Imke Smeets, “Citonia”

Beoordeling:4 sterren

De Cito-toets is begonnen en Citonia, de maakster van de Cito-toets, wil dit jaar dat niemand de toets foutloos maakt. De klas van meester Mathieu wordt bij opgave vijftien naar de wereld van Citonia gebracht en moet daar vele opdrachten uitvoeren om uiteindelijk in een grote veldslag ten strijde te trekken tegen Citonia.

De schrijfster, Imke Smeets, schreef dit verhaal toen ze 12 was, maar wat betreft schrijfstijl is ze al vele jaren verder. De wereld die wordt beschreven, doet veel denken aan de wereld van The lord of the rings of Narnia, maar de spanningsboog in het verhaal kan nog wat langer. Het talent van Smeets wekt echter goede verwachtingen voor de toekomst!

Khaled Hosseini, “De vliegeraar”

4 sterren

Amir en Hassan zijn gevoed door dezelfde min en groeien samen op in de hoofdstad van Afghanistan. Als blijk van hun verbondenheid kerft Amir hun namen in een granaatappelboom: ‘Amir en Hassan, de sultans van Kabul’. Maar sultans zijn ze alleen in hun fantasie, want Amir hoort tot de bevoorrechte bevolkingsgroep en Hassan en zijn vader zijn arme Hazaren, in dienst van Amirs vader.
Bij de jaarlijkse vliegerwedstrijd in Kabul is Amir de vliegeraar, degene die het touw van de vlieger in handen heeft. Hassan is zijn hulpje, de vliegervanger. ‘Voor jou doe ik alles!’ roept Hassan hem toe voordat hij wegrent om de vallende vlieger uit de lucht op te vangen. Die grenzeloze loyaliteit is niet wederzijds. Wanneer er iets vreselijks gebeurt met Hassan verraadt hij zijn trouwe metgezel.
Na de Russische inval vluchten Amir en zijn vader naar de Verenigde Staten. Amir bouwt er een nieuw bestaan op, maar hij slaagt er niet in Hassan te vergeten. De ontdekking van een schokkend familiegeheim voert hem uiteindelijk terug naar Afghanistan, dat inmiddels door de Taliban is bezet. Daar wordt Amir geconfronteerd met spoken uit zijn verleden. Zijn voornemen om zijn oude schuld jegens Hassan in te lossen sleept hem tegen wil en dank mee in een huiveringwekkend avontuur.*

Nadat ik enkele maanden geleden de film The kite runner heb gezien, heb ik nu het boek gelezen dat de basis vormde voor deze film. Eerlijk gezegd viel het boek me een beetje tegen en de oorzaak daarvan ligt bij de zeer nauwgezette verfilming die Marc Forster heeft gemaakt van dit zeer filmisch geschreven boek. De eerste helft van het boek is letterlijk in de film gekomen; de gedachtes van Amir in de tweede helft van het boek (gedachtes over zijn huwelijk, gedachtes over zijn relatie met Shorab) voegen voor het eerst wat toe. Toch blijven de stukken die de film niet haalden te tellen op één hand.
Ondanks alles is De vliegeraar een goed geschreven boek met een mooi verhaal. Alles in het boek wordt wel erg uitgelegd en er blijft weinig aan symboliek of diepere lagen te ontdekken voor de lezer, maar het verhaal sleept de lezer wel mee. Een boek dat zijn vier sterren vooral verdient wanneer je nog niet naar de bioscoop bent geweest en het is dan ook jammer dat ik de film eerder heb gezien.

