Youp van ’t Hek, “Is Youp leuk?”

 Beoordeling: 4 sterren

Youp blijft leuk hoor, geen twijfel over mogelijk. Ook bij de Dag van de Literatuur was hij briljant leuk en na een wat minder leuk vorig programma (Prachtige Paprika’s) is het nieuwe programma (Schreeuwstorm) weer leuk als vanouds.

Toch is zijn column in boekvorm minder leuk dan zijn overige werk. Een column is zo af en toe (zeg: eens per week) leuk, maar meerdere achter elkaar en helemaal wanneer je zijn boek van kaft tot kaft zou lezen is het too much. Het is leuk de periode 2001-2005 te kunnen overzien met het humoristische commentaar erbij van Youp, maar hoewel zijn stijl prima blijft, laat zo’n boek zien dat Youp een vakman is, of negatiever geformuleerd een leuk trucje weet uit te halen met het nieuws van een week en dat omvormt tot een kolommetje in het NRC. Het is een aardig boek van een goede cabaretier, maar een column per week is leuker!

Willem Elsschot, “Lijmen – Het Been”

 Beoordeling: 5 sterren

De twee novellen Lijmen en Het Been vormen tezamen een roman. In Lijmen leert Boorman aan Laarmans de kunst van het aansmeren van reclame aan argeloze personen. In Het Been moet Laarmans geld incasseren bij mevrouw Lauwereyssen van een fabriekje in keukenliften, die nog steeds moet betalen voor de levering van honderdduizend wereldtijdschriften.

Elsschot schept in Lijmen – Het Been een aandoenlijke hoofdfiguur in een hilarische plot. Elsschot bezit die kwaliteit: (hoofd)figuren te scheppen die ondanks hun streken sympathie opwekken.

In Lijmen heeft de schavuit Boorman een goed idee dat doet denken aan een kwajongensstreek. Toch is het de literaire jaren-30-variant van oplichtingspraktijken die nog steeds plaatsvinden.

In Het Been is de Boorman verworden tot een Vlaamse Don Quichote. Onverwoestbaar strijdt hij een banale strijd tegen het been met voor beide partijen een happy end.

De beheerste, nuchtere stijl van Elsschot bevalt me en na Kaas, Het Dwaallicht en Villa des Roses is dit een volgende prachtige en rijke roman van Elsschot. Ik ben fan!

P.F.T.L. van Hoogstraaten, “Gedichten”

Beoordeling:  4 sterren

Een zeer vermakelijke domineedichter, terwijl zijn moralistische gedichtjes in de ogen van velen toch geen hoogstaande literatuur zijn. Bij lezing van deze Huissense (nabij Arnhem) negentiende-eeuwse dichter heb ik voor mijzelf eens nagedacht over mijn waardering voor dergelijke dichters. Ik denk dat er vier belangrijke redenen zijn voor mijn waardering:

1. Hun engagement
De dichters zijn zeer betrokken bij de samenleving en proberen via de literatuur deze te beïnvloeden en uit te dragen waar zij voor staan. Dergelijke betrokkenheid, die ik bij de Tachtigers, het Modernisme en de Vijftigers mis, is voor mij blijkbaar belangrijk.

2. Hun vriendelijkheid
De dichters blijven, ondanks discussies in het literaire veld, vriendelijk jegens hun vijanden. Dit getuigt van een zekere beschaafdheid die mij blijkbaar aanspreekt.

3. Hun gedistantieerdheid
De dichters zijn nooit hevig geëmotieerd en schrijven niet direct vanuit hun onderbuik. Ze zijn zeer redelijk in hun afwegingen en boodschap, waardoor hun mening zeer doordacht en verstandig overkomt.

4. Hun gedrevenheid
Deze dichters geloven in wat ze schrijven en schrijven over waar ze in geloven. Ze zijn gedreven om het weinig beschaafde volk te verheffen met kennis op het gebied van de natuurwetenschappen, literatuur en religie en geven hun wijze levenslessen mee. Daarmee trachten zij de maatschappij verbeteren en zij stellen hun hele leven in dienst van deze opdracht aan henzelf, waarmee ik weer terug ben bij mijn eerste reden.

Kortom: laat je niet misleiden door de bril van de l’art pour l’art-kunstenaars, maar waardeer de dominee-dichters om wie zij zijn!

Senger Diengotgaf, “Tprieel van Troyen”

Beoordeling: 3 sterren

Dit is een hoofse roman in zijn meest zuivere vorm. Het centrale thema is de hoofse liefde. Tijdens een wapenstilstand in de Troyaanse oorlog houdt het Troyaanse hof een maaltijd in het prieel van de titel. Dan volgen vier gesprekken tussen ridders en de door hun aanbeden dame. De minne is de eigenlijke hoofdpersoon, waar mee wordt gespeeld, die wordt bekend en afgewezen.*

Een interessant boek, dat veel kan vertellen over de tijd waarin het geschreven is, maar het is zeker geen ontspanningsliteratuur. Het is een soort Max Havelaar: het is een belangrijk boek en kan je veel leren, maar ík kruip er in ieder geval niet mee voor de open haard.

*Bron: Voorwoord versie in het Laurens Janszoon Costerproject

[Anoniem], “Lanceloet en ’t hert met de witte voet”

Beoordeling: 3 sterren

Een jonkvrouw arriveert op Camelot, Arturs hof. Ze vertelt een verhaal over een woud waar zich een hert met een wit voetje bevindt. Het hert wordt bewaakt door zeven leeuwen. De vorstin van de jonkvrouw zal alleen trouwen met de man die haar het witte voetje brengt. Lanceloet neemt de uitdaging aan, raakt gewond, maar vindt het hert. Een onbekende ridder heeft echter kwalijke bedoelingen: hij geeft Lanceloet een houw met z’n zwaard, laat hem voor dood achter en neemt de witte voet mee. De vorstin is ontzet wanneer de ridder een huwelijk met haar claimt. De man is namelijk foeilelijk. Op advies van haar getrouwen wordt het huwelijk voorlopig uitgesteld.

