Onmoog’lijk Vers: Eliza Laurillard

Binnenkort is de 10e editie van Onbederf’lijk Vers in Nijmegen. Op hun site heb ik een bijdrage mogen leveren in de categorie Onmoog’lijk Vers. Daarin antwoord op de vraag welke overleden dichter je nog eens op Onbederf’lijk Vers had willen zien. Mijn voorstel: Eliza Laurillard (1830-1908).

Voor mij zou het geweldig zijn als Eliza Laurillard op Onbederf’lijk Vers had kunnen staan. Deze negentiende-eeuwse dichter, dominee, schrijver, samensteller van scheurkalenders, amateurwetenschapper en vader van een gezin was een typische dominee-dichter en genoot grote bekendheid in Nederland. De Rutger Kopland, Joost Zwagerman of Anna Enquist van zijn tijd.

Hij zou zeker naar Nijmegen gekomen zijn voor een voordracht: hij reisde vanuit de gemeente waar hij predikant was heel Nederland door en hield zelf ook uitgebreid bij waar hij geweest was. Van kleine dorpen tot grotere steden: hij kwam overal.

Bovendien was het een begenadigd spreker die zelfs Vincent van Gogh wist te bekoren:
Ds Laurillard hoorde ik driemaal, die zou U ook bevallen, want Hij schildert als het ware, en zijn werk is te gelijk hooge en edele kunst, Hij heeft het gevoel van een kunstenaar in den waren zin van het woord, zoo als een Anderssen dat had als hij b.v. (Brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh. Amsterdam, maandag 9 juli 1877)

Uit het (naar eigen zeggen) 1769 gedichten tellende oeuvre, verschenen in bundels als Heidebloei, Sprokkelhout of Uit ’s levens ernst en kluchten zou hij vast een mooie selectie hebben kunnen samenstellen. Zijn ‘evergreen’, Een gedicht dat als een nachtkaars uitgaat, die zelfs in de jaren ’70 van de 20e eeuw nog in verzamelbundels werd opgenomen, zou er zeker bij zijn geweest.

Waarom fictie goed voor je is

Al tijden geleden heb ik het artikel Why fiction is good for you in mijn ‘nog te lezen’-mapje gezet, omdat ik er toen geen tijd voor had. Het is een goedgeschreven, bondig artikel waarin diverse onderzoeken worden besproken waaruit blijkt wat het nut is en wat de positieve effecten zijn van het lezen van fictie.

De vraag naar het nut van het lezen van fictie (maar dit onderzoek geldt ook voor film, theater, tv en andere vormen van fictie) wordt door leerlingen en mensen die een bèta- of gammastudie volgen namelijk vaak gesteld. Wat heb je er nu aan om boeken en poëzie te lezen?

Allereerst blijkt dat mensen door fictie sneller overtuigd kunnen worden van een standpunt dan door het gebruik van non-fictie. We lezen minder sceptisch en staan meer open voor nieuwe informatie. Bovendien worden we empatischer van het lezen van fictie en gedragen mensen die veel fictie tot zich nemen zich socialer. Het helpt ook de samenleving doordat mensen ervan uitgaan dat het goede het slecht overwint; met andere woorden: we geloven sterker in rechtvaardigheid.

In het verleden is vaak beweerd dat fictie gevaarlijk is voor de mens en de samenleving. Dit artikel geeft mensen die dit standpunt huldigen gelijk:

So those who are concerned about the messages in fiction — whether they are conservative or progressive — have a point. Fiction is dangerous because it has the power to modify the principles of individuals and whole societies.

Mijn voorkeur voor het Kieskompas

Van alle Stemwijzers, Stementrackers, Kieswijzers en andere stemhulpen, blijf ik het Kieskompas toch het beste hulpmiddel vinden. Het grote voordeel van het Kieskompas is dat je niet één antwoord krijgt, maar een beeld van waar je staat. Zo kwam er bij mij bij de Stemwijzer GroenLinks uit op basis van één stelling verschil met D66 op nummer twee.

Uiteindelijk gaat het niet om één of twee concrete voorstellen, maar gaat politiek om de richting waarin je wil als land. Wil je progressief links of conservatief links? Wil je progressief rechts of conservatief rechts? Al die concrete voorstellen zijn mooi, maar niets meer waard als de omstandigheden veranderen (zie hoe het CDA opereert).

Mijn grafiek ziet er als volgt uit:

Kieskompas

ietsje linkser dan D66, maar mijn keuze staat vast: progressief, vrijzinnig en sociaal-liberaal gaat het zijn op 12 september!

 

Zoekmachines vervangen ouders en leraren

De manier waarop kinderen de wijsheid van hun ouders en leraren inschatten heeft grote gevolgen voor de sociale verhoudingen in onze maatschappij. Dat is in elk geval wat het artikel Search Engines replace Teachers and Parents suggereert.

Onderwijs is ook niet meer wat onderwijs eeuwen geweest is: de school was altijd de plek waar mensen kennis konden vinden. De leraar was de toegangspoort tot kennis. Dat is echter niet meer zo. Kennis is overal en de rol van docent moet vooral worden hoe om te gaan met die kennis en informatie.

