Rhijnvis Feith, Julia

Beoordeling: 4 sterren

Eduard gaat op een mooie zomeravond naar het donkere dennenbos waar al zijn gestorven vrienden tot ‘leven’ komen. Hij verlangt naar een zielsverwant en die ziet hij ineens op een verlichte plek in het bos: Julia. Julia’s vader vond Eduard echter niet geschikt voor zijn dochter. Zij blijven afspreken en Eduard en Julia hebben een platonische liefde die bedreigd wordt door begeerte. Ze verbreken hun omgang en schrijven elkaar over de smart van de scheiding. Uiteindelijk sterft Julia vlak voor de hereniging van de twee geliefden en Eduard trekt zich terug in eenzaamheid.

Voor fans van het genre lyriek is Julia een echte aanrader. In emotionele monologen wordt het tragische liefdesverhaal van Eduard en Julia verteld. Bovendien had het (her)lezen van deze roman voor mij een extra emotionele lading. Deze tekst werd door de onlangs overleden André Hanou gebruikt in zijn colleges om het statische wereldbeeld tussen ‘worm en engel’ uit te leggen. De colleges van toen kwamen helemaal terug en nooit zal ik het (telkens herhaalde) God-Nederland-Oranjeprincipe van Hanou vergeten.
Het boek van Feith is niet alleen een interessante tekst, het is ook een zeer mooi voorbeeld van Nederlandse romantiek. Waar die stroming over het algemeen niet echt vaste voet aan de grond kreeg in ons wat onderkoelde land, laat Feith met Julia zien dat de romantiek wel aanwezig is in het Nederland van eind 18e eeuw.