Frans Kellendonk, “Mystiek lichaam”

De romans Beoordeling: 3 sterren

Een vader die alleen aan geld denkt, een recalcitrante dochter die een bommoeder wordt, een met tegenzin homoseksuele zoon: het lijkt wel een parodie op de drie-eenheid.*

Mystiek lichaam is een boek dat mij heeft vermaakt en het is zeer goed geschreven. Kellendonks stijl behoeft enige gewenning, maar het verhaal is vermakelijk, bij tijden ronduit goor, maar blijft boeien tot het einde. Toch is het niet een boek dat mij geraakt heeft of op een bepaalde manier aan het denken heeft gezet. Een boek dat ik mensen kan aanraden, vermakelijk, goed geschreven, interessant, maar niet meer dan dat.

*Bron: Bol.com

M. van der Land, Tussen ideaal en illusie

Tussen ideaal en illusie Beoordeling: 3 sterren

Op 14 oktober 1966 wordt in Amsterdam de Politieke Partij Democraten ’66 opgericht. In de loop der jaren ontwikkelt de partij zich van een radicaal-democratische vernieuwingsbeweging tot een gevestigde politieke partij. De geschiedenis van D66 kent sterk wisselende successen, maar bijna 37 jaar na haar oprichting laat het vaak voorspelde verdwijnen van de partij nog steeds op zich wachten. Maar hoe is D66 gedurende haar bestaan omgegaan met haar oorspronkelijke doelstellingen: radicale democratisering van politiek en samenleving, het doorbreken van de partijpolitieke verhoudingen en pragmatische, niet-ideologische politiek?
In dit eerste boek over de roemrijke geschiedenis van D66 komen alle hoogte- en dieptepunten van bijna 37 jaar van de partij aan de orde: het Initiatiefcomité, het Appèl en de glorieuze entree in de Nederlandse politiek, de kabinetsdeelnames in de jaren zeventig en tachtig, de historische verkiezingsoverwinning in 1994 en de vorming van het paarse kabinet. Maar ook de crisis in 1974, toen de partij op sterven na dood was, het verlies na de deelname aan de kabinetten-Van Agt II en III , het (tweevoudig) vertrek van partijleider Van Mierlo en de verkiezingsnederlaag van 2002 passeren de revue.*

Het proefschrift van Van der Land is zeer leesbaar en geeft een mooi beeld van D66. Bovendien levert het voor iemand die van na 1966 is een interessante inkijk in de historie van de partij.

De hoofdstukken twee t/m zeven beschrijven de geschiedenis van D66 in chronologische volgorde. Doorgaans weet Van der Land in stijl en inhoud een goede mix te maken van het overbrengen van de sfeer in de partij en het politieke landschap en wetenschappelijke distantie. Een wat minder hoofdstuk vormt hoofdstuk drie. Hierin worden veel parallelle gebeurtenissen beschreven die deels ook uit elkaar voortvloeien en deze worden pas door de samenvatting in de laatste paragraaf in een duidelijk kader geplaatst.
In het vierde hoofdstuk, op bladzijde 223 komt vervolgens een onvergeeflijke fout voor in het boek. Zonder enige voetnoot, onderbouwing of argumentatie schrijft Van der Land: ” […] en het duidelijk maken dat D’66 het beste van het liberalisme en het beste va de sociaal-democratie in zich verenigt.” Een zeer subjectieve opmerking die niets te maken heeft met de inhoud van het hoofdstuk en die mijns inziens in een proefschrift absoluut niet kan, zonder daar een opmerking bij of over te maken.
Wat de chronologische beschrijving van de geschiedenis met zich meebrengt is dat je als lezer meer en meer behoefte krijgt aan het trekken van conclusies, het leggen van verbanden, een hypothese, overtuiging van het gelijk van de historicus. Omdat Van der Land in de inleiding geen stelling(en) heeft geponeerd, is het erg wachten op het moment waarop hij wat gaat doen met de beschreven geschiedenis en dat is erg jammer. Het boek laat tijdens het lezen daardoor een wat ‘Reader’s Digest-achtige vluchtigheid indruk achter. Deze wordt in het achtste hoofdstuk wel degelijk goed gemaakt met enkele goede bespiegelingen en duidelijke conclusies, maar het zwaartepunt ligt wat mij betreft wat te veel bij het beschrijvende en wat te weinig op het laten zien van wat dat betekent**.
De beschouwing in het laatste hoofdstuk is een leuke toevoeging waarin we het meest van de schrijver te zien krijgen en hij op een veel ontspannener manier schrijft dan in de voorgaande vierhonderd bladzijden.

