Joost Zwagerman, De buitenvrouw

Beoordeling:5 sterren

Begin klas 5 vwo las ik De buitenvrouw. Ik was op weg naar de proefstudeerdag van de Toneelacademie in Maastricht; met de trein vanuit Borne half Nederland door. De proefstudeerdag was geen succes: het was mijn wereld niet en of ik echt talent had betwijfel ik ook. Wel zat ik in Nijmegen een tijd te wachten op een aansluitende trein. En daar, op spoor 35 las ik De buitenvrouw. En ik vond het een verschrikkelijk boek. De expliciete seksscènes, de thematiek, het verhaal, het sprak me allemaal niet aan.

Maar ook een negatieve leeservaring is een leeservaring en het boek is me altijd bijgebleven. Nu, 18 jaar later herlees ik dit boek dat inmiddels 25 jaar oud is. En ik was er duidelijk toen nog niet klaar voor: nu ben ik docent en kan ik me helemaal inleven in het schoolleven dat Zwagerman in dit boek beschrijft. De multiculturele samenleving is een prangender thema in het brede maatschappelijke debat dan toen en het citaat op de voorkant van de heruitgave geeft dat ook mooi aan:

Een roman die erom schreeuwt herlezen te worden in deze tijd van vernieuwd kleurbewustzijn. Zwagerman combineert het kleinburgerlijke met het literaire, het maatschappelijke met kunst – Joost de Vries.

Een prachtige roman waaruit ik graag het volgende citaat aan u meegeef:

Kleurrijk Nederland! Blanke volksvertegenwoordigers drukten de minderheden koesterend aan de borst maar trokken hen intussen bij wijze van groteske hollandisering tijdens die verstikkende omhelzing het liefst een blauwe kiel of kapmantel aan, en als het even kon een platte pet of oorijzermuts op de kop. Overdreven? Misschien. Maar het viel niet te ontkennen dat de meeste Nederlanders hun landscultuur, en dan met name de licht folkloristische uitwaaiers ervan, met zijdezachte dwang opdrongen aan de ‘culturele minderheden’. Nederland zou pas weer op orde zijn als bruin en zwart meedeinden op het Nederlandse levenslied; als ze de kinderen niet meer tot ’s avonds laat lieten buitenspelen, om zeven uur opstonden en om elf uur te kooi gingen en op oudejaarsavond eensgezind moesten lachen om de witte yuppencabaretier die voor een wit yuppenpubliek quasi kritische grappen maakte over weer ándere witte yuppen die toevallig de verkeerde bril droegen of op wintersport gingen. Dat heette dan integratie. No way, José! Waarop Theo antwoordde dat zij zich schuldig maakte aan wat zij alle anderen verweet: het provocerend exhibitioneren van de eigen cultuur.

Mooie zinnenboek – Uit: Joost Zwagerman, Roeshoofd hemelt

De in retrospectief wrange woorden van Joost Zwagerman in Roeshoofd Hemelt (p. 16)

wie lijkt verstikking een prettig gevoel
wie knoopt zelfs zijn schoenveter tot een strop
wie kiest er voor de elektrische stoel
wie loopt de zee in en duikt nooit meer op

wie hunkert naar de aanstormende trein
wie danst op het dak van de torenflat
wie druppelt arsenicum in zijn wijn
wie heeft de gaskraan al opengezet

ik bid voor het volmaakte zelfverlies
het herhaald gebed blijft onverhoord
ik weet niet welke manier ik verkies

uit zoveel verlokkingen van zelfmoord
ik denk dat ik mij voorlopig invries
en wacht tot god zich verhangt aan zijn woord

Joost Zwagerman, Duel (boekenweekgeschenk 2010)

Beoordeling: 4 sterren

“Voor zijn ogen zag hij gebeurenw at nog niet was gebeurd en op datzelfde ogenblik al gebeurd leek te zijn: zijn hand, de vuist, het canvas.”*

Duel komt maar langzaam op gang. De ruimte die Zwagerman in romans van 200 of meer pagina’s had om het verhaal rustig in te leiden, die heeft hij hier eigenlijk niet. Bij hoofdstuk 3 begint het verhaal pas een plezierig tempo te krijgen en het verhaal leest vanaf dan lekker. Het verhaal is door Zwagerman prachtig gecomponeerd: naast de plot zijn er diverse maatschappijkritische opmerkingen en kunstzinnige grapjes. Een leuk boekenweekgeschenk en voor je gevoel heb je een roman gelezen in minder dan 100 bladzijdes (wat zowel positief als negatief mag worden opgevat).

*Bron: Flaptekst Duel

Joost Zwagerman, “Roeshoofd hemelt”

 Beoordeling: 5 sterren

Welkom in T-Mart, het warenhuis dat kan wedijveren met de kosmos omdat alles er te koop is wat in de wereld was, is of zal zijn. T-Mart is een Mekka, een walhalla, de vindplaats van de graal. En T-Mart is ook een melkweggrote uitdragerij waar iedere klant als vanzelf verandert in een Schepper, een kunstenaar, een God van alle dingen. Welkom aan het ziekbed van Roeshoofd. Groter dan de oppervlakte van dat bed is zijn wereld niet. Toch vindt er in dat bed van alles plaats, onder meer een strijd op leven en dood tussen de patiënt en zijn demonen. In Roeshoofd hemelt blijken patiënten en megastore, eenling en consumptiehemel van alles met elkaar te hebben. Wat heeft vastklant R. er ooit gekocht? Waarom is hij aangehouden wegens winkeldiefstal? Waar eindigt T-Mart en begint de nachtmerrie?*

Deze dichtbundel van Joost Zwagerman is enkel groots te noemen. Zoals Mei van Gorter een verhaal op rijm vertelt, zo doet Zwagerman dat ook in Roeshoofd hemelt. Hij beheerst veel stijl- en vormregisters en laat die afwisselend de revue passeren. Hierover spreekt de bundel op pagina 38: “terwijl de staf de handen in onschuld wast / ontvlucht ik de omheining van het sonnet / deze strohalm klampt zich in rijm aan mij vast”
Het mooiste gedicht uit de bundel vind ik Onder ouders (blz. 59): humor, passie, inhoud en vorm komen samen tot een prachtig geheel.
Roeshoofd hemelt is een bundel die iedereen die van Zwagerman houdt of niet van Zwagerman houdt moet lezen. Vergeet zijn romans, lees zijn poëzie!

*Bron: Bol.com

Harry Mulisch, Gerrit Komrij, Adriaan van Dis, Maarten ’t Hart, Remco Campert, Marga Minco, Hugo Claus en Joost Zwagerman, “De Schrijver”

De schrijver<br> Beoordeling: 5 sterren

De Schrijver is het verhaal van de mysterieuze Matthijs de Schrijver, auteur van het boek Weerzin, dat in de jaren vijftig grote beroering teweegbracht in de Nederlandse letteren. De zevenentwintigjarige neerlandicus Ton Botvanger droomt veertig jaar later dat hij een tweede manuscript in handen krijgt van dezelfde auteur. Hij onderneemt een onstuimige zoektocht naar de persoon die zich achter de naam Matthijs de Schrijver schuilhoudt. Ondertussen zijn in het estafette-feuilleton amusante verwijzingen naar de literaire wereld verstopt.

Het is een prachtige roman geschreven door acht meesterlijke auteurs. Het verhaal begint als spannende detective, maar uiteindelijk grijpt alles in elkaar. Fantastisch om de acht auteurs met elk een eigen stijl aan het werk te zien. De inhoud klopt, de stijlen zijn bijzonder gecombineerd: een aanrader!