Mooie zinnenboek – John Irving, “The world according to Garp”

Ze vond het maar vreemd dat ze [haar familie] haar als kind met zoveel aandacht hadden overladen en dat ze daarna, op een vaststaand en vooraf bepaald tijdstip, de stroom van genegenheid had dichtgedraaid en was overgeschakeld op verwachtingen – alsof je verondersteld werd gedurende korte tijd almaar liefde op te zuigen (en wel in voldoende mate) om daarna, tijdens een veel langere en zwaarwegende periode, aan allerlei verplichtingen te gaan voldoen.

Chris van Abcoude, “Pietje Bell”

Beoordeling: 5 sterren

Pietje Bell… de naam alleen al roept het beeld op van een belhamel, een jongen die de ene ondeugende streek na de andere uithaalt. Sinds het verschijnen van de eerste uitgave hebben onnoemelijk veel kinderen, en voor hen hun ouders, genoten van de verhalen over deze jongen, die altijd kattenkwaad moest uithalen.*

Pietje Bell is een ontroerend boek waarin Chris van Abcoude de belevenissen van Pietje op zo’n manier beschrijft dat je als lezer grote sympathie voor hem krijgt. Hoewel Pietje allerhande zaken uithaalt en daarbij altijd de schuld buiten zichzelf legt, ga je als lezer snel in zijn redenering mee. Door de relatie die Piet heeft met zijn leraar in de tweede klas en zijn tragische overlijden groeit die sympathie alleen nog maar.
Daarnaast is Pietje Bell ook literairhistorisch leuk om te lezen. Het taalgebruik van Van Abcoude en de traditie van boeken met een ondeugend kind dat toch de sympathie van medepersonages en lezer verwerft (Dick Trom, Jip en Janneke, Stijfkopje) maken dit boek een aanrader.

*Bron: Bol.com

Constantijn Huygens, “100 puntdichten”

Beoordeling: 2 sterren

De puntdichten van Huygens zijn erg leuk, maar de bundel valt nogal tegen. Er zit geen lijn in de selectie van de gedichten en de inleiding heeft weinig toegevoegde waarde. Wat nog het meest opvalt in de inleiding is de volgende zinsnede: “In elk normaal beschaafd land zouden dergelijke gedichtjes door iedereen gekend en geciteerd worden. De modale Nederlander kijkt liever tv en laat het erfgoed verkommeren”. En daarmee is de toon gezet. De dichtkunst van Huygens maakt zeer veel goed, maar deze twee sterren zijn vooral een signaal aan de samensteller Gerard van der Leeuw.

Mooie zinnenboek – Constantijn Huygens, “Wetten onnut”

Wetten onnut

De boose blyven boos, geen’ Keuren en geen’ Wetten
en konnen haer versetten:

De vrome en hoeven geen: indien mer dan op lett,
Waer toe dient Keur of Wett?

(8 februari 1669)

Nutteloze wetten
De slechten blijven slecht, geen bepaling of wet
konden hen vergoeden
De vromen hebben ze niet nodig: wanneer je er dan op let,
waartoe dienen bepalingen of wetten?

Balthazar Huydecoper, “Achilles”

Beoordeling: 4 sterren

Het treurspel Achilles beschrijft de periode in de oorlog tussen Troje en Griekenland wanneer Achilles heeft besloten niet langer deel te nemen aan de strijd, zijn vriend Patroclus bezwijkt op het slagveld en tot het moment waarop Achilles Hector heeft verslagen.

Dit in 1719 geschreven treurspel voldoet naadloos aan de traditie van het Frans-classicisme. Het beoordelen van dit stuk moet dan ook gebeuren met het oog daarop, want vooral de eenheid van tijd en plaats maken het stuk voor ons, de Joop-van-den-Ende-generatie, erg saai. Binnen de grenzen van het Frans-classicisme heeft Huydecoper een prachtig stuk geschreven dat zowel poëtisch als wat betreft taalgebruik als wat betreft de manier waarop hij de bron dramatisch heeft verwerkt goed in elkaar zit. De leesbaarheid naa bijna 300 jaar zorgt voor vier sterren in plaats van vijf.