C. Nooteboom, “Het volgende verhaal” (Boekenweekgeschenk 1991)

 Beoordeling: 4 sterren

Het verhaal begint in Portugal als Herman Mussert ergens wakker wordt waar hij niet naar bed is gegaan. Hij denkt dat hij dood is, maar hij heeft altijd geleerd dat de dood niets is. Hij komt tot de conclusie dat hij het echt is die in die kamer wakker werd, en dat diezelfde kamer de kamer was waar hij vroeger met Maria Zeinstra is geweest. Vervolgens denkt hij na over wat er zich tussen hem en Maria Zeinstra heeft afgespeeld.
In het tweede hoofdstuk zit hij opeens in een klein bootje dat hem naar een ander schip zou brengen samen met een jongen, twee mannen van zijn leeftijd en een vrouw. Als ze op het schip zitten vertellen ze allemaal dingen over de zin van het leven. Waarom sommige dingen nu zo zijn, en dat ze nooit hetzelfde blijven. Ook de historie tussen Maria, zijn college Arend en hemzelf komt hier aan de orde en de wijze waarop Maria voor Arend koos.

Nooteboom is een goede schrijver en dat laat hij ook in deze novelle zien. Ik moest even wennen aan zijn stijl en het begin van het boek is omgeven van mist, maar het is een goed verhaal met een mooi einde. Wat ik me echter wel blijf afvragen is waarom het boek twee delen kent, dit was wat mij betreft onnodig.

Rutger Kopland, “Herinneringen aan het onbekende: Een keuze uit eigen werk”

Beoordeling: 4 sterren

In de gedichten van Kopland spreekt mij een bepaald gevoel en zijn gebruik van de taal zeer aan. Ze raken me direct, maar zijn ook na wat langer nadenken prachtig. Kopland is een meester, hoewel niet alle gedichten in deze bloemlezing mij even zeer aanspreken. Het onderstaande vond ik (denk ik) de mooiste:

GA NU maar liggen liefst in de tuin
de lege plekken in het hoge gras, ik heb
altijd gewild dat ik dat was, een lege
plek voor iemand, om te blijven.

Youp van ’t Hek, “Is Youp leuk?”

 Beoordeling: 4 sterren

Youp blijft leuk hoor, geen twijfel over mogelijk. Ook bij de Dag van de Literatuur was hij briljant leuk en na een wat minder leuk vorig programma (Prachtige Paprika’s) is het nieuwe programma (Schreeuwstorm) weer leuk als vanouds.

Toch is zijn column in boekvorm minder leuk dan zijn overige werk. Een column is zo af en toe (zeg: eens per week) leuk, maar meerdere achter elkaar en helemaal wanneer je zijn boek van kaft tot kaft zou lezen is het too much. Het is leuk de periode 2001-2005 te kunnen overzien met het humoristische commentaar erbij van Youp, maar hoewel zijn stijl prima blijft, laat zo’n boek zien dat Youp een vakman is, of negatiever geformuleerd een leuk trucje weet uit te halen met het nieuws van een week en dat omvormt tot een kolommetje in het NRC. Het is een aardig boek van een goede cabaretier, maar een column per week is leuker!

P.F.T.L. van Hoogstraaten, “Gedichten”

Beoordeling:  4 sterren

Een zeer vermakelijke domineedichter, terwijl zijn moralistische gedichtjes in de ogen van velen toch geen hoogstaande literatuur zijn. Bij lezing van deze Huissense (nabij Arnhem) negentiende-eeuwse dichter heb ik voor mijzelf eens nagedacht over mijn waardering voor dergelijke dichters. Ik denk dat er vier belangrijke redenen zijn voor mijn waardering:

1. Hun engagement
De dichters zijn zeer betrokken bij de samenleving en proberen via de literatuur deze te beïnvloeden en uit te dragen waar zij voor staan. Dergelijke betrokkenheid, die ik bij de Tachtigers, het Modernisme en de Vijftigers mis, is voor mij blijkbaar belangrijk.

2. Hun vriendelijkheid
De dichters blijven, ondanks discussies in het literaire veld, vriendelijk jegens hun vijanden. Dit getuigt van een zekere beschaafdheid die mij blijkbaar aanspreekt.

3. Hun gedistantieerdheid
De dichters zijn nooit hevig geëmotieerd en schrijven niet direct vanuit hun onderbuik. Ze zijn zeer redelijk in hun afwegingen en boodschap, waardoor hun mening zeer doordacht en verstandig overkomt.

4. Hun gedrevenheid
Deze dichters geloven in wat ze schrijven en schrijven over waar ze in geloven. Ze zijn gedreven om het weinig beschaafde volk te verheffen met kennis op het gebied van de natuurwetenschappen, literatuur en religie en geven hun wijze levenslessen mee. Daarmee trachten zij de maatschappij verbeteren en zij stellen hun hele leven in dienst van deze opdracht aan henzelf, waarmee ik weer terug ben bij mijn eerste reden.

Kortom: laat je niet misleiden door de bril van de l’art pour l’art-kunstenaars, maar waardeer de dominee-dichters om wie zij zijn!