Intussen is Walewein ongerust geworden om zijn vriend Lanceloet. Hij reist hem daarom achterna en hoort wat hem is overkomen. Walewein laat zijn vriend achter bij een arts, en gaat naar het hof van de vorstin. De ruzie die ontstaat over de beschuldiging wordt beslist in een tweekamp. Met één slag klieft Walewein het hoofd van de ridder, die dood neervalt. Walewein vertelt aan de vorstin dat Lanceloet de echte overwinnaar van de leeuwen is, en haalt Lanceloet op. De vorstin wil maar al te graag met Lanceloet trouwen. Deze moet dat echter afwijzen, omdat zijn hart aan Guinevere, zijn koningin, toebehoort. Daarom keren Walewein en Lanceloet weer terug naar Camelot.

Leuk plot, een vermakelijk verhaal en het is goed geschreven. Prima boekje, maar wel voor een select gezelschap (uitgezonderd lezers van vertalingen).

Hafid Bouazza, “Paravion”

Beoordeling: 3 sterren

Paravion draait om drie generaties Baba Baloek: grootvader, vader en zoon. Deze laatste blijft alleen achter in een klein gehucht waarvan alle mannen zijn vertrokken met achterlating van hun vrouwen.
Op een dag wordt de jongste Baba Baloek, een herder, bezocht door een mysterieus meisje dat hem inwijdt in de liefde. De ontdekking van lichamelijke behoeften gaat gepaard met het ontwaken van zijn bewustzijn. Zo komt hij er aan de hand van de verhalen die het meisje vertelt achter dat hij meer deelt met zijn voorouders dan de naam alleen.
De jongens die overgebleven zijn in het dorp en die Baba Baloek dagelijks treiteren verdwijnen. Hij blijft alleen over met de achtergebleven vrouwen, met wie hij ook zijn erotische lessen deelt Maar ook zij verdwijnen. Naar Paravion. Deze naam is een misvatting van de personages, die het opschrift par avion lezen als de naam van Amsterdam, de sta die elke middag zichtbaar wordt in de mirage.*

Bij lezing van Bouazza’s Paravion is er voor mij een duidelijk onderscheid tussen de taal, de vorm en het verhaal, de inhoud. Talig is het een zeer goed geschreven en mooie roman waarin de oosterse manier van schrijven duidelijk doorschijnt. Het verhaal spreekt mij echter minder aan en hoewel de taal veel vermaak biedt, doet het verhaal dat voor mij minder. Ik blijf in mijn beoordeling hinken op twee gedachten en vind het jammer dat ik geen 3,5 sterren kan geven…

*Bron: www.bol.com

J.M.A. Biesheuvel, “Een overtollig mens” (boekenweekgeschenk 1988)

Beoordeling:  4 sterren

Dit is mijn eerste kennismaking met Biesheuvel (volledigheidshalve moet ik wel zeggen dat ik in het mastercollege negentiende-eeuwse letterkunde van Rob van der Schoor, waarin het onderwerp Melancholie aan bod kwam Biesheuvel als een van de twintigste-eeuwse voorbeelden van melancholie de revue heeft gepasseerd, maar ik heb destijds alleen uit de tweede hand iets over zijn werk kunnen vernemen) en ik moet zeggen dat deze kennismaking een zeer aangename is geweest. Het boekenweekgeschenkje is erg leuk en humoristisch geschreven. Biesheuvel verstaat de kunst om een stukje uit een mensenleven te nemen en dit zonder bijzonder begin of einde met lichte ironie te beschrijven en zijn personages een kleine tic mee te geven. Een aanrader en ik ga zeker meer van hem lezen.

Betje Wolff, “Het menuet en de dominees pruik”

Beoordeling: 4 sterren

De dochter van Eerlyk, een lid van de kerkenraad, trouwt met een rijke man en op het huwelijksfeest danst hij, na aandringen, met zijn dochter Sylvia een menuet. De andere ouderlingen uit die kerk waren tegen deze vorm van dansen. Ze vergaderen wat ze met de situatie moeten en besluiten dat Eerlyk, aan de hand van een passage uit het kerkelijk wetboek, waarin dansen wordt verboden, gestraft moet worden. Dit willen ze officieel doen in de kerkenraad, waarvan zij en Eerlyk de enige leden zijn. Daar wordt, in de afwezigheid van Eerlyk die het nog druk heeft met de afwikkeling van de bruiloft, besloten hem voor altijd uit de kerk te verbannen. Zij zullen dit nieuws met z’n vieren aan Eerlyk gaan meedelen. Intussen heeft de stiefzoon van Eerlyk iets in datzelfde wetboek gevonden dat zijn stiefvader kan helpen. In een wet staat dat je geen pruik mag dragen en dat terwijl alle kerkbestuurders een pruik dragen. Eerlyk vertelt ze dit en beschaamd druipen ze af. Hij mag weer in het kerkbestuur want als ze Eerlyk in de ban doen, kan hij het hun ook flink lastig maken. Zo zijn de ouderlingen in de kuil gevallen die zij eigenlijk voor Eerlyk groeven.

Een leuke spottende tekst die laat zien hoe literatuur in de (ruime) achttiende eeuw gebruikt werd in een geëngageerde strijd over politiek, maatschappij en religie. Bovendien is aan deze korte tekst goed te zien dat Wolff een begenadigd schrijfster was.