Ingmar Heytze, Elders in de wereld

Beoordeling: 3 sterren

Ik heb eerder bundels van Heytze gelezen en zowel Nietsche schrijft zijn laatste vers als Het ging over rozen heb ik met vijf sterren beoordeeld. Elders in de wereld valt mij een beetje tegen. Er zit een paar erg mooie gedichten in de bundel, maar lang niet allemaal spreken ze zo aan als het eerdere werk van Heytze. Misschien ben ik veranderd, misschien is Heytze veranderd en misschien wij allebei. Maar ik vind het jammer te merken dat zijn werk mij minder aanspreekt. Hopelijk ben ik met de volgende bundel weer net zo blij, zoals ik al blij met Heytze ben sinds zijn Scooterdagboek.

Martine van Rooijen, Boven in de groene linde zat een moddervette haan

Beoordeling: 5 sterren

Wat een prachtig cadeau kreeg Jessie van de ouders van een mentorleerling: Boven in de groene linde zat een moddervette haan. 75 fabels uit de wereldliteratuur, op rijm gezet met grapjes voor zowel kinderen als volwassenen. Hoewel voor een baby/dreumes de verhalen veel te moeilijk zijn, is het toch een feest om de fabels voor te lezen. Ze klinken mooi en de taal zwiert over de pagina’s. Een prachtige prestatie. De tekeningen zijn bovendien oogstrelend. Een absolute topper die de komende jaren meer uit de kast dan erin zal vertoeven.

M. Vasalis, Vergezichten en gezichten

Beoordeling: 2 sterren

De gedichten van Vasalis weten mij niet echt te raken. Het ene gedicht heeft een betere kwaliteit dan het andere, maar het is allemaal niet echt iets voor mij. De traditionele gedichten met de natuur en zelfbespiegeling als centrale motieven staan wat ver af van mijn favoriete dichters als Toon Tellegen.

Fernando Pessoa, Gedichten

Beoordeling: 2 sterren

In de Perpetua-reeks komt de beste literatuur van de wereld. Maar niet alle beste literatuur staat mij aan. Hoewel ik met de achtergrondinformatie die ik online vond, begrijp wat Pessoa probeert uit te drukken met zijn poëzie, zijn zijn gedichten mij te onsamenhangend. Ik vroeg mij regelmatig af “is dit een tekst”? Pessoa is bijzonder misschien, maar niet iets voor mij.

Daan Zonderland, Redeloze Rijmen

Redeloze rijmenBeoordeling: 3 sterren

Light-verse heeft mijn interesse, omdat het een relatie heeft met ‘mijn’ negentiende eeuw. Eliza Laurillard zou je een dichter van het genre light-verse kunnen noemen, net zoals sommige andere dominee-dichters. Toch is het werk van Zonderland niet het beste dat ik in het genre heb gezien.

Zijn gedichten zijn grappig, binnen het genre wel goed, in hun tijd behoorlijk goed, maar niet superinteressant. Dichters als Quirien van Haelen en grootheid Drs. P. hebben het genre veel verder gebracht dan Zonderland doet.

Nicolaas Beets, Dichtwerken

DichtwerkenBeoordeling: 4 sterren

Bekend geworden als de schrijver van dé Camera Obscura (masterscriptie) heeft Nicolaas Beets het grootste deel van zijn leven heel ander werk geschreven. In zijn Dichtwerken wordt zijn volledige poëtische oeuvre gepresenteerd.

Al gauw ga ik het werk van Beets vergelijken met die andere grote poëet waar ik mijn bachelorscriptie over schreef: Eliza Laurillard. Laurillard is inhoudelijk meer op het religieuze en vooral moralistische gericht. Ook speelt de natuur bij hem een veel grotere rol. Beets richt zich in zijn poëzie meer op intellectuelere onderwerpen. Zo komen vele Grieke goden voorbij. Een vergelijking tussen deze (en/of andere dominee-dichters) zou een leuk onderzoek opleveren.

