Chris van Abcoude, “Pietje Bell”

Beoordeling: 5 sterren

Pietje Bell… de naam alleen al roept het beeld op van een belhamel, een jongen die de ene ondeugende streek na de andere uithaalt. Sinds het verschijnen van de eerste uitgave hebben onnoemelijk veel kinderen, en voor hen hun ouders, genoten van de verhalen over deze jongen, die altijd kattenkwaad moest uithalen.*

Pietje Bell is een ontroerend boek waarin Chris van Abcoude de belevenissen van Pietje op zo’n manier beschrijft dat je als lezer grote sympathie voor hem krijgt. Hoewel Pietje allerhande zaken uithaalt en daarbij altijd de schuld buiten zichzelf legt, ga je als lezer snel in zijn redenering mee. Door de relatie die Piet heeft met zijn leraar in de tweede klas en zijn tragische overlijden groeit die sympathie alleen nog maar.
Daarnaast is Pietje Bell ook literairhistorisch leuk om te lezen. Het taalgebruik van Van Abcoude en de traditie van boeken met een ondeugend kind dat toch de sympathie van medepersonages en lezer verwerft (Dick Trom, Jip en Janneke, Stijfkopje) maken dit boek een aanrader.

*Bron: Bol.com

Constantijn Huygens, “100 puntdichten”

Beoordeling: 2 sterren

De puntdichten van Huygens zijn erg leuk, maar de bundel valt nogal tegen. Er zit geen lijn in de selectie van de gedichten en de inleiding heeft weinig toegevoegde waarde. Wat nog het meest opvalt in de inleiding is de volgende zinsnede: “In elk normaal beschaafd land zouden dergelijke gedichtjes door iedereen gekend en geciteerd worden. De modale Nederlander kijkt liever tv en laat het erfgoed verkommeren”. En daarmee is de toon gezet. De dichtkunst van Huygens maakt zeer veel goed, maar deze twee sterren zijn vooral een signaal aan de samensteller Gerard van der Leeuw.

Mooie zinnenboek – Constantijn Huygens, “Wetten onnut”

Wetten onnut

De boose blyven boos, geen’ Keuren en geen’ Wetten
en konnen haer versetten:

De vrome en hoeven geen: indien mer dan op lett,
Waer toe dient Keur of Wett?

(8 februari 1669)

Nutteloze wetten
De slechten blijven slecht, geen bepaling of wet
konden hen vergoeden
De vromen hebben ze niet nodig: wanneer je er dan op let,
waartoe dienen bepalingen of wetten?

Balthazar Huydecoper, “Achilles”

Beoordeling: 4 sterren

Het treurspel Achilles beschrijft de periode in de oorlog tussen Troje en Griekenland wanneer Achilles heeft besloten niet langer deel te nemen aan de strijd, zijn vriend Patroclus bezwijkt op het slagveld en tot het moment waarop Achilles Hector heeft verslagen.

Dit in 1719 geschreven treurspel voldoet naadloos aan de traditie van het Frans-classicisme. Het beoordelen van dit stuk moet dan ook gebeuren met het oog daarop, want vooral de eenheid van tijd en plaats maken het stuk voor ons, de Joop-van-den-Ende-generatie, erg saai. Binnen de grenzen van het Frans-classicisme heeft Huydecoper een prachtig stuk geschreven dat zowel poëtisch als wat betreft taalgebruik als wat betreft de manier waarop hij de bron dramatisch heeft verwerkt goed in elkaar zit. De leesbaarheid naa bijna 300 jaar zorgt voor vier sterren in plaats van vijf.

Victor Hugo, “Les Misérables”

 Beoordeling:4 sterren

Het aangrijpende verhaal van de hoofdpersoon Jean Valjean begint met een gebeurtenis die hem zijn hele leven zal blijven achtervolgen: hij steelt een brood om zijn neefjes, die al dagen niets meer hebben gegeten, van de hongerdood te redden. Dit op zich onbeduidende incident komt hem echter op een zware gevangenisstraf te staan: hij wordt veroordeeld tot negentien jaar dwangarbeid…
Als hij na al die ellendige jaren vrijgelaten wordt, wil niemand meer iets met hem te maken hebben. Desondanks weet Valjean zich te ontwikkelen tot een gerespecteerd burger.
Zijn criminele verleden blijft hem echter achtervolgen in de persoon van zijn aartsrivaal inspecteur Javert, die verbeten op hem blijft jagen vanwege zijn al dan niet vermeende misstappen. Hierdoor kunnen Valjean en zijn aangenomen dochter Cosette geen rust vinden en bewegen zij zich als paria’s door een maatschappij die zich kenmerkt door onrust, oproer en sociale misstanden.*

Les misérables is een prachtige, typisch 19e-eeuwse roman. Het tragische verhaal van Jean Valjean en met name de historische tekening die een belangrijke rol speelt in het verhaal spreken mij erg aan. De enige passage die mij erg tegenviel was de opstand op de barricade, die overduidelijk de climax van het boek moet vormen, maar wat mij betreft het minste stuk was. Hugo laat je meeleven met de hoofdpersonages Valjean, Marius en Cosette en doorbreekt die fijne vertelling behoorlijk abrupt door een nogal rommelig georganiseerde opstand. Jammer, maar het boek blijft wel een aanrader, maar wel een aanrader met vier sterren!

*Bron: Bol.com

There’s probably no God. Now stop worrying and enjoy your life.

Na Groot-Brittanië, Spanje en Italië is Nederland bijna aan de beurt om bussen rond te zien rijden met atheïstische posters. En nog voor het zo ver is buitelen (met name) christenen en atheïsten al weer over elkaar om aan te tonen dat de ander ongelijk heeft en hem erg beledigt met wat die ander uitdraagt. En een atheïst zou toch beter moeten weten: als iets niet bestaat, negeer het dan in plaats van het te bestrijden (J.M.). Maar atheïsten vallen in dezelfde valkuilen als de grotere religies in de wereld en dat komt omdat zij twee kenmerkende eigenschappen delen.

De grote religieuze stromingen houden zich niet enkel met religie en spiritualiteit bezig, zowel het Jodendom, het Christendom als de Islam heeft een hele duidelijke politieke, machtsgeoriënteerde component. Deze historische vermenging van religie en macht is bijvoorbeeld zichtbaar in de rol de die paus en het Vaticaan in het verleden speelden waarbij het voeren van oorlogen en het uitbreiden van de pauselijke gronden niet meer dan normaal waren.

Een tweede eigenschap die aanwezig is in de grote wereldsgodsdiensten is de overtuiging van het bezitten van de waarheid, vastgelegd in Tenach, Bijbel, Koran of ander heilig document. Wanneer jij de waarheid bezit, heeft een ander automatisch ongelijk, een grijs gebied waarin gesprek ontstaat over het mogelijke gelijk is daardoor niet mogelijk en elkaar negeren of conflict zijn de enige andere grondhoudingen die mogelijk zijn. En er is zeker samenwerking tussen de verschillende groepen, maar aan het einde van de dag blijft het gelijk toch aan ieders eigen zijde.

Atheïsten ontkennen het bestaan van een god, maar zij zijn evenals geïnstitutionaliseerde gelovigen zo overtuigd van dat gelijk, dat er bij hen ook geen grijs gespreksgebied is. Het atheïsme is een geloof geworden dat op gelijke voet discussieert met de omringende geloven. Bovendien zijn atheïsten zich meer en meer aan het groeperen om de aanhangers van god te overtuigen van het geloof in een niet-god.

Ik ben heel bewust geen atheïst: ik ben niet anti-religie, ik ben zelfs zeer geïnteresseerd in religie en bestempel mezelf als een spiritueel persoon. Na een katholieke opvoeding ben ik nu al een jaar of zes ongebonden spiritueel en iets meer dan twee jaar ook op papier. Religie moet mijns inziens iets persoonlijks zijn. En ik heb in de loop van de jaren mijn ideeën over wat er meer is in deze wereld ontwikkeld en deze blijven zich ontwikkelen. Maar dat is míjn waarheid. Ik zal dus zeker geen bijdrage aan leveren aan de de buscampagne. Leven en laten leven, en Red mij niet!