Michael Ende, Het ondeindige verhaal

Het oneindige verhaal

Beoordeling: 4 sterren

Ooit heb ik een deel van de film The NeverEnding Story gezien en ik ben altijd benieuwd geweest sinds het boek van Jessie in onze gezamenlijke boekenkast staat en zij er enthousiast over bleek. Na het lezen ben ik behoorlijk enthousiast. Het is een mooi verhaal en het zit erg goed in elkaar. Veel zaken grijpen op mooie manieren in elkaar. Bovendien, ik heb een fantasybook uitgelezen, terwijl ik helemaal niet van fantasy houd en dat is op zichzelf al een compliment waard.

Wel kent dit boek een belangrijke dip. Zodra Balthazar in Fantásia terecht is gekomen, gebeurt er een tijdje erg weinig. Het kostte me gedurende die passages ook veel moeite om door te blijven lezen.

Dit jeugdboek is voor kinderen spannend en boeit, terwijl het ook voor volwassenen stof tot denken heeft en leuk is om te lezen.

Kortom: niet voor niets een succesvol boek dat al decennia bekend is en dat zelfs mij wist te boeien en daarom vier sterren.

Jaap ter Haar, Boris

BorisBeoordeling: 5 sterren

Soms weet je dat je een jeugdboek hebt gelezen toen je jong was, maar heb je geen idee meer waar het boek precies over ging. Met Boris  is dat het geval. Ik weet dat ik dat boek heb gelezen toen ik een jaar of 11 was, maar ik kon me het verhaal niet meer herinneren. Hoewel het boek sfeertechnisch nog fijner was geweest als de afgelopen decembermaand sneeuw en ijs had gekend, heb ik me fantastisch vermaakt met dit boek van Jaap ter Haar.

Om verschillende reden is Boris een erg goed boek. Niet alleen weet Jaap ter Haar de angst van de inwoners van Leningrad en hun situatie in het beleg in de Tweede Wereldoorlog, ook weet hij Boris neer te zetten als echt kind; hij is niet enkel vehikel voor de boodschap van het boek.  De schrijfstijl van Ter Haar is bovendien erg goed: hij gaat niet op zijn knieën om aan te sluiten bij het taalgebruik van kinderen, maar schrijft in een voor kinderen én volwassenen goed te volgen proza, dat kinderen in hun taalvermogen stimuleert. Een topper uit de Nederlandse jeugdliteratuurgeschiedenis die iedereen zou moeten lezen of herlezen!

Sally Nicholls, Als je dit leest bent ik dood

Beoordeling:5 sterren

Sam is elf en weet dat hij zal doodgaan aan leukemie. Op 4 januari begint hij op advies van zijn lerares aan een boek waarin hij de laatste maanden van zijn leven beschrijft. Sam houdt erg van lijstjes; in zijn boek houdt hij lijstjes met feiten en wensen bij. Ook stelt hij daarin vragen waar niemand ooit antwoord op geeft, zoals: Hoe weet je dat je dood bent? Doet doodgaan pijn? Sam gaat op onderzoek uit om de antwoorden te vinden. In het ziekenhuis raakt Sam bevriend met zijn ‘ervaren’ en relativerende lotgenoot Felix, die hem helpt zijn wensenlijst te realiseren. Zo helpt Felix hem bij de dingen die een tiener gedaan moet hebben: kersenbrandewijn drinken, sigaretten roken en zoenen met een vriendin (Felix’ nichtje). Maar het plezier is eindig, want algauw overlijdt Felix. Sams wensen zijn nog niet allemaal verwezenlijkt…*

Nadat ik een recensie over dit boek las in de Lemniscaatkrant heb ik het direct gekocht en niets in deze recensie was gelogen: wat een mooi boek. Nicholls weet zo te schrijven dat het lijkt alsof je echt het boek van een 11-jarige leukemiepatiënt leest. De pijnlijke spagaat tussen nog genieten en verdriet, de reactie van de ouders van Sam op zijn situatie vanuit Sams perspectief: het toont een hele wereld van onuitgesproken gevoelens. Dat wat niet op papier staat is nog treuriger dan dat wat wel te lezen is. Het verhaal, de schrijfstijl, opbouw en afwisseling van lopende tekst, afbeeldingen en notities van Sam vormen een mooie balans en zij maken dit tot een boek dat ieder kind, maar ook iedere volwassene zou moeten lezen!