Erg storend zijn de vele taalfoutjes die over het hele boek verspreid voorkomen. Vaak zijn deze ontstaan bij wijzigingen in de formulering, maar ook doodeenvoudige typfouten die elke spellingchecker herkent, komen veelvuldig voor. Een van de opvallendste voorbeelden: een foto met vijf oud-fractievoorzitters van D66 met daaronder “vier fractievoorzitters”.

Een leuk boek, een aanrader voor iedereen die geïnteresseerd is in D66 en zeker voor iedereen die binnen het partijkader van D66 actief is. Maar dit boek vormt voor mij geen sluitsteen in onderzoek rond D66, maar pas het begin.

* Bron: Bol.com
**Dit is precies de reden dat voor mij een wetenschappelijke carrière niet in het verschiet ligt en mijn masterscriptie niet leidde tot cu

Chris van Abcoude, “Kruimeltje”

Kruimeltje Beoordeling: 3 sterren

In de decemberkou sjokt ’s avonds laat een kleine jongen met zijn handen in zijn zakken door de sneeuw. Het is Kruimeltje, die door vrouw Koster, de vrouw bij wie zijn moeder hem als baby heeft achtergelaten, weer de straat io is gestuurd. Hij mag pas terugkomen als hij wat geld heeft verdiend om zijn kost en inwoning te betalen. Dit is het begin van een reeks avonturen waarbij de zoektocht naar Kruimeltjes ouders de rode draad vormt.*

Het verhaal van Kruimeltje doet sterk denken aan het verhaal van Annie: twee kinderen die na een verleden in een weeshuis bij hun ouders terugkomen en herkend worden door middel van een medaillon. Dat maakt het verhaal van Kruimeltje niet echt bijzonder. Dat zou goed gemaakt kunnen worden door spanning of stijl, maar ook die ontbreken, vooral in de eerste helft van het boek.
Waar Charles Dickens als schrijver naast een mooi verhaal ook door zijn manier van vertellen en zijn uitgebalanceerde manier spanningsopbouw een meester is in dit soort boeken, heeft van Van Abcoude het talent om het tempo te verhogen op momenten die spannend zijn en het tempo te vertragen op momenten waar dat helemaal niet nodig is. De beschrijvingen van omgevingen en gebeurtenissen missen een hoop details en na het langzaam opbouwen van een probleem in Kruimeltjes leven, is het in een vloek en een zucht opgelost.
In het tweede deel van het boek verbetert dit. Het verhaal krijgt meer body en ondanks het happy end (het is een kinderboek per slot van rekening) dat je van verre al ziet aankomen, is dit deel aangenaam om te lezen. Gelukkig maar, want dat helpt Kruimeltje aan zijn derde ster.

*Bron: gebaseerd op Bol.com

Arthur Japin, “De overgave”

De overgave Beoordeling: 5 sterren

Texas 1836 – een groep jonge Comanche-indianen overvalt het fort van de pioniersfamilie Parker. Granny, de moeder van het gezin, moet toezien hoe haar kinderen en kleinkinderen worden ontvoerd. De vrouw overleeft het ondraaglijke op pure wilskracht.
Veertig jaar later krijgt de dan hoogbejaarde Granny, bezoek van Quanah, de aanvoerder van de door haar zo gehate Comanche. Hij is op weg om zich over te geven en zijn verslagen volk voor altijd in het reservaat te leiden. Hiermee wordt, na bijna vierhonderd jaar, de onderwerping van de oorspronkelijke bewoners van Amerika een feit.
De overgave vertelt het aangrijpende en onvoorstelbare leven van een vrouw die in het gevecht om haar kinderen en kleinkinderen uiteindelijk het machtigste wapen moet leren hanteren: vergeving.
De overgave, gebaseerd op historische feiten, is een roman van hoop, wraak en nietsontziende liefde.*

De overgave is een magistrale roman van een fantastisch schrijver. Met het verhaal van Granny Parker schrijft Arthur Japin opnieuw een roman gebaseerd op historische gegevens. En opnieuw een roman over een personage dat buiten de mensheid lijkt te staan. Bij het zien van een dier dat van de kudde is weggeraakt en in zijn eentje over de vlakte loopt wordt dit expliciet symbolisch weergegeven.

Het verhaal van Granny is niet alleen spannend door wat er gebeurd, maar ook door de manier van schrijven van Japin. Zijn zinnen zijn mooi, zonder erg complex te worden en de vele vergelijkingen, beelden en symbolen maken dat de betekenis van het verhaal duidelijk op de lezer wordt overgebracht. De mooiste citaten heb ik in mijn Mooie zinnenboek heb ik er enkele opgenomen (1, 2, 3, 4).  Toch gebeurt dit alles niet zo oppervlakkig of expliciet dat het voor een wat geoefender lezer saai wordt om te lezen. Een aanrader voor iedereen!

*Bron: flaptekst “De overgave”

Chris van Abcoude, “Pietje Bell gaat vliegen”

Pietje Bell gaat vliegen Beoordeling: 3 sterren

Meester Long neemt zijn klas mee op schoolreisje naar Schiphol. Hij hoopt dat het voor iedereen een leuke dag wordt en dat alles ordelijk zal verlopen. Hij weet alleen ook dat er in zijn klas één heel groot gevaar rondloopt….Pietje Bell! Om te voorkomen dat de jongen in ‘onschuld’ half Schiphol op stelten zet, neemt meester Long een halsband mee. Pietje begrijpt dat hij zich moet koesthouden en tijdens de busrit naar Schiphol gebeurt er dan ook niets. Eenmaal op Schiphol weet Pietje het toch weer zo voor elkaar te krijgen, dat hij ‘verdwaalt’. Meester Long moet hem op de meest bizarre plaatsen weer komen ophalen. Tijdens een tweede bezoek aan Schiphol, mag Pietje even naast de piloot gaan zitten. Het is maar goed dat de piloot de reputatie van Pietje niet kent.*

17 jaar nadat ik het boek Pietje Bell gaat vliegen voor mijn eerste communie kreeg (mei 1992) heb ik het boek gelezen en na het lezen van het boek Pietje Bell dat ik erg leuk vond, viel dit boek me een beetje tegen. De inmiddels bekende Pietje Bellingrediënten zitten erin, zoals het kattekwaad en de goedbedoelde hulp die op een grappige situatie uitloopt. Maar toch is het verhaal niet boeiend genoeg om die grapjes aan elkaar te rijgen. Het zal me benieuwen of Kruimeltje spannender wordt.

*Bron: Bol.com

Jan Siebelink, “Knielen op een bed violen”

Knielen op een bed violen Beoordeling: 5 sterren

‘Ik ben altijd bang geweest om het complete verhaal te vertellen: het geleidelijke maar onstuitbare afglijden van een zachtaardig maar in zijn jeugd verwond man – vluchtend in het zwartste calvinisme – én het verdriet dat hij in zijn naaste omgeving veroorzaakt.
Het is ook het verhaal van een grote liefde. Een man en een vrouw: de een wil overleven in het hiernamaals, de ander in het nu.’*

Knielen op een bed violen is een prachtig boek van een fantastische schrijver. Het verhaal zit mooi in elkaar en Jan Siebelink heeft geen angst om de clichéscènes als ‘hoe krijgen ze elkaar’ over te slaan. De uitzichtloosheid en treurnis sluipen langzaam in het verhaal en waar ik me in het begin nog enigszins kon identificeren met Hans, slaat dat langzaam om en snap je die man totaal niet meer. Alles aan deze roman klopt: het verhaal, je gevoel als lezer, structureel en technisch; prachtig, gewoonweg prachtig! Eigenlijk meer dan vijf sterren waard.

*Bron: brief van de auteur aan zijn uitgever

Menno Wigman, “Dit is mijn dag”

 Dit is mijn dag Beoordeling: 4 sterren

Doorgaans ben ik een groot fan van het werk van Menno Wigman en bij veel van de gedichten in deze bundel is dat ook het geval, maar Menno had op sommige dagen blijkbaar zijn dag niet. Er zitten soms wat gekunstelde dichtwerken tussen en dat is jammer. Toch blijft Wigman een van de beste dichters die Nederland op dit moment heeft: hechte, klassiek ogende gedichten die wanneer je ze leest en herleest steeds meer van hun diepgang prijsgeven.

John Irving, “De wereld volgens Garp”

De wereld volgens Garp Beoordeling: 3 sterren

De wereld volgens Garp is een roman waarin de vreemdste dingen gebeuren en de wonderlijkste personages de revue passeren. Schrijver Garp, zijn moeder die verpleegster, feministe en schrijfster is, zijn vrouw, zijn kinderen, allemaal draaien ze mee in het leven van Garp. Bovendien vinden we in het boek ook nog door Garp geschreven teksten.

Hoewel ik de eerste 250 pagina’s van Garp erg leuk vond, begin ik er nu een beetje moe van te worden. Het verhaal verliest aan kracht in het midden en ik leg het boek nu even weg om het over een tijd weer te pakken. Hopelijk kom ik er dan weer in, want Irving is een ontzettend begaafd schrijver. Ik ben zijn gedachtenwereld alleen even zat op dit moment.

Chris van Abcoude, “Pietje Bell”

Beoordeling: 5 sterren

Pietje Bell… de naam alleen al roept het beeld op van een belhamel, een jongen die de ene ondeugende streek na de andere uithaalt. Sinds het verschijnen van de eerste uitgave hebben onnoemelijk veel kinderen, en voor hen hun ouders, genoten van de verhalen over deze jongen, die altijd kattenkwaad moest uithalen.*

Pietje Bell is een ontroerend boek waarin Chris van Abcoude de belevenissen van Pietje op zo’n manier beschrijft dat je als lezer grote sympathie voor hem krijgt. Hoewel Pietje allerhande zaken uithaalt en daarbij altijd de schuld buiten zichzelf legt, ga je als lezer snel in zijn redenering mee. Door de relatie die Piet heeft met zijn leraar in de tweede klas en zijn tragische overlijden groeit die sympathie alleen nog maar.
Daarnaast is Pietje Bell ook literairhistorisch leuk om te lezen. Het taalgebruik van Van Abcoude en de traditie van boeken met een ondeugend kind dat toch de sympathie van medepersonages en lezer verwerft (Dick Trom, Jip en Janneke, Stijfkopje) maken dit boek een aanrader.

*Bron: Bol.com

Constantijn Huygens, “100 puntdichten”

Beoordeling: 2 sterren

De puntdichten van Huygens zijn erg leuk, maar de bundel valt nogal tegen. Er zit geen lijn in de selectie van de gedichten en de inleiding heeft weinig toegevoegde waarde. Wat nog het meest opvalt in de inleiding is de volgende zinsnede: “In elk normaal beschaafd land zouden dergelijke gedichtjes door iedereen gekend en geciteerd worden. De modale Nederlander kijkt liever tv en laat het erfgoed verkommeren”. En daarmee is de toon gezet. De dichtkunst van Huygens maakt zeer veel goed, maar deze twee sterren zijn vooral een signaal aan de samensteller Gerard van der Leeuw.