Het reclaimen van een rol als ouders en school in het leven van jongeren lijkt mij van essentieel belang: ieder mens heeft sturing nodig in zijn ontwikkeling. Hoewel de hiërarchisch geordende samenleving waar ouderen per definitie meer wisten en hoger werden aangeslagen dan jongeren moet zeker niet terugkomen. Een samenleving als de onze echter, waar het aannemen van andermans expertise, ervaring of deskundigheid (wat overigens ook voor artsen blijkt te gelden) al zeer onder druk staat, moet door beroepsgroepen zélf worden nagedacht over de eigen positie, voordat een ander (de overheid bijvoorbeeld) gaat bepalen wat jouw positie wordt.

Topicc – 22 december 2011

Het nieuwe schooljaar is alweer meer dan een maand oud. Een maand waarin alweer hard is gewerkt aan de leerstof, aan profielwerkstukken, maar ook aan diverse buitenlesactiviteiten. Voor de Topic, ook zo’n activiteit, mocht ik opnieuw een column schrijven. En het mooie van een columnist is dat hij af en toe reclame kan maken voor iets wat hij belangrijk vindt.

Een andere buitenlesactiviteit is de Leerlingenraad. Sinds dit jaar ben ik naast Carolien Vissers hiervan begeleider geworden. De Leerlingenraad is actief bezig met allerhande zaken, van het plaatsen van tuinmeubels tot het meepraten over het nieuwe schoolgebouw. De Leerlingenraad heeft in het verleden een vergaderruimte gehad in de school en deze wil de huidige Leerlingenraad graag opnieuw.

Naast lokaal H27 (in de kelder) is de oude vergaderruimte die als opslag werd gebruikt, leeggehaald. Carolien Vissers en ikzelf konden in de laatste dagen van september gaan kijken wat we voor prachtbuit de Leerlingenraad had binnengehaald. We openden de deur en bukkend voor de erg lage deur traden we een ruimte binnen met de nodige achtergelaten spullen, spinnenwebben en volgeschreven muren. Plotseling voelde ik me onderdeel van het programma Bouwval gezocht en wilde ik vragen “Waar is Peter van der Vorst?”

Toch weet ik dat met de mensen die nu in de Leerlingenraad zitten de vergaderruimte er prachtig uit zal komen te zien. Vanuit die nieuwe uitvalsbasis kan de Leerlingenraad prachtig werk gaan doen in de school. En dan nu de echte reclame: mail naar leerlingenraad apenstaartje canisiuscollege.nl als je iets kwijt wilt aan de Leerlingenraad.

Nou, gelukt: een column met tien keer het woord Leerlingenraad erin!

Topicc – (niet gepubliceerd)

Kleine docentjes

Als mentor van een brugklas ben je in de eerste periode vooral druk met het laten wennen van leerlingen aan de nieuwe schoolomgeving. Leerlingen groeien daardoor ontzettend hard: de eerste keer iets doen is soms eng, maar als je het eenmaal hebt gedaan wen je er snel aan en binnen de kortste keren voel je je thuis.

Eigenlijk geldt hetzelfde voor nieuwe docenten. Toen ik een paar jaar geleden begon te werken op het Canisius College moest ik ook veel zaken voor het eerst doen: toetsen maken, mondelinge betogen beoordelen en examens nakijken. Bovendien ben je nog sterk op zoek naar je rol: wat voor soort docent wil je graag zijn? Met die achtergrond keek ik dus op van de manier waarop mijn brugklasleerlingen tijdens de projectdagen hun rol als ‘workshopleider’ vervulenden op basisschool Het talent.

Met de brugklassen bezoeken we al jaren basisschool Het Talent in Lent. De leerlingen van het Canisius College bereiden een workshop voor over een thema en gaan samen met de leerlingen van Het Talent aan de slag om iets in te studeren, te knutselen of te bouwen. Daarnaast lopen ze een ochtend mee met de leerlingen van Het Talent om te zien hoe er op die basisschool gewerkt wordt.

Met mijn mentorklas, 1D, waren wij te gast bij unit Groen, groep 1/2 en 3/4. De leerlingen van groep 3/4 gingen na het voorstelrondje aan de slag met leeswerk en de kleuters verdeelden zich over de zandtafel, de poppenhoek, kralenplank, bouwhoek en LEGO. Daarna werd gestart met de workshops. Bijna direct wisten de leerlingen van het CC de 4- tot 8-jarigen te instrueren en te ondersteunen bij het uitvoeren van de workshop.

Ikzelf liep rond tussen mijn mentorleerlingen en ging, net als de andere brugklasmentoren, rondkijken in de andere units. Bijna anderhalf uur werd er gewerkt aan tekeningen, knutselwerken en liedjes. De mentoren hoefden maar weinig te doen: de leerlingen namen de rol van docent volledig op zich. Vanaf twee uur ’s middags presenteerden de leerlingen hun werk voor ouders en medeleerlingen. Prachtige resultaten werden in optochten aan iedereen getoond.

Leerlingen van 13 jaar wennen snel, zo blijkt, en zitten blijkbaar mooi in het midden: ze kunnen nog makkelijk mee de poppenhoek of LEGO-doos induiken, maar zijn ook al zo volwassen dat ze zich kunnen gedragen als kleine docentjes. De bedenkers van het spreekwoord “Te groot voor het servet, maar te klein voor het tafellaken” hebben ongelijk gehad. 13-jarigen zijn precies groot genoeg om met beiden te kunnen omgaan.