*Bron: flaptekst Als je dit leest ben ik dood

Jan de Zanger, “Dit been is korter”

Dit been is korterBeoordeling: 4 sterren

Hij had altijd gedacht dat ze elkaar toch niet zouden ontmoeten…Nu Ron Slot met de brief met kleurige Argentijnse postzegels in zijn handen staat, is hij blij en angstig tegelijk: Marry komt naar Nederland, maar in de steeds langere brieven die hij haar geschreven heeft staat geen woord over zijn ene been, dat korter is dan het andere. Hoe zal ze reageren als ze dat ziet. Marry is niet de enige die Ron in de periode na haar komst uit zijn evenwicht brengt. Zijn angstdromen worden ook veroorzaakt door de diefstallen in de school en in de manege waar hij kind aan huis is. Als alles erop wijst dat hij de dader is, hoe moet hij er de politie dan van overtuigen dat hij onschuldig is? De gebeurtenissen van een paar maanden zorgen ervoor dat Ron Slot in korte tijd volwassen wordt, al kost dat hem heel wat slapeloze uren…*

In de brugklas heb ik bijna alles van Jan de Zanger gelezen. Jan de Zanger is geen superbekende jeugdboekenschrijver, maar mij sprak hij erg aan. Een paar jaar geleden herlas ik Hadden we er maar wat van gezegd, een boek over pesten dat mij destijds een heel krachtig gevoel gaf en dat mij zelfs op mijn 22e weer raakte. Dankzij Ine ben ik nu in het bezit van diverse boeken van Jan de Zanger en Dit been is korter kon ik me nog goed herinneren. Het verhaal is voor een lezer die geen 13 meer is erg voorspelbaar, ook als je het boek voor de eerste keer zou lezen. De Zanger schrijft echter vermakelijk, op een volwassen toon, waardoor het verhaal net iets meer niveau krijgt dat een ‘gewoon’ probleemboek (bijvoorbeeld het werk van Carry Slee).
Wat mij echter vooral aansprak in de boeken van De Zanger (besef ik me nu) is dat hij personages schept die goed aansluiten bij mij eigen gevoelens en onzekerheden in die tijd. Daarnaast schrijft hij vanuit een duidelijk jongesperspectief. Veel andere problemeenboeken met een jongen in de hoofdrol doen toch behoorlijk meisjesachtig aan. Dat maakt Jan de Zanger tot een schrijver die logischerwijs goed bij mijn leesbehoeftes in de brugklas, maar ook nu nog wel, aansluiten.
Wat maakt dit boek dan toch tot een viersterrenboek en geen vijfsterrenboek. Dat zit hem in twee zaken. Ten eerste de voorspelbaarheid en daarnaast weet ik dat hij met Hadden we er maar wat van gezegd een duidelijk beter boek heeft geschreven heeft. Vandaar dus; maar als je het boek kunt bemachtigen moet je het zeker lezen!

