Jan Terlouw, “Zoektocht in Katoren”

 Beoordeling: 5 sterren

Katoren veertig jaar later: Koning Stach is oud. Koss is jong. Met zijn zestien jaar zorgt Koss voor zichzelf – en voor zijn geiten. Op een dag ontmoet hij de oude dame Adelheid, die stervende is en hem vertelt over de verdwijning van haar zoontje, in een ver verleden. Na haar overlijden besluit Koss haar zoon te gaan zoeken. Tijdens zijn reis gaat er een compleet nieuwe wereld voor hem open: een wereld van geld, regels en hypocrisie. Een wereld waar Koss weinig van begrijpt. Net als de jonge Stach gaat ook Koss de strijd aan. Uiteindelijk wordt hij zelfs bijgestaan door de oude koning en zijn vrouw.*

Met Zoektocht in Katoren heeft Jan Terlouw een waardige opvolger voor zijn eerste Katorenboek geschreven. Hoewel ik het gevoel heb dat de maatschappijkritiek er in dit boek iets dikker bovenop ligt, dan in het eerste boek, blijft de manier waarop Terlouw die verwerkt prachtig. Daarnaast is ook de inhoud van het verhaal zeer boeiend: een detective-achtige zoektocht naar Robert, die lijkt op het verhaal van Stach, maar toch ook weer niet.
Opvallend blijven de kleine verwijzingen naar andere verhalen en de werkelijkheid in Terlouws werk: in het eerste deel doet de opbouw van de zeven werken denken aan de werken van Herkles; in dit boek wordt o.a. verwezen naar het verhaal van Spartacus en het feit dat Jan Terlouw in 2006 een boek schrijft waarin het koninkrijk “40 jaar later” wordt beschreven is voor een D66’er ook niet toevallig. Een erg leuk boek waar voor iedere lezer, jong of oud wat in zit!

*Bron: Bol.com

Jan Terlouw, “Koning van Katoren”

Beoordeling: 5 sterren

De vrolijke oude koning van het goede land Katoren is overleden zonder een opvolger te hebben. Zes zure ministers regeren het land en beweren al zeventien jaar dat ze een nieuwe koning zoeken, maar er gebeurt niets. Dan komt de 17-jarige Stach de ministers vragen wat je moet doen om koning te worden. De ministers geven Stach zeven bijna onuitvoerbare opdrachten, waarop al velen voor hem hun krachten beproefd hebben. Maar Stach is niet bang. Hij is slim en weet met gezond verstand alle opdrachten uit te voeren, waardoor hij Katoren weer tot een leefbaar land maakt.*

De koning van Katoren heb ik meer dan tien jaar geleden voor het laatst gelezen. Ik herinner het me als een leuk boek en tien jaar later is dat nog steeds het geval. Het verhaal van Stach, waarvan de afloop voorspelbaar is, is toch erg spannend. Je weet dat hij de zeven opdrachten op zal lossen, maar hoe? Wat het boek bovendien extra leuk maakt is de kennis die je nu hebt over de maatschappij in de jaren ’70 en de politieke visie van Jan Terlouw. Zeker de ministeries die koning Stach aan het einde van het boek in het leven roept zijn typisch D66. Toch is het maatschappelijk engagement niet storend aanwezig, zoals dat wel het geval is bij bijvoorbeeld Total loss, weetjewel van Miep Diekman uit hetzelfde decennium.

*Bron: Bol.com

Jacques Vriens, “Ik doe niet meer mee en andere verhalen”

Beoordeling: 3 sterren

Deze verhalenbundel van Jacques Vriens bevat negen eerder gepubliceerde verhalen, waarin een persoonlijk of ‘maatschappelijk’ probleem dat jongeren betreft aan de orde komt. De verhalen zijn Ik doe niet meer mee, Een oud schrift, Wanneer doe je eens wat terug jandoedel?, Het podium, Krielkip en Giraf, Spijbelen, Hoogtevrees, De god van opa en Leukemie.

De verhalen van Jacques Vriens zijn herkenbaar en grappig, maar ze missen naar mijn gevoel een zekere ‘beleving’. Je ziet wat er gebeurt, maar bent er niet echt bij. Dit kan enerzijds komen door de stijl van Vriens, anderzijds doordat ik door mijn leeservaring niet verrast wordt door wat er gebeurt.

Voor jongeren (ik lees het eerste verhaal aan mijn beide brugklassen voor op dit moment) spreken de verhalen zeer aan, maar voor een wat gerijptere lezer zijn de verhalen helaas minder boeiend.

Annie M.G. Schmidt, “Minoes”

Beoordeling: 4 sterren

Juffrouw Minoes was vroeger een poes. Ze spint, krabt, geeft kopjes en houdt nog steeds van vogeltjes. Als ze op straat een grote hond ziet wil ze nog wel eens snel in een boom klimmen. En ook al ziet ze eruit als een gewoon meisje, toch zingt ze af en toe nog de Mauw-mauwsong en spreekt ze nog prima ‘kats’. Dat laatste komt haar baas Tibbe, die in de krant schrijft, goed van pas. Iedere nacht komen de katten uit de stad samen en bespreken alle nieuwtjes. Zo komt Tibbe via Minoes heel wat verborgen en geheime zaken te weten. Dat geeft weliswaar grote moeilijkheden, maar dankzij Minoes en haar vele kattenvrienden loopt alles goed af.*

Jeugdsentiment maar ondertussen ook voor volwassenen een leuk boek. Voor iedereen die van katten houdt (maar ook voor iedereen die niet van katten houdt) een aanrader!

*Bron: www.annie-mg.com