Mooie zinnenboek – Uit: Tom Lanoye, Maten en gewichten

Het onderstaande citaat uit Tom Lanoyes Maten en gewichten is geschreven in 1993, maar is erg actueel in het Nederlandse politieke landschap. Bovendien vind ik de vergelijking die hij trekt een boeiende.

“Aan de buitenkant tooit het Blok zich met racisme, xenofobie en een autoritair machtsdenken, inlcusief minachting voor de parlementaire democratie. Doch dat zijn, mijns inziens, slechts de accessoires van een veel fundamentelere, romantische constructie die met het wildste der kunstwerken alvast een ongeremde verbeelding gemeen heeft. […] uit deze humus en compost heeft het Zwart Blok zich ind e loop der jaren een geheel eigen Vlaanderen verzonnen. […]
Het Vlaanderen van Claus is een doelbewust subjectief beeld, in het leven geroepen door de meester – dat weet niet alleen Claus zelf, ook al zijn lezers geven zich daarvan bij het lezen rekenschap. Het Vlaams Blok-Vlaanderen daarentegen, bedacht door een collectief van anonieme kunstenaars, is voor de adepten ervan in de plaats gekomen van de werkelijkheid. Hier is echter geen sprake van cultuurloosheid, eerder een aanval van artistieke hysterie. Het is alsof de hardliners van het Blok zitten te kijken naar een toneelstuk waarvan ze uit het oog zijn verloren dat het een toneelstuk is. […] Zo zag hun glorieuze Vlaanderen er dus in het verleden uit! Machtig en monopolistisch, rein en zuiver, rijk en proper.
Als dat beeld niet klopt met de werkelijkheid van nu, bewijst dat volgens hen des te meer de hedendaagse verloedering. Waarna het Blok meteen het morele recht opeist om, met alle mogelijke middelen, te streven naar het herstel van dat vroegere, maar tegelijk nooit bestaand hebbende Vlaanderen. Een steeds doller draaiende carrousel van een op zijn kop gezette moraal en een averechts werkende, maar in essentie uiterst creatieve energie.
Het is na een dodelijke rit in ditzelfde carrousel dat Karadzic en de Serviërs vonden dat het bestaan van Bosnië-Hercegovina, en vooral het samenleven van verschillende culturen, een bedreiging vormde voor hun eigen voortbestaan. Precies daarom, zo zegden ze, zetten ze de aanval in: om zich te beschermen. Agressie die zich voordoet als defensie. Het is niets nieuws, natuurlijk. ‘Uit zelfverdediging’, zo luidde niet toevallig de titel van het laatste hoofdstuk van Mein Kampf. En zo luidde, evenmin toevallig, de slogan waarmee het Blok op 24 november ’91, Zwarte Zondag, de parlementaire verkiezingen won in Vlaanderen en België.”

Bron: Tom Lanoye, “Janus in Sarajevo” uit Maten en gewichten

G.A. Bredero, Groot lied-boeck

Beoordeling: 3 sterren

Het Groot lied-boeck van G.A. Bredero laat zien dat Bredero een getalenteerd schrijver en dichter was. Wat betreft vorm past hij prima in de tijd, maar leest hij ook nu nog zeer prettig. Wat betreft de inhoud en de manier van benaderen is het Groot lied-boeck verouderd. Het boertighe is niet altijd meer ons soort humor, het aendachtighe is voor de seculiere medemens vaak wat ver van mijn bed, slechts het amoreuse spreekt in de meeste gevallen nog aan. Gedichten van een kundig schrijver voor de liefhebber.

P.C. Hooft, Emblemata amatoria

Beoordeling: 1 ster

Met de emblemata (afbeeldingen met een zin erboven en gedichtje eronder, vergelijkbaar met Fokke&Sukke) van P.C. Hooft kan ik helemaal niets. Niet omdat het 17e-eeuwse Nederlands onbegrijpelijk is, maar ik kan er gewoon niets mee. Snel weer door naar wat leuks.

Thea Beckman, Stad in de storm

Stad in de storm Beoordeling: 4 sterren

1672. Utrecht is bezet door de Fransen en de stadsbewoners beleven spannende tijden. Hans werkt in de drukkerij van zijn vader. Om het moreel van de bevolking hoog te houden drukken ze ’s nachts in het geheim pamfletten met nieuws dat de belegerde stad in is gesmokkeld. De Hollandse waterlinie wordt voortduren bestookt, de Engelsen worden voor Kijkduin door Michiel de Ruyter verslagen en ondertussen worden de gebroeders De Witt door het gepeupel vermoord, tot afgrijzen van vriend en vijand. Als de Fransen eindelijk wegtrekken, krijgt Utrecht een klap die misschien nog wel zwaarder is dan alle vorige.*

Hoewel Stad in de storm meer een romantisch geschiedenisboek dan een historische roman is, was het wel een van de beter boeken van Thea Beckman die ik heb gelezen. Je leeft mee met het hoofdpersonage, krijgt een boel boeiend informatie over Utrecht aan het einde van de 17e eeuw en wat betreft stijl is dit boek beter dan wat ik tot nog toe van Thea Beckman heb herlezen. Een welverdiende vier sterren.