*Bron: flaptekst Dit been is korter

Anne Provoost, Vallen

Beoordeling: 4 sterren

Een verhaal over een verborgen verleden.Over vriendschap en manipulatie.Over kettingzagen en wapens.Over geweld en onwetendheid.Over houthakken en dansen.En vooral over hoe moeilijk het is de juiste beslissing te nemen.*

Vallen  is een fantastisch voorbeeld van overgangsliteratuur. Het boek past door zijn personages heel goed bij jongeren van een jaar of 14, de thematiek en het taalgebruik doen een wat ouder publiek van een jaar of 17/18 vermoeden, maar het verhaal is tegelijkertijd ook wel weer erg voorspelbaar, zeker voor lezers die vooruitwijzingen een beetje weten te interpreteren. Toch weet Anne Provoost het voor mij aan het einde van het boek (dat wel) toch nog spannend te maken.
De beoordeling van dit boek hangt in elk geval sterk af van de instelling waarmee je dit boek ter hand neemt. Ga je uit van een roman, dan kom je bedrogen uit en zul je je kapot ergeren aan het boek; ga je uit van een jeugdboek, dan snap je direct waarom dit boek vele prijzen in de wacht sleepte, o.a. de Woutertje Pieterseprijs en een Zilveren Griffel. Bovendien herinner ik me nu ook weer dat ik van Anne Provoost voor het vak Jeugdliteratuur van Harry Bekkering De roos en het zwijn  heb gelezen. Dat had eenzelfde tussenvorm die intrigerend is en mooi materiaal is voor leerlingen in de derde of begin vierde klas.

*Bron: Bol.com

Evert Hartman, Oorlog zonder vrienden

Beoordeling: 5 sterren

De vader van de veertienjarige Arnold is NSB’er en Arnold is lid van de Jeugdstorm. Hij gelooft heilig in wat de partij propageert en ziet niet in waarom zijn klasgenoten, die een felle haat tegen de Duitsers koesteren, gelijk zouden hebben en hij niet. Maar dan ontdekt Arnold dat het meisje op wie hij verliefd is werk doet voor de ondergrondse. Moet Arnold haar verraden of moet hij zwijgen? Thuis kan hij er niet over praten en op school vertrouwen ze hem niet. Eenzaam zoekt Arnold zijn eigen weg.*

Hoewel de stijl van Hartman soms wat ouderwets oogt, blijft dit boek zelfs na meer dan 40 jaar een topboek. Het gekozen perspectief op de Tweede Wereldoorlog geeft een mooie inkijk in de problematiek van de jaren ’40. Daarnaast is de innerlijke strijd van Arnold symbolisch voor de strijd die jongeren voelen in hun puberteit: je ouders hebben niet meer altijd gelijk, maar wie wil ik zelf zijn? En hoe houd ik mij staande in de wereld?
Bovendien is er in dit boek veel tussen de regels door te lezen voor een volwassen lezer. Zaken die later in het boek tot uit uiting komen, zijn door een volwassen lezer al herkend. Dat is in dit boek niet storend, het is zelfs een pré. Een topper die iedereen zou moeten lezen en herlezen!

*Bron: Bol.com

 

Godfried Bomans, Pim, Frits en Ida

Beoordeling: 3 sterren

Op de basisschool lazen we in diverse klassen allemaal Pim, Frits en Ida. Om de beurt las er een leerling een stuk tekst voor en zo werkten we diverse boekjes door. Toen ik deze boekjes dan ook voor 1 euro per stuk tegenkwam op een boekenmarkt, heb ik ze direct meegenomen. Vol jeugdsentiment ben ik in de voorjaarsvakantie alle 8 delen gaan lezen. Niet alleen kwam ik erachter dat ik sommige delen nooit heb gelezen, maar ik wist van met name deel 8 precies wat er ging gebeuren. A trip down memory lane, maar dat niet alleen: ook een mening over het werk van Godfried Bomans.

In het eerste deel laat Bomans zien dat hij op een zeer natuurlijke wijze fantasie en werkelijkheid in elkaar kan laten vloeien. Ook als volwassen lezer wordt je meegeleid in het verhaal en vervaagt ook voor een volwassene de grens tussen realiteit en sprookje.

Het tweede deel laat een duidelijke stap zien in het leesniveau. Het verhaal maakt ook een ‘literaire’ stap, van een sprookje naar avonturen uit de eigen leefomgeving. Wat dat betreft volgt Bomans de literaire ontwikkeling van jeugdigen (zoals o.a. door Theo Witte onderzocht) op de voet.

