De gedichten van Leopold zijn diepzinnig, mysterieus en zeer ontoegankelijk. Het is absoluut niet mijn type gedichten. Hoewel Leopold zeker een getalenteerd taalkunstenaar is, zet ik deze bundel toch maar weer snel in de kast.
Auteur archieven: Wim Pelgrim
Maarten van der Weijden, Beter (voorpublicatie)
Op 21 augustus 2008 won Maarten van der Weijden olympisch goud op de tien kilometer openwaterzwemmen in Beijing. Dat markeerde het einde van een lange weg naar de top. In 2001 werd bij hem acute lymfatische leukemie geconstateerd. Zijn overlevingskansen werden geschat tussen de dertig en vijftig procent. Na een serie zware chemokuren, waaronder een stamceltransplantatie, genas hij van zijn ziekte en pakte hij zijn loopbaan als wedstrijdzwemmer weer op. Hij won zilver op de tien kilometer tijdens het EK van Boedapest in 2006 en werd in 2008 in Sevilla op de vijfentwintig kilometer wereldkampioen.*
De voorpublicatie van Beter van zwemmer en wiskundige Maarten van der Weijden in Boek Magazine heeft mij zeer aangenaam verrast. De laatste jaren zijn er diverse boeken over de verwerking van de diagnose kanker verschenen. Kluuns Komt een vrouw bij de dokter of Sophie van der Staps Meisje met de negen pruiken zijn wellicht de bekendste voorbeelden. Vaak zijn die boeken op emotioneel vlak aanraders, maar is het stilistisch en structureel niet veel soeps. Dat is bij Van der Weijden anders: deze sporter en bèta-man kan schrijven. Ik ben zeer benieuwd naar het boek. Nu nog even drie sterren, later wellicht meer!
*Bron: Bol.com
Mooie zinnenboek – Uit: Tom Lanoye, Maten en gewichten
“Racimse [is] op één manier toch democratisch […]: het kent geen onderscheid tussen blank en zwart. Je vindt het overal.”
Uit: Tom Lanoye, Maten en gewichten, p. 207
Tom Lanoye, Maten en gewichten
In deze bundel columns uit Humo van Lanoye uit de periode 1992-1994 bespreekt Lanoye met name de Antwerpse politiek. Daarnaast staat in de bundel ook zijn lezing Janus in Sarajevo.
Het is als niet-Vlaming even wennen als je aan deze bundel begint. Je mist de sociaal-culturele context waarin deze teksten zijn geschreven en vooral de vele namen van politieke figuren roepen geen beeld op. Wel leer je de mensen, doordat ze in meerdere columns terugkeren, langzaam beter kennen. De bundel moet je echter vooral lezen voor de lezing Janus in Sarajevo en de reeks Kaap de goede hoop. Lanoyes stijl is onovertroffen en hij is naast een zeer getallenteerd fictieschrijver, ook een zeer getallenteerd columnist/polemist. Bovendien geeft lezing van de columns na meer dan 15 jaar soms een destijds niet bedoeld humoristisch effect. