Wolf Kielich, Vrouwen op ontdekkingsreis

Vrouwen op ontdekkingsreis Beoordeling: 3 sterren

De negentiende eeuw was vooral de eeuw van de grote ontdekkingsreizen met beroemde namen als Stanley, Livingstone, Speke en Baker. Dat ook vrouwen zich in onbekende gebieden waagden is echter minder bekend. Zo drong de Oostenrijkse Ida Pfeiffer op Sumatra het gebied binnen van de Batakse menseneters, waarin zich nooit Nederlandse militairen en bestuursambtenaren hadden gewaagd. Daisy Bates werd door de Aboriginals als de geest van een voorouder vereerd, en de Nederlandse Alexandrine Tinne wist diep in Afrika door te dringen. Kielich portretteert in Vrouwen op ontdekkingsreis negen bijzondere vrouwen die de Victoriaanse moraal ontvluchtten.*

Het boek Vrouwen op ontdekkingsreis is een interessante verhalenbundel, die een mooi inkijkje geeft in de negentiende-eeuwse wereld. Onontdekte werelddelen, inheemse volken, kolonialisme; het is een wereld die we vandaag de dag nauwelijks nog kennen. Ook leest het boek als een trein, Kielichs stijl is helder en boeiend, zonder te simpeltjes te worden.
Wel simpel werd ik van de inleiding bij de bundel. Het feminisme druipt er vanaf en ook in de verhalen steekt het “wij-vrouwen-tegen-de-wereld-gevoel” soms de kop op. De vrouwen uit de bundel hebben inderdaad een andere levensloop gehad dan de gemiddelde negentiende-eeuwse (of eenentwintigste-eeuwse) vrouw, maar de nadruk die hierop ligt gaat op een gegeven moment storen. Ook is het jammer dat de levensbeschrijvingen en de opbouw van de verhalen zo sterk op elkaar lijken. Achteraf is nauwelijks nog te zeggen welke gebeurtenis bij wie hoort en de verhalen lijken achteraf gezien meer een invulling van een model, dan een literaire uitdaging. Een aanrader voor wie meer over dit onderwerp wil weten, maar geen sterke bundel.

*Bron: Bol.com

Ingmar Heytze, Scooterdagboek

Scooterdagboek Beoordeling: 5 sterren

De Utrechtse dichter Ingmar Heytze lijdt aan hodofonie ofwel reisangst. Als gevolg hiervan verliet hij jarenlang zelden zijn woonplaats. Na tien jaar werd het tijd voor een doorbraak: de dichter nam motorrijles en haalde begin 2005 zijn rijbewijs. Met de mengeling van (zelf)spot en ernst die zijn werk kenmerkt, dot Heytze in ‘Scooterdagboek’ uit de doeken hoe hij zijn reisangst langzaam maar zeker van zich af weet te schudden, soms geholpen door het zingen van gospels in zijn motorhelm. Zijn belevenissen op het asfalt zullen een feest van herkenning zijn voor elke motorrijder, en een uitgestoken hand naar iedereen die zijn angst wil overwinnen.*

Ik ben en blijf fan van Ingmar Heytze. Niet alleen zijn dichtbundels (1, 2) zijn aanraders voor zowel beginnende als gevorderde lezers. Ook Scooterdagboek zou iedereen moeten hebben gelezen. En zoveel werk is dat niet: 105 bladzijdes in A5-formaat. De belevenissen op zijn scooter die hij beschrijft zijn alledaags en niet heel bijzonder, maar zijn natuurlijke omgang met de taal, het slechts sporadisch gebruiken van kunstgrepen en de humor die gedoseerd wordt verwerkt, maken de verhalen een lust om te lezen. Vijf sterren meer dan waard.

*Bron: Bol.com

Thea Beckman, Saartje Tadema

Saartje Tadema Beoordeling: 5 sterren

1712. De zevenjarige Saartje Tadema komt met haar broer terecht in het Burgerweeshuis aan de Kalverstraat in Amsterdam. Saartje is een slim meisje, dat dol is op lezen, maar in het weeshuis zijn nauwelijks boeken te vinden en als ze erom vraagt krijgt ze te horen dat ze dankbaar en gehoorzaam moet zijn en vooral niet moet zeuren. Zo worstelt Saartje zich door een aantal moeizame jaren heen, reikhalzend uitziend naar het moment dat ze het weeshuis mag verlaten. Als ze op een dag even weg mag voor een boodschap grijpt Saartje haar kans? ze weet een baantje te bemachtigen als dienstmeisje in de ‘Herberg-op-het-IJ’, een stadsherberg waar veel zeelui komen. Vanaf dat moment verandert Saartjes leven.*

In de brugklas heb ik veel gelezen van Thea Beckman en nadat Kruistocht in spijkerbroek toch wel een beetje tegenviel, was Saartje Tadema echt heel erg leuk. Het verhaal heeft veel minder een moraliserende ondertoon en de hoofdpersoon heeft wat meer psychologische diepgang. Toch is ook hier de wereldbeschouwing van de jaren ’70 door het verhaal heen te zien (feminisme, secularisatie, zelfstandige burgerzin). Waar me dat bij Kruistocht in spijkerbroek zo stoorde dat het het boek een ster kostte, is het hier aanwezig op een manier die literair-historisch wat toevoegt aan het boek, zonder te overheersen. Lezen dus!

*Bron: Bol.com

Rudyard Kipling, Kim

Kim Beoordeling: 3,5 sterren

Rudyard Kipling, winnaar van de Nobelprijs voor literatuur, schreef verschillende romans, waaronder Het jungleboek en het meesterwerk Kim. Kim (1901) is het kleurrijke en tijdloze verhaal over een vroegwijze weesjongen van deels Ierse en deels Indiase afkomst, die tussen twee culturen staat. Hij moet zich in zijn eentje zien te redden in het chaotische Lahore, stad van markten en legerkampen, opstandelingen en gelovige massa’s. Zijn leven verandert als hij samen met een oude Tibetaanse lama op zoek gaat naar de Levensrivier en hij tegelijk verwikkeld raakt in een spionageaffaire. De rivier lijkt onvindbaar, maar Kim leert veel over de wereld en zichzelf.*

Voor het eerst in meerdere jaren kon ik echt niet kiezen. Drie sterren? Of vier sterren? Kijkend naar de kwaliteit van Kiplings werk moet ik gaan voor vier of misschien wel vijf sterren, kijkend naar mijn leesplezier moet ik gaan voor drie of misschien wel twee sterren.
Kipling is een goed romancier, zijn verhaal heeft mooie spanningsbogen, fantastische personages die je tot in de kleinste details leert kennen, kent prachtige omschrijvingen van de omgeving, kortom: een rijke roman. Maar het verhaal is wel meer dan 100 jaar oud en je kunt dit boek alleen lezen wanneer je er met je hoofd bij bent. Het boek is daardoor niet zo toegankelijk en maakt het een aanrader voor de literaire fijnproever. En dat resulteert (voor het eerst en waarschijnlijk ook voor het laatst) in 3,5 ster voor Kim van Rudyard Kipling.

*Bron: Bol.com

Francine Oomen, Gek van liefde

Gek van liefde Beoordeling: 4 sterren

Iedereen is wel eens gek van liefde: iedereen kent de maniakale begeerte die met grote hartstocht gepaard gaat en de dwaze haat die met het voorbijgaan van de passie komt – maar niet iedereen kan die gekte goed onder woorden brengen.
In Gek van liefde beschrijft Francine Oomen gevoelens van verlangen, verliefdheid en liefdesverdriet. Haar gedichten bieden troost aan wie afscheid moet nemen van een oude liefde en herkenning voor wie hunkert naar een nieuwe. In heldere taal en zonder pathetiek analyseert ze haar iegen liefdeleven: vallen en opstaan, sadder and wiser – dat is de kern van deze bundel liefdespoëzie.*

Toen ik de bundel van Oomen opensloeg, waren de eerste gedichten die ik las geen pennenvruchten waar ik blij van werd, maar lezend en speurend kwam ik tussen de joepie-joepie-lyriek ook enkele pareltjes tegen. Dit zijn vooral de gedichten waarin de triestere kanten van de liefde aan bod komen.
Deze bundel is een bonte mengeling van mooie en minder mooie poëzie met allerlei verschillende onderwerpen, thema’s, gedachten en variaties in stijl. Zo zijn er het prachtige Voorbij, het ontroerende Geen prettig aangezicht, het flutsige Liedje dat almaar door mijn hoofd blijft malen en het onbegrijpelijke Geel weiland.

*Bron: Flaptekst Gek van liefde

Thea Beckman, “Kruistocht in spijkerbroek”

Kruistocht in spijkerbroek geb Beoordeling:4 sterren

De zestienjarige Dolf uit Amstelveen geeft zich op als proefkonijn: hij zal door een materie-transmitter teruggeflitst worden naar de Middeleeuwen om daar één middag een kijkje te nemen. Maar door een foute berekening komt hij in het jaar 1212 terecht in een Kinderkruistocht die net uit Keulen is vertrokken en niet op het riddertoernooi in Montgivray in Midden-Frankrijk dat hij zo graag wilde bijwonen. Verbijsterd ziet hij duizenden gelovige – en vooral goedgelovige – kinderen, aan wie wonderen zijn beloofd, zingend aan hem voorbijtrekken. Zij zijn van plan met hun blote handen het Heilige Land van de Saracenen te bevrijden. Om vijf uur diezelfde middag moet Dolf weer op de afgesproken plek staan om teruggeflitst te worden naar de twintigste eeuw tenminste, als er niets fout gaat…*

Kruistocht in spijkerbroek is één van die boeken die ik op mijn 13e/14e las en toen helemaal geweldig vond. Ik heb sowieso meer dan de helft van Beckmans ouevre versleten in die tijd. Nu ik het boek opnieuw lees, begrijp ik mijn begeestering van toen heel goed. Je blijft lezen en wilt weten hoe het gaat aflopen met de kinderkruistocht waaraan Dolf deelneemt. Zelfs als je de afloop al weet, blijft het leuk en dat geeft voor mij aan dat dit boek kwaliteit heeft.
Toch zie ik, met mijn leeservaring en studie als extra bagage, dat dit boek ook zijn minpuntjes heeft. Zo wordt prachtig toegewerkt naar de climax op het strand van Genua, maar dat zorgt er ook voor dat het stuk erna als anticlimax wordt ervaren. Ook de blij vlagen zeer moralistische toon en karikaturale schetsing van twintigste-eeuwers en middeleeuwers zijn wat storend.
Maar herlezing van dit boek toont aan waarom het al jaren en jaren populair is bij jongeren overal in Nederland en waarom het de Gouden Griffel zeker heeft verdiend. Een aanrader voor jong én oud!

*Bron: Bol.com

Vrouwkje Tuinman, “Vitrine”

Vitrine Beoordeling: 3 sterren

De wereld in Vitrine is een uitstalkast, waarin de hoofdpersoon rondkijkt en gezien wordt. Ze probeert mensen en situaties vast te leggen, terwijl ze zichzelf tegelijkertijd verbergt. Liefde, familie, alledaagsheid – het tentoongestelde leven wordt vol bewondering bekeken en van overbodige lagen ontdaan. Er wordt veel geobserveerd en maar mondjesmaat beleefd. Tot het moment waarop de ogen niet meer willen sluiten, de camera geen obstakel meer is en zelfs de dikste winterkleren er niet meer in slagen iets te verbergen.*

Ik weet niet zo goed wat ik met Vitrine aan moet. De drie sterren is dan ook meer een 6- omdat het niet onvoldoende is wat Tuinman doet, maar ze pakt me ook niet zo in dat ze een sterretje meer zou kunnen verdienen. Sommige gedichten spreken me aan, anderen totaal niet. Ik vermoed dat mijn probleem met Tuinmans poëzie is dat het ‘kopijeerlust des dagelijkschen levens’ blijft. Dat doet ze uitstekend, maar dat is voor mij lang niet voldoende om per se elke letter in deze bundel gelezen te willen hebben. Wat meer engagement, wat meer emotie of wat meer taalkunst zouden deze bundel goed hebben gedaan.

*Bron: flaptekst Vitrine

Frans Kellendonk, “Mystiek lichaam”

De romans Beoordeling: 3 sterren

Een vader die alleen aan geld denkt, een recalcitrante dochter die een bommoeder wordt, een met tegenzin homoseksuele zoon: het lijkt wel een parodie op de drie-eenheid.*

Mystiek lichaam is een boek dat mij heeft vermaakt en het is zeer goed geschreven. Kellendonks stijl behoeft enige gewenning, maar het verhaal is vermakelijk, bij tijden ronduit goor, maar blijft boeien tot het einde. Toch is het niet een boek dat mij geraakt heeft of op een bepaalde manier aan het denken heeft gezet. Een boek dat ik mensen kan aanraden, vermakelijk, goed geschreven, interessant, maar niet meer dan dat.

*Bron: Bol.com

M. van der Land, Tussen ideaal en illusie

Tussen ideaal en illusie Beoordeling: 3 sterren

Op 14 oktober 1966 wordt in Amsterdam de Politieke Partij Democraten ’66 opgericht. In de loop der jaren ontwikkelt de partij zich van een radicaal-democratische vernieuwingsbeweging tot een gevestigde politieke partij. De geschiedenis van D66 kent sterk wisselende successen, maar bijna 37 jaar na haar oprichting laat het vaak voorspelde verdwijnen van de partij nog steeds op zich wachten. Maar hoe is D66 gedurende haar bestaan omgegaan met haar oorspronkelijke doelstellingen: radicale democratisering van politiek en samenleving, het doorbreken van de partijpolitieke verhoudingen en pragmatische, niet-ideologische politiek?
In dit eerste boek over de roemrijke geschiedenis van D66 komen alle hoogte- en dieptepunten van bijna 37 jaar van de partij aan de orde: het Initiatiefcomité, het Appèl en de glorieuze entree in de Nederlandse politiek, de kabinetsdeelnames in de jaren zeventig en tachtig, de historische verkiezingsoverwinning in 1994 en de vorming van het paarse kabinet. Maar ook de crisis in 1974, toen de partij op sterven na dood was, het verlies na de deelname aan de kabinetten-Van Agt II en III , het (tweevoudig) vertrek van partijleider Van Mierlo en de verkiezingsnederlaag van 2002 passeren de revue.*

Het proefschrift van Van der Land is zeer leesbaar en geeft een mooi beeld van D66. Bovendien levert het voor iemand die van na 1966 is een interessante inkijk in de historie van de partij.