Het derde deel is minder goed dan de eerste twee. Er is een spannend verhaal voor de jongens, waarna een meisjesverhaal volgt, om hen niet tekort te doen.

Het vierde deel laat duidelijk zien dat deze serie boeken bedoeld is voor het onderwijs. Het verhaal en de topografische kennis zijn in het boekje mooi verweven. Bomans laat zien dat hij de verschillende zaken die hij balans moet houden beheerst en het evenwicht tussen leesbaarheid, leesvaardigheidsbevordering en leerzaamheid goed kan bewaken.

Het vijfde deel vond ik niet zo best. Het taalgebruik is te ambtelijk om aan te spreken en volgens mij niet geschikt voor de leeftijdscategorie. Het verhaal is ook minder dan de eerdere verhalen. Ik kan me ook niet herinneren dat wij dit deel gelezen hebben op school. Ik vind het overslaan van deel vijf achteraf een goede!

Het zesde deel was al weer wat beter, maar Bomans heeft hier op literair gebied te veel concessies moeten doen aan het educatieve doel van deze boekjes. Bovendien bevat het boekje een te plotselinge wending om geloofwaardig te zijn. Jammer.

In het zevende deel wordt een stijgende lijn ingezet: een origineel en spannend verhaal en de nadruk komt weer (veel) meer op het literaire te liggen. Op naar het beste, zo lijkt het.

En het laatste deel vind ik dan ook het beste. Het is een volwaardig verhaal (al lijkt het qua onderwerp erg op deel zes), is spannend en heeft blijkbaar zoveel indruk gemaakt toen ik in groep acht zat, dat ik me nog ontzettend veel kan herinneren van het boek: van de fles onder de stalactiet tot de witte pijlen op de muren van de grot. Bomans is na  een paar mindere delen op het niveau van deel 1.

Concluderend: Bomans heeft zich nogal moeten beperken door alle educatieve eisen aan zijn reeks boekjes, maar hij laat ondertussen wel zien een zeer getalenteerd schrijver te zijn!

Peter van Dam, Jimmy wint een voetbal

Beoordeling: 4 sterren

Jimmy de Ruiter doet één ding het liefst en dat is voetballen. Tegen elke bal die hij ziet, moet hij een trap geven en het spreekt vanzelf dat de bal dan soms een andere kant opgaat dan de bedoeling was! In de buurt waar Jimmy en zijn vriend Ben wonen, wordt heel wat gevoetbald en natuurlijk ook op school.*

Men zegt wel eens dat je nooit je lievelingsboek uit je jeugd moet herlezen. Dat heb ik dan toch gedaan, maar zonder spijt. Wel vraag ik me sterk af waarom dit mijn lievelingsboek was. Ik zat niet op voetbal, ik hield niet van sporten en kan me ook niet voorstellen dat ik me erg kon identificeren met de hoofdpersoon. Maar goed, toen ik een jaar of 10 was, vond ik in dit boek blijkbaar iets dat me ontzettend aansprak.
Maar nu de grote vraag: wat vond ik herlezend van het boek. Eigenlijk hetzelfde als wat ik er vroeger van vond. Het boek is leuk geschreven, is grappig en is goed behapbaar voor een jeugdige lezer door de korte elementen waaruit het verhaal bestaat. Alleen het schaatsavontuur vond ik vroeger en vind ik nog steeds niet goed in het verhaal passen. Het is triviale literatuur tot en met, maar iedere grote lezer begint in het triviale. Zelfs Kees Fens’ favoriete jeugdboek was zeer triviaal, dus het komt meestal wel goed en misschien met mij ook wel.

