezen van het vervolg, Het geheim van Eberwein, heeft mijn kijk op Vati veranderd.

Wat ik wel zeker weet is dat ik de film er zeker niet meer door ben gaan waarderen. Dat blijft een slap aftreksel van deze klassieker, dit hoogtepunt uit de laatste 30 jaar Nederlandse literatuur.