Wat betreft het taalkunstenaarschap ontlopen de heren elkaar niet veel. Ook hier zou veel meer onderzoek naar gedaan moeten worden, maar ik heb de indruk dat Beets zich wat meer vrijheden veroorloofd: hij is niet bang op buiten de lijntjes te kleuren waar Laurillard een wat ‘stijvere’ indruk maakt.

Ten slotte: het lezen van de gedichten van Beets doen mij denken aan het probleem-Beets, door K. Heeroma omschreven als de vraag ‘Hoe […] het mogelijk [is] dat iemand op zijn zesentwintigste een geniaal boek schrijft en daarna zestig jaar lang zich zonder protest een leven van gekroonde onbenulligheid kan laten welgevallen?’. Hier kom ik over een paar weken op terug.

Marjoleine de Vos, Kat van sneeuw

Beoordeling: 1 ster

Ik was na haar bundel met bespiegelende stukken als niet zo erg enthousiast over Marjoleine de Vos. Haar dichtbundel maakt dat niet beter. Wat kan deze vrouw eigenlijk wél? En waarom wordt haar werk überhaupt uitgegeven? Zijn er mensen die hier geld voor betalen? Waarom wil het NRC met een alles behalve goede schrijfster in zee? Ik snap het niet.

Taal, literatuur en poëzie kunnen choqueren, emotioneren, de wereld in beweging brengen. De taal van De Vos doet dat alles behalve. Het doet helemaal niets. Talig niet bijzonder, thematisch leeg en vol gemeenplaatsen als “Een eikenboom is hij, zijn lijf verstijfd”. Wat een bagger!

C. Buddingh, Bericht aan de reizigers (boekenweekgeschenk 1975)

Bericht aan de reizigers

Beoordeling: 3 sterren

In mijn reeks boekenweekgeschenken is dit er één die mij wat minder aanspreekt. Het is een aardige verzamelbundel, waarin C. Buddingh van diverse grote schrijvers gedichten, verhalen en romanfragmenten bij elkaar heeft gezet met als thema ‘reizen’. Het is een leuke doorsnede van wat in 1975 als grote schrijvers werden gezien en opvallend genoeg zijn er nog maar weinig namen echt vergeten.

Aan de andere kant is Bericht aan de reizigers geen topper. De verhalen en gedichten zijn aardig tot goed, maar je vliegt de fragmenten alweer uit voor je er goed en wel in zit. Helaas, niet mijn ding, maar binnen zijn genre wel goed.

Hermine Heijermans, Snikken en smartlapjes (boekenweekgeschenk

Beoordeling: 1 ster

Het boekenweekgeschenk van 1976 is echt één van de slechtste ooit. Snikken en smartlapjes is een bloemlezing uit Nederlandse smartlappen uit de eerste decennia van de 20e eeuw. Voorafgaand krijg je als lezer een inleiding van Hermine Heijermans (dochter van Herman Heijermans) voorgeschoteld.

Deze inleiding is tenenkrommend: de opbouw rammelt en inhoudelijk lijkt ze geen punt te kunnen maken of in elk geval niet te kunnen kiezen wélk punt ze wil maken. Het is een slecht betoog van een oude (74) vrouw die terugkijkt en ziet dat het vroeger allemaal beter was.

Ook de uitvoering van het boekje, de afbeeldingen, vormgeving, tekstopmaak, alinea-opmaak; het is allemaal onaantrekkelijk en spreken zeker een lezer van nu niet meer aan. Ik kan me echter ook niet voorstellen dat men hier destijds lovend over was, al was ik er nog niet bij. Ik vind het in elk geval niks.

Menno Wigman, ’s Zomers stinken alle steden

Beoordeling: 4 sterren

Al eerder besprak ik bundels van Menno Wigman. Daaruit werd al duidelijk dat ik Menno Wigman hoog heb zitten. Niet elk gedicht van Wigman, ook in de bundel ’s Zomers stinken alle steden, spreekt mij direct aan, maar ook dit is een heerlijke bundel om regelmatig op je nachtkastje te hebben legen, door te bladeren en te lezen.