*Bron: flaptekst Jimmy wint een voetbal

Finn Zetterholm, Julia’s reis

Beoordeling: 3 sterren

Julia is twaalf en woont met haar ouders in Stockholm. Ze is gek op kunst en kan waanzinnig goed tekenen. Op een dag zit Julia in het park te schetsen, als een vogel haar pen weggrist. Van schrik laat ze haar kladblok liggen. Wanneer ze de volgende dag terugkomt, heeft iemand er een boodschap in geschreven: 18 september, 15.00 uur. De onbekende boodschapper blijkt een jongen te zijn die haar op het hart drukt goed voor haar handen te zorgen, omdat ze heel bijzonder zijn. Julia weet niet goed wat ze hiervan moet denken. De volgende dag bezoekt ze met haar opa het Nationaal Museum in Stockholm. Wanneer Julia door toeval Rembrandts schilderij Het keukenmeisje aanraakt, verdwijnt ze in een zwart gat. Ze wordt wakker in de wereld van Rembrandt, het jaar is 1658. Het enige wat Julia bij zich heeft, zijn haar schetsboek en haar tekenpotlood. Dit is het begin van een avontuurlijke en wonderlijke reis door de wereld van de kunst. Julia ontmoet beroemde kunstenaars als Velázquez, Leonardo da Vinci, Edgard Degas, William Turner en Salvador Dalí. Van elke kunstenaar leert Julia nieuwe kneepjes van het vak. Maar hoe komt ze weer terug in 21e eeuw? Het geheim ligt in Julia’s handen.*

De aankondiging ‘De wereld van Sophie van de kunstgeschiedenis’ legt dat lat bij dit boek direct heel hoog en in mijn ogen wat te hoog. Het boek maakt die aankondiging niet waar helaas. Waar bij De wereld van Sophie de vorm, de inhoud, het verhaal en de ‘leerstof’ in een mooie balans zijn samengebracht, kent Julia’s reis te weinig uitleg voor kinderen om te begrijpen wat de schilder wil; een kader ontbreekt. Daarnaast geloof je het verhaal op een gegeven wel: elk hoofdstuk werkt op ongeveer dezelfde manier en zeker na de korte terugkeer van Julia in haar eigen tijd en doorreis naar de 19e eeuw. De balans ontbreekt, de lat ligt te hoog en het boek laat je achter met een teleurgesteld gevoel. Drie sterren, omdat iemand zonder veel kennis van de kunstgeschiedenis het nog best een spannend boek kan vinden.

*Bron: flaptekst Julia’s reis

Astrid Lindgren, De gebroeders Leeuwenhart

De gebroeders Leeuwenhart Beoordeling: 4 sterren

Karels broer Jonathan is mooi, slim en ontzettend dapper. Iedereen houdt van hem. Als er brand uitbreekt, springt hij met Karel in zijn armen uit het raam. Jonathan overleeft de sprong niet. Karel is klein, bleek, bang en al zijn hele leven ziek. Niet lang na de dood van Jonathan, sterft ook hij. De broers komen terecht in Nangijala. Daar worden ze de gebroeders Leeuwenhart genoemd. Om zo’n naam te verdienen moet je dapper zijn. Heel dapper! Dat moeten Jonathan en Karel bewijzen.

Toen ik op de basisschool zat, zo’n zes jaar oud was, bezochten we met school de film De gebroeders Leeuwenhart. Het is een van de eerste bioscoopherinneringen (al herinner ik me niet veel van het verhaal) die ik heb en ik ben altijd benieuwd geweest naar het boek. Lindgren maakt de zilveren griffel die ze voor dit boek kreeg zeker waar. Ze heeft een bijzonder boek geschreven dat fantasierijk is, spannend, op een mooie manier politieke situaties uit de werkelijkheid verwerkt en een sprookjesachtigheid kent. Ik ben zelf niet zo’n sprookjes- en ridderlezer, maar een goed boek is het zeker. Nu de film weer eens kijken en zien of ik mijn herinneringen van 20 jaar geleden kan aanvullen.