*Bron:Bol.com

Willem Frederik Hermans, “Onder professoren”

 Beoordeling: 4 sterren

Rufus Dingelam is hoogleraar in de technische scheikunde die de Nobelprijs krijgt. Boer Lagerwij die naast het boerderijtje van Rufus en Gré Dingelam woont, geeft hem een haan als cadeau, die Rufus en Gré als huisdier gaan houden. Op de universiteit is men boven alles jaloers en gunt men Dingelam eigenlijk de prijs niet.  De studenten (jaren ’70, democratie en opstand op de universiteit) proberen de aandacht die er nu is voor de universiteit te gebruiken voor het gerealiseerd krijgen van hun eisen. Het instituut waar Dingelam werkt wordt de volgende dag bezet en de dag daarna, wanneer Dingelam gehuldigd wordt door de universiteit, wordt ook die ceremonie verstoord door de studenten. Tot slot van deze dagen loop de haan weg en Roef en Gré besluiten op vakantie te gaan naar Frankrijk om tot rust te komen. Daar beseft Roef drie belangrijke dingen: het toeval speelt een grote rol in het leven, alles wat de mens doet is in feite absurd en hij had liever een rustig en normaal leven willen leiden, maar dat is nu onmogelijk.

Onder professoren is een prachtig tijdsdocument waarin Hermans een niet al te positief, maar leuk beeld schetst van het universitaire leven. Het tempo in het boek ligt aan de lage kant, wat het lezen van het boek niet altijd even gemakkelijk maakt, maar iedere keer komt Hermans op het juiste moment met een rare u-bocht, zoals het bezoek aan de seksclub door diverse professoren, die weer voldoende leuke situaties oplevert om het lezen aangenaam te houden. Het wachten bij Hermans is altijd op zijn vaste thema: de onkenbaarheid van het leven. In dit boek duurt het een hele poos, maar door het gebruik van de alwetende verteller en de informatie op de juiste momenten prijs te geven of achter te houden, zie je af en toe dat dingen anders zijn dan de personages denken. Dit leidt uiteindelijk tot het besef bij Dingelam van de absurditeit en toevalligheid van het leven.  Een leuk boek dat iedereen die ook maar een beetje van W.F. Hermans houdt moet hebben gelezen.

Herman Gorter, “Mei”

 Beoordeling: 4 sterren

Mei komt, geboren uit de zon en maan aan op een strand. Haar dode zus April wordt die nacht weggedragen. Mei begint de volgende dag een “tooverige tocht” door het Hollandse landschap, dat uitgebreid beschreven wordt. Ze ontmoet diverse mensen en mythische figuren en belandt uiteindelijk in een stadje. Daar treft ze de dichter en samen trekken ze nog rond door het landschap tot de dichter terugkeert naar de stad.
Mei ziet en hoort de jonge god Balder die door het landschap trekt en zijn leven bezingt. De blinde Balder leeft voor de muziek alleen. Als zijn lied afgelopen is, verdwijnt hij. Mei is zeer bedroeft en wordt in de nacht door de Maan getroost en gesterkt. De volgende ochtend gaat zij weer op zoek naar Balder. Ze reist door een sprookjesachtige wereld en via de wolkenspinster uit het noorden komt ze bij Wodan en de andere goden terecht. Deze weten echter niet waar Balder is, maar het feit dat Mei Balder gezien heeft, maakt de goden zeer vreugdevol. Mei blijft zoeken en na enkele dagen vindt ze Balder in een vallei. Zijn muziek doet vele wonderlijke beelden verschijnen en in zijn lied vertelt Balder opnieuw veel over zichzelf. Hij besluit zijn zang door te zeggen dat hij alleen voor zijn muziek leeft, dat is zijn ziel en in zijn ziel is hij een God. Mei weet dat er voor haar geen plaats is en zinkt terug naar de aarde.
Mei keert terug in Holland bij de dichter. Ze zwerven opnieuw door het Hollandse landschap en brengen de laatste dagen van Meis leven door in elkaars gezelschap. Als de laatste dag is aangebroken sterft Mei en wordt opgevolgd door haar zus Juni. De dichter neemt Mei mee naar het strand en begraaft haar daar.

