Mooie zinnenboek – Uit: P.F. Thomese, Schaduwkind

Het boek Schaduwkind  van P.F. Thomese staat vol prachtige zinnen. Te veel om te citeren, dus daarom onderstaande topselectie.

“Ontbrekend woord
Een vrouw die haar man begraaft, wordt weduwe genoemd, een man die zonder zijn vrouw achterblijft, weduwnaar. Een kind zonder ouders is wees. Maar hoe heten vader en moeder van een gestorven kind?”

 

“Als het zo is dat soms de verkeerden sterven, dan volgt daaruit dat er anderen dood hadden moeten zijn”

 

“We wisten niet of we moesten lachen of huilen, dus deden we het voor de zekerheid maar allebei.”

Mooie zinnenboek – Frederik van Eeden over het pantheïsme

Pauls ontwaken van Frederik van Eeden kent meerdere mooie fragmenten. Ik plaats hieronder een citaat over de alzielgedachte die ik tijdens mijn studie via Van Eeden leerde kennen. Ik ben sinds mijn vertrek uit de katholieke kerk een humanist met pantheïstische sympathieën en Van Eeden bespreekt dit erg mooi.

“Ik kan niet gelooven in een God, dat is mij te oppervlakkig. We zijn een deel van een groot Wezen dat we samen vormen en dat we in ons hebben. De een heeft meer kracht dan de ander. We zijn allemaal anders en toch allemaal hetzelfde. De een is begaafd, de ander onbegaafd en toch zijn we allen menschen. Er zijn misdadigers, moordenaars, Christenen, joden, heidenen, Mohammedanen, Chineezen, japanners, Maleiers, Katholieken, en Protestanten, enz. enz. Zouden daarvan maar enkelen zijn die het wisten? We hebben een Bijbel, een prachtig boek, maar de Chineezen hebben ook een Godsdienst, en ze hebben toch ook gelijk volgens hen. Allen zijn we immers anders, geen een denkt hetzelfde. Allen wenschen we te weten en we weten niets. Er is maar één ding dat waar is en dat is een plicht . . . . We moeten als het ware een instinct volgen, dat ons den goeden weg wijst . . . . Als je dat doet dan doe je goed en of je er een naam aan geeft of niet, Roomsch of Protestant, wat doet het er toe als het maar waarheid is.”

Uit: Frederik van Eeden, Pauls ontwaken, blz. 38-39

Ook 76 bovenaan

Mooie zinnenboek – Menno Wigman, Misverstand

Dit wordt een droef gedicht. Ik weet niet goed
waarom ik dit geheim ophoest, maar sinds een maand
of drie geloof ik meer en meer dat poëzie
geen vorm van naastenliefde is. Eerder een ziekte
die je met een handvol hopeloze idioten deelt,

een uitgekookte klacht die anderen vooral verveelt
en ’s nachts – een heelkunst is het niet.
De kamer blijft een kamer, het bed een bed.
Mijn leven is door poëzie verpest en ook
al wist ik vroeger beter, ik verbeeld me niets

wanneer ik met dit hoopje drukwerk vierenzestig
lezers kwel of, erger nog, twee bomen vel.

Uit: Menno Wigman, Zwart als kaviaar.

Mooie zinnenboek – Uit: Joost Zwagerman, Roeshoofd hemelt

De in retrospectief wrange woorden van Joost Zwagerman in Roeshoofd Hemelt (p. 16)

wie lijkt verstikking een prettig gevoel
wie knoopt zelfs zijn schoenveter tot een strop
wie kiest er voor de elektrische stoel
wie loopt de zee in en duikt nooit meer op

wie hunkert naar de aanstormende trein
wie danst op het dak van de torenflat
wie druppelt arsenicum in zijn wijn
wie heeft de gaskraan al opengezet

ik bid voor het volmaakte zelfverlies
het herhaald gebed blijft onverhoord
ik weet niet welke manier ik verkies

uit zoveel verlokkingen van zelfmoord
ik denk dat ik mij voorlopig invries
en wacht tot god zich verhangt aan zijn woord

Godfried Bomans, Aforismen

Beoordeling: 4 sterren

Bomans toont zich met deze bundel Aforismen de taalkunstenaar zoals we hem kennen. Enkele mooie citaten:

“Veel mensen danken hun goede geweten aan hun slechte geheugen.”

“Gering over zichzelf spreken is de armzaligste vorm van hoogmoed.”

“De kunst van te leven is thuis te zijn alsof men op reis is.”

“De geschiedenis is het heden, gezien door de toekomst.”

“Geluk wordt pas zichtbaar als het voorbij is.”oie

 

Mooie zinnenboek: Henk van der Wal, “Wat is het resultaat…”

Wat is het resultaat van
het onderzoek van de houtworm
naar de doodsoorzaak van de boom?
De versplintering. En wat zijn commentaar?
De verpulvering – want als de boom zichzelf
te veel wordt en sterft, rest hem nog
slechts de verwijdering,

maar als het lankmoedige
zich van óns afwendt en zijn mond houdt
en onze eenzaamheid doet verschrompelen tot
een optelsom van feiten, dan knaagt aan ons
nog de hoop op een laatste toewending