J.M.A. Biesheuvel, “Een overtollig mens” (boekenweekgeschenk 1988)

Beoordeling:  4 sterren

Dit is mijn eerste kennismaking met Biesheuvel (volledigheidshalve moet ik wel zeggen dat ik in het mastercollege negentiende-eeuwse letterkunde van Rob van der Schoor, waarin het onderwerp Melancholie aan bod kwam Biesheuvel als een van de twintigste-eeuwse voorbeelden van melancholie de revue heeft gepasseerd, maar ik heb destijds alleen uit de tweede hand iets over zijn werk kunnen vernemen) en ik moet zeggen dat deze kennismaking een zeer aangename is geweest. Het boekenweekgeschenkje is erg leuk en humoristisch geschreven. Biesheuvel verstaat de kunst om een stukje uit een mensenleven te nemen en dit zonder bijzonder begin of einde met lichte ironie te beschrijven en zijn personages een kleine tic mee te geven. Een aanrader en ik ga zeker meer van hem lezen.

Betje Wolff, “Het menuet en de dominees pruik”

Beoordeling: 4 sterren

De dochter van Eerlyk, een lid van de kerkenraad, trouwt met een rijke man en op het huwelijksfeest danst hij, na aandringen, met zijn dochter Sylvia een menuet. De andere ouderlingen uit die kerk waren tegen deze vorm van dansen. Ze vergaderen wat ze met de situatie moeten en besluiten dat Eerlyk, aan de hand van een passage uit het kerkelijk wetboek, waarin dansen wordt verboden, gestraft moet worden. Dit willen ze officieel doen in de kerkenraad, waarvan zij en Eerlyk de enige leden zijn. Daar wordt, in de afwezigheid van Eerlyk die het nog druk heeft met de afwikkeling van de bruiloft, besloten hem voor altijd uit de kerk te verbannen. Zij zullen dit nieuws met z’n vieren aan Eerlyk gaan meedelen. Intussen heeft de stiefzoon van Eerlyk iets in datzelfde wetboek gevonden dat zijn stiefvader kan helpen. In een wet staat dat je geen pruik mag dragen en dat terwijl alle kerkbestuurders een pruik dragen. Eerlyk vertelt ze dit en beschaamd druipen ze af. Hij mag weer in het kerkbestuur want als ze Eerlyk in de ban doen, kan hij het hun ook flink lastig maken. Zo zijn de ouderlingen in de kuil gevallen die zij eigenlijk voor Eerlyk groeven.

Een leuke spottende tekst die laat zien hoe literatuur in de (ruime) achttiende eeuw gebruikt werd in een geëngageerde strijd over politiek, maatschappij en religie. Bovendien is aan deze korte tekst goed te zien dat Wolff een begenadigd schrijfster was.

[Anoniem], “Naaman, Prince van Syrien”

Beoordeling: 4 sterren

Een rederijkersspel waarin de historie van Naaman, prins van Syrië, lijdend aan melaatsheid (lepra), door de profeet Elisa wordt genezen.

Talig is het een rijk verhaal, de wijze waarop het verhaal zich ontpopt is mooi en er zit een zeer gedegen inleiding bij het verhaal. Het is moralistisch met een religieuze inslag, maar binnen het tijdsgewricht (16e eeuw) is het een prima en aan te raden spel om te lezen of zelfs spelen!

“De kikker die zichzelf opblies en andere Middelnederlandse fabels”

Beoordeling: 4 sterren

Leuk en vermakelijk inkijkje in de Middelnederlandse fabels en volksverhalen. De verhalen zijn over het algemeen geschreven rond een niet mis te verstane boodschap, maar deze is vaak op een zeer amusante wijze vorm gegeven.

Willam, “Madoc” (redactie: H.W.J. Vekeman)

Beoordeling: 4 sterren

Leuk en interessant boek waarin H.W.J. Vekeman een prozavertaling geeft van het door hem ’teruggevonden’ manuscript van de Madock van Willem (auteur van Van den Vos Reynaerde). Het is een raamvertelling waarin diverse reizigers op een schip hun verhaal vertellen. Ondertussen voert het schip naar allerlei wonderlijke oorden.
Hoewel ik het artikel niet meer terug kan vinden, bleek al snel dat het hele verhaal door Vekeman verzonnen is. Ondanks dat is het verhaal zeer vermakelijk en doet het zeer middeleeuws aan. Prachtig hoe je met wat vindingrijkheid en fantasie de hele neerlandistiek op z’n kop kan zetten.

Alice Walker, “The color purple”

 Beoordeling:  4 sterren

Het veel bejubelde The color purple gaat over twee negerzusjes, Celie en Nettie. Celie wordt tot haar 14e seksueel misbruikt door haar stiefvader, waarvan ze twee kinderen krijgt, die na de geboorte zijn afgestaan. Als hun moeder is gestorven wordt Celie uitgehuwelijkt aan een weduwnaar waar ze opnieuw jarenlang slecht wordt behandeld.
Als de blueszangeres Shug in haar leven komt, krijgt Celie de moed om te leven.
Nettie was in huis genomen door een dominee en zijn vrouw en twee kinderen (Celies kinderen). Ze gaat dan met de familie mee naar Afrika en schrijft brieven aan Celie. Ze vertelde over het leven in Afrika en de positie van vrouwen daar.
Uiteindelijk lukt het Shug om Celie te laten vluchten en Nettie trouwt met de dominee (nadat diens vrouw is gestorven).

The color purple is een zeer interessant boek. Niet alleen krijg je inzicht in de problematiek van de zwarte Amerikaanse bevolking aan het begin van de twintigste eeuw, het boek is ook zeer leesbaar. Hoewel de Nederlandse vertaling (Rainbow pocket) die ik heb gelezen voldoet, had ik toch liever de Engelse editie gelezen.  Het begin vond ik wat traag en ook het einde vond ik niet briljant; vooral het middenstuk sprak me erg aan (de brieven van Nettie en Celie).
Dit boek is een must-read voor iedereen die compassie heeft met onderdrukten, of nee: die compassie heeft met mensen.