Ik heb Mei vijf jaar geleden gelezen voor mijn studie, maar het was alsof het volledig nieuw was voor me. Mei van Gorter is een indrukwekkend gedicht waarvoor je echt moet gaan zitten. Zinswendingen, een spel met antimetrieën en enjambementen en de beelden die Gorter beschrijft zijn even wonderlijk als mooi. Het verhaal van Mei is interessant en boeiend, maar wel pittig.

Anna Enquist, “De kwetsuur”

 Beoordeling: 4 sterren

De kwestuur is een bundeling van tien verhalen. Wat steeds weer opvalt in het werk van Anna Enquist is dat de personages die daarin optreden zich, in een poging houvast te krijgen, mythes vormen van het ongrijpbare dat hun overkomt. Niet zelden mondt die poging uit in een verbeten strijd tegen de elementen. In de tien verhalen waaruit De kwetsuur bestaat is dat vaak niet anders. De verhalen waarmee de bundel opent (het historische relaas van een rampzalig eindigende visvangst) en afsluit (een niet minder rampzalig verlopen boottochtje op het IJsselmeer) zijn daar fraaie voorbeelden van.*

De kwetsuur is een mooie bundel met typische Anna Enquistverhalen. Er gebeurt een heleboel in wat niet op papier staat en personages gaan vaak dieper dan je op het eerste gezicht denkt. het slotverhaal, Een haven, legt een verband met diverse verhalen die eerder in de bundel staan en bindt daardoor de bundel tot een mooi geheel. Alleen het verhaal Daer een seigneur zijn handen wast, het langste uit de bundel, is té lang. Er is te weinig materiaal om de spanning vast te kunnen houden, waardoor het verhaal zich voortsleept. Enquist heeft te veel willen maken van haar verhaal, waardoor het uiteindelijk minder is geworden, dan het had kunnen zijn. Jammer, maar zeker geen reden om deze bundel te laten liggen.

*Bron: flaptekst De kwetsuur

Janneke Jonkman, “Soms mis je me nooit”

 Beoordeling: 4 sterren

Niemand in Soms mis je me nooit doet wat hij wérkelijk wil. Allereerst is er Max. Hij ontmoet zo veel mogelijk meisjes, maar is eigenlijk het liefst alleen. Het enige meisje dat hem nooit verveelt is Kaneel, maar aan haar denkt hij niet meer.
Terwijl Max probeert om van zijn leven één groot feest te maken, zit Kaneel aan de keukentafel en schrijft. Over haar vreemde zus Maria, over Eefje en Jet, de tweeling, en over haar moeder, die alleen uit bed komt als Maria weer is weggelopen. Ook Kaneel doet niet wat ze eigenlijk wil: op zoek gaan naar Max.*

Deze debuutroman van Janneke Jonkman is echt een leuk boek. Het verhaal is heel eenvoudig, maar de personages zijn zo ontzettend leuk. Je krijgt al snel ‘een band’ met Kaneel, Maria, Max en de anderen en wilt graag dat het goed met hen gaat aflopen. Een aanrader voor iedereen die een lief en leuk boek zoekt.

*Bron: flaptekst Soms mis je me nooit

Mies Bouhuys, Herman van Run en Nico Scheepmaker (redactie), “Even geduld aub” (boekenweekgeschenk 1977)

Beoordeling: 4 sterren

Dit boekenweekgeschenk over het thema ’televisie en literatuur’ in het jaar dat de televisie in Nederland 25 jaar bestond, is een aanrader. Diverse schrijvers, dichters en journalisten hebben een stuk geschreven over dit onderwerp, geïllustreerd door een tiental kunstenaars. Het is een prachtig vormgegeven tijdsdocument zowel qua vorm als inhoud. De verhalen en gedichten zijn nog prima leesbaar en soms zelfs nog erg actueel. De leukste constatering vind ik dat Peyton Place (de eerste Amerikaanse soapserie) door één van de auteurs tot de ‘minimal art’beweging en dus tot de kunst wordt gerekend.