*Bron: flaptekst Stad in de storm

PPC D66, Vertrouw op de eigen kracht van mensen

Beoordeling: 4 sterren

De permanente programmacommissie van D66 heeft in het afgelopen jaar gewerkt aan het essay Vertrouw op de eigen kracht van mensen, sociaal-liberale grensverkenningen. Dit 52 pagina’s tellende boekje verwoordt het basale mens- en maatschappijbeeld van de sociaal-liberaal en alle grenzen, vragen en kanttekeningen die daar bij te maken zijn.

Het boekje is een interessante zoektocht naar een gezamenlijke grond. En zoals in de epiloog gezegd moet dit boek niet leiden tot eindeloos gebakkelei binnen de gelederen over die punt of komma in de tekst die anders had gemoeten. Het moet een basis zijn voor het politiek handelen, een visie achter het oplossen van concrete maatschappelijke problemen. In dit doel is het boekje in elk geval goed geslaagd.
Wel heb ik twee kanttekeningen: ten eerste is het boekje erg wetenschappelijk/elitair van taalgebruik. De gemiddelde Nederlander kan niets met deze tekst en dat lijkt mij een gemiste kans. Daarnaast vind ik de balans in het boekje tussen wat ouders aan opvoeding moeten doen en wat er van het onderwijs wordt verwacht te ver doorslaan naar het onderwijs. Van de mogelijkheden van het onderwijs moeten geen wonderen worden verwacht.

Kortom: een mooi uitgangspunt voor discussie binnen en buiten D66 over de mens en maatschappij, een goed handvat voor praktisch politiek handelen in elitair geschreven Nederlands.

Mooie zinnenboek – Carlos Ruiz Zafón, De schaduw van de wind

Mooie zin met een knipoog naar mijn leerlingen:

“De barbarij, bedoel ik. Ze verdwijnt en je denkt veilig te zijn, maar ze keert altijd weer terug, altijd weer terug… en verstikt ons. Ik zie het elke dag op school. God sta me bij. Het zijn apen die daar de aula’s bevolken. Darwin was een dromer, gelooft u mij. Niks evolutie. Voor elk exemplaar dat wél kan redeneren, moet ik het hoofd bieden aan negen orang-oetans.”

Uit: Carlos Ruiz Zafón, “De schaduw van de wind”

Rutger Kopland, Het orgeltje van yesterday

Het orgeltje van yesterday Beoordeling: 4 sterren

Deze bundel van Rutger Kopland biedt een gevarieerd aanbod aan thema’s. Sommige zijn licht, zoals Verhaaltje voor jullie, anderen zijn zwaarder, zoals de drie gedichten onder de titel Bij de dood van mijn vader. Maar toch weet Kopland ook zware onderwerpen altijd een lichte toon mee te geven en laat hij je na het lezen van zijn gedichten achter met een prettig gevoel. Een van de betere Nederlandse dichters van de twintigste eeuw.

Tom Lanoye, Spek en bonen

Spek en bonen Beoordeling: 5 sterren

In deze bundel zijn diverse eerder gepubliceerde verhalen van Tom Lanoye samengebracht. De verhalen hebben diverse onderwerpen en zijn gevarieerd van toon. Van het absurdistische Café Zeezicht tot het dramatiche Marlon tu n’es pas un ange.

Hoewel de diverse verhalen en stijlen soms een wat abrupte omslag van de lezer vragen in de manier waarop hij het verhaal benadert, zijn alle verhalen in deze bundel pareltjes van de Nederlandstalige literatuur. De stijl van Tom Lanoye is ijzersterk, hij beheerst alle technieken die schrijvers tot hun beschikking hebben: het spelen met perspectief, chronologie en herhalingen, spanning en opbouw; Lanoye is een meester in de techniek, zonder daarbij de inhoud en de grote lijn te verliezen. Wat deze bundel bovendien literair-historisch interessant maakt is dat onderwerpen als hiv/aids in de bundel meerdere keren voorkomen en deze uitstekend passen in de tijd waarin Lanoye deze verhalen schreef. Een welverdiende vijfsterrenbeoordeling!

Thea Beckman, De gouden dolk

De gouden dolk Beoordeling: 4 sterren

Een oude vrouw voorspelt Jiri, een eenvoudige smidszoon, dat hij eens de eigenaar zal zijn van de beroemde Gouden Dolk.
Al heel jong had Jiri van zijn grootvader verhalen over die dolk gehoord, die in het bezit is van de heerser van Aleppo, de geweldenaar Nour-ed-Din. En hoe zal hij die dolk dan ooit kunnen bemachtigen? Moet hij daarvoor meegaan met de kruistocht tegen de Saracenen, juist tegen Nour-ed-Din, die de christelijke vorstendommen in Palestina bedreigt?*

Dit boek deed me toch wel heel erg denken aan Kruistocht in spijkerbroek met een vleugje Vrijgevochten. Het verhaal is spannend, de reis die wordt beschreven is boeiend, maar toch is ook hier weer een wat moraliserend toontje aanwezig als het om standsverschillen en religies gaat. Al met al een van de betere boeken van Beckman.

*Bron: Bol.com