De hoofdstukken twee t/m zeven beschrijven de geschiedenis van D66 in chronologische volgorde. Doorgaans weet Van der Land in stijl en inhoud een goede mix te maken van het overbrengen van de sfeer in de partij en het politieke landschap en wetenschappelijke distantie. Een wat minder hoofdstuk vormt hoofdstuk drie. Hierin worden veel parallelle gebeurtenissen beschreven die deels ook uit elkaar voortvloeien en deze worden pas door de samenvatting in de laatste paragraaf in een duidelijk kader geplaatst.
In het vierde hoofdstuk, op bladzijde 223 komt vervolgens een onvergeeflijke fout voor in het boek. Zonder enige voetnoot, onderbouwing of argumentatie schrijft Van der Land: ” […] en het duidelijk maken dat D’66 het beste van het liberalisme en het beste va de sociaal-democratie in zich verenigt.” Een zeer subjectieve opmerking die niets te maken heeft met de inhoud van het hoofdstuk en die mijns inziens in een proefschrift absoluut niet kan, zonder daar een opmerking bij of over te maken.
Wat de chronologische beschrijving van de geschiedenis met zich meebrengt is dat je als lezer meer en meer behoefte krijgt aan het trekken van conclusies, het leggen van verbanden, een hypothese, overtuiging van het gelijk van de historicus. Omdat Van der Land in de inleiding geen stelling(en) heeft geponeerd, is het erg wachten op het moment waarop hij wat gaat doen met de beschreven geschiedenis en dat is erg jammer. Het boek laat tijdens het lezen daardoor een wat ‘Reader’s Digest-achtige vluchtigheid indruk achter. Deze wordt in het achtste hoofdstuk wel degelijk goed gemaakt met enkele goede bespiegelingen en duidelijke conclusies, maar het zwaartepunt ligt wat mij betreft wat te veel bij het beschrijvende en wat te weinig op het laten zien van wat dat betekent**.
De beschouwing in het laatste hoofdstuk is een leuke toevoeging waarin we het meest van de schrijver te zien krijgen en hij op een veel ontspannener manier schrijft dan in de voorgaande vierhonderd bladzijden.

Erg storend zijn de vele taalfoutjes die over het hele boek verspreid voorkomen. Vaak zijn deze ontstaan bij wijzigingen in de formulering, maar ook doodeenvoudige typfouten die elke spellingchecker herkent, komen veelvuldig voor. Een van de opvallendste voorbeelden: een foto met vijf oud-fractievoorzitters van D66 met daaronder “vier fractievoorzitters”.

Een leuk boek, een aanrader voor iedereen die geïnteresseerd is in D66 en zeker voor iedereen die binnen het partijkader van D66 actief is. Maar dit boek vormt voor mij geen sluitsteen in onderzoek rond D66, maar pas het begin.

* Bron: Bol.com
**Dit is precies de reden dat voor mij een wetenschappelijke carrière niet in het verschiet ligt en mijn masterscriptie niet leidde tot cu

Chris van Abcoude, “Kruimeltje”

Kruimeltje Beoordeling: 3 sterren

In de decemberkou sjokt ’s avonds laat een kleine jongen met zijn handen in zijn zakken door de sneeuw. Het is Kruimeltje, die door vrouw Koster, de vrouw bij wie zijn moeder hem als baby heeft achtergelaten, weer de straat io is gestuurd. Hij mag pas terugkomen als hij wat geld heeft verdiend om zijn kost en inwoning te betalen. Dit is het begin van een reeks avonturen waarbij de zoektocht naar Kruimeltjes ouders de rode draad vormt.*

Het verhaal van Kruimeltje doet sterk denken aan het verhaal van Annie: twee kinderen die na een verleden in een weeshuis bij hun ouders terugkomen en herkend worden door middel van een medaillon. Dat maakt het verhaal van Kruimeltje niet echt bijzonder. Dat zou goed gemaakt kunnen worden door spanning of stijl, maar ook die ontbreken, vooral in de eerste helft van het boek.
Waar Charles Dickens als schrijver naast een mooi verhaal ook door zijn manier van vertellen en zijn uitgebalanceerde manier spanningsopbouw een meester is in dit soort boeken, heeft van Van Abcoude het talent om het tempo te verhogen op momenten die spannend zijn en het tempo te vertragen op momenten waar dat helemaal niet nodig is. De beschrijvingen van omgevingen en gebeurtenissen missen een hoop details en na het langzaam opbouwen van een probleem in Kruimeltjes leven, is het in een vloek en een zucht opgelost.
In het tweede deel van het boek verbetert dit. Het verhaal krijgt meer body en ondanks het happy end (het is een kinderboek per slot van rekening) dat je van verre al ziet aankomen, is dit deel aangenaam om te lezen. Gelukkig maar, want dat helpt Kruimeltje aan zijn derde ster.

*Bron: gebaseerd op Bol.com