Henri Knap, “De Ronde van ’43” (boekenweekgeschenk 1981)

Beoordeling: 4 sterren

De Ronde van ’43 speelt zich af op één oorlogsdag in een Nederlandse provinciestad. Een jonge huisvader maakt een zwerftocht op de fiets. Achterop zit een joods meisje. De man moet haar laten onderduiken. Hij bezoekt een aantal adressen. De bewoners wordt gevraagd of zij het meisje onderdak kunnen verschaffen. De oplossing moet worden gevonden, vóór de spertijd begint. Een oorlogsverhaal. Maar ook een verhaal voor en over alle mensen in alle tijden.

Dit boekenweekgeschenk heeft een goed verhaal. Technisch zit het niet heel ingewikkeld in elkaar, maar de emoties van de hoofdpersonen worden goed overgebracht. De spanning loopt goed op, het einde is happy, maar niet storend. Goed boekje!

Marianne Frederiksson, “Anna, Hanna en Johanna”

Beoordeling: 4 sterren

Anna, de dochter en kleindochter in het boek, beseft na een bezoek aan haar demente moeder Johanna hoe weinig zij eigenlijk van haar weet. Dat brengt haar ertoe het spoor terug te volgen om zo te ontdekken waardoor de persoonlijkheden van haar grootmoeder, Hanna, haar moeder, Johanna, en haarzelf zijn gevormd. Haar grootmoeder, Hanna, was een boerendochter uit Dalfsland die op haar twaalfde op brute wijze is verkracht, maar later toch een gezin heeft gesticht met de molenaar John Broman. Haar dochter Johanna heeft altijd een bijzondere band met haar vader gehad. Zij groeit op in Göteborg, vindt daar werk en wordt actief binnen de socialistische beweging. Haar dochter, Anna, krijgt veel meer kansen in het leven dan haar moeder en grootmoeder. De dochters strijden heel wat af met hun moeders*

Anna, Hanna en Johanna is een erg goed boek. Het verhaal over Anna vind ik het minst leuk, maar de verhalen over de levens van Hanna en Johanna boeien van begin tot eind. Tegen het einde van het boek, zo op ongeveer 80%, zakt het verhaal wat in en begint de thematiek zich wat vaak en te expliciet te herhalen, maar het einde van het verhaal maakt dat helemaal goed.

*Bron: Boekentaal.info

Erasmus, “Absurda”, “Hippoplanus” en “Minnebroeders Uyt-vaert”

Beoordeling: 4 sterren

De drie teksten die ik heb gelezen van Erasmus, in vertaling door Cornelis Crul, komen uit zijn Colloquia, dialogen over allerhande onderwerpen. De Absurda is een gesprek tussen twee dove mannen over een bruiloft waar één van de twee op weg naar toe is geweest. Hippoplanus verhaalt over een man die wordt bedrogen bij de aanschaf van een paard en vervolgens de bedrieger weer bedriegt. De Minnebroeders Uyt-vaert ten slotte laat twee broeders aan het woord die discussiëren over de mate waarin uiterlijkheden deel mogen zijn van het geloof.

De teksten van Erasmus zijn, ondanks hun leeftijd van ruim 400 jaar, toch nog steeds leuk om te lezen. Absurda is, de naam zegt het al, erg grappig. Doordat het procédé van twee dove mensen in gesprek veel herhaalt is, kun je de indruk krijgen dat dit een niet erg originele tekst is. De chronologie speelt je hier echter parten. Hippoplanus is leuk, maar niet heel erg bijzonder. Minnebroeders Uyt-vaert is het leukst van deze drie. Het sarcasme is fantastisch, de discussiant die Erasmus’ standpunt vertegenwoordigt gaat nooit echt fel tegen zijn tegenstander isn, maar laat deze zijn eigen kuil graven.