Arthur Japin, “De overgave”

De overgave Beoordeling: 5 sterren

Texas 1836 – een groep jonge Comanche-indianen overvalt het fort van de pioniersfamilie Parker. Granny, de moeder van het gezin, moet toezien hoe haar kinderen en kleinkinderen worden ontvoerd. De vrouw overleeft het ondraaglijke op pure wilskracht.
Veertig jaar later krijgt de dan hoogbejaarde Granny, bezoek van Quanah, de aanvoerder van de door haar zo gehate Comanche. Hij is op weg om zich over te geven en zijn verslagen volk voor altijd in het reservaat te leiden. Hiermee wordt, na bijna vierhonderd jaar, de onderwerping van de oorspronkelijke bewoners van Amerika een feit.
De overgave vertelt het aangrijpende en onvoorstelbare leven van een vrouw die in het gevecht om haar kinderen en kleinkinderen uiteindelijk het machtigste wapen moet leren hanteren: vergeving.
De overgave, gebaseerd op historische feiten, is een roman van hoop, wraak en nietsontziende liefde.*

De overgave is een magistrale roman van een fantastisch schrijver. Met het verhaal van Granny Parker schrijft Arthur Japin opnieuw een roman gebaseerd op historische gegevens. En opnieuw een roman over een personage dat buiten de mensheid lijkt te staan. Bij het zien van een dier dat van de kudde is weggeraakt en in zijn eentje over de vlakte loopt wordt dit expliciet symbolisch weergegeven.

Het verhaal van Granny is niet alleen spannend door wat er gebeurd, maar ook door de manier van schrijven van Japin. Zijn zinnen zijn mooi, zonder erg complex te worden en de vele vergelijkingen, beelden en symbolen maken dat de betekenis van het verhaal duidelijk op de lezer wordt overgebracht. De mooiste citaten heb ik in mijn Mooie zinnenboek heb ik er enkele opgenomen (1, 2, 3, 4).  Toch gebeurt dit alles niet zo oppervlakkig of expliciet dat het voor een wat geoefender lezer saai wordt om te lezen. Een aanrader voor iedereen!

*Bron: flaptekst “De overgave”

Mooie zinnenboek – Arthur Japin, “De overgave”

“De mens verkeert in het paradijs zolang hij dat onderscheid maar niet kent. Zolang hij niet kan bepalen wat goed is en wat kwaad blijft hij gelukkig. […] Maar God – wat een fatale slordigheid – verspreekt zich en laat zich ontvallen dat de dingen twee kanten hebben. […] Hij [de mens] wil precies weten wat dat dan voor kanten zijn en zodra hij daarachter is deelt hij alles in: dit is goed, dat is kwaad. Zo duidelijk. Zo veilig. Wat een geruststelling! Nu hij dit zo helder weet, dat is kwaad, dit is goed, hoeft hij niet meer te twijfelen. Hij kiest de kant van het goede, ondubbelzinnig, want hij is een beste mens, zodat hij voortaan zeker weet dat hij het recht aan zijn kant heeft en nooit kwaad doet.”

Uit: Arthur Japin, “De overgave”

Mooie zinnenboek – Arthur Japin, “De overgave”

” ‘Ze kunnen ons beter dompteurs noemen dan herders,’ zei John ooit toen we elkaar net kenden. ‘Het winnen van een ziel is als het temmen van een paard. Je gaat in gevecht met iemands wil, maar pak hem te hard aan en je breekt hem. Het dier zal je voor altijd volgen, heel gedwee, maar voor de strijd heb je er niks meer aan. In een noodgeval kun je er niet meer op vertrouwen, want het heeft verleerd zelf te denken. Dit is de pest met mensen: als ze eenmaal geloven bestaat het gevaar dat ze alles aannemen.’ ”

Uit: Arthur Japin, “De overgave”

Chris van Abcoude, “Pietje Bell gaat vliegen”

Pietje Bell gaat vliegen Beoordeling: 3 sterren

Meester Long neemt zijn klas mee op schoolreisje naar Schiphol. Hij hoopt dat het voor iedereen een leuke dag wordt en dat alles ordelijk zal verlopen. Hij weet alleen ook dat er in zijn klas één heel groot gevaar rondloopt….Pietje Bell! Om te voorkomen dat de jongen in ‘onschuld’ half Schiphol op stelten zet, neemt meester Long een halsband mee. Pietje begrijpt dat hij zich moet koesthouden en tijdens de busrit naar Schiphol gebeurt er dan ook niets. Eenmaal op Schiphol weet Pietje het toch weer zo voor elkaar te krijgen, dat hij ‘verdwaalt’. Meester Long moet hem op de meest bizarre plaatsen weer komen ophalen. Tijdens een tweede bezoek aan Schiphol, mag Pietje even naast de piloot gaan zitten. Het is maar goed dat de piloot de reputatie van Pietje niet kent.*

17 jaar nadat ik het boek Pietje Bell gaat vliegen voor mijn eerste communie kreeg (mei 1992) heb ik het boek gelezen en na het lezen van het boek Pietje Bell dat ik erg leuk vond, viel dit boek me een beetje tegen. De inmiddels bekende Pietje Bellingrediënten zitten erin, zoals het kattekwaad en de goedbedoelde hulp die op een grappige situatie uitloopt. Maar toch is het verhaal niet boeiend genoeg om die grapjes aan elkaar te rijgen. Het zal me benieuwen of Kruimeltje spannender wordt.

*Bron: Bol.com

Jan Siebelink, “Knielen op een bed violen”

Knielen op een bed violen Beoordeling: 5 sterren

‘Ik ben altijd bang geweest om het complete verhaal te vertellen: het geleidelijke maar onstuitbare afglijden van een zachtaardig maar in zijn jeugd verwond man – vluchtend in het zwartste calvinisme – én het verdriet dat hij in zijn naaste omgeving veroorzaakt.
Het is ook het verhaal van een grote liefde. Een man en een vrouw: de een wil overleven in het hiernamaals, de ander in het nu.’*

Knielen op een bed violen is een prachtig boek van een fantastische schrijver. Het verhaal zit mooi in elkaar en Jan Siebelink heeft geen angst om de clichéscènes als ‘hoe krijgen ze elkaar’ over te slaan. De uitzichtloosheid en treurnis sluipen langzaam in het verhaal en waar ik me in het begin nog enigszins kon identificeren met Hans, slaat dat langzaam om en snap je die man totaal niet meer. Alles aan deze roman klopt: het verhaal, je gevoel als lezer, structureel en technisch; prachtig, gewoonweg prachtig! Eigenlijk meer dan vijf sterren waard.

*Bron: brief van de auteur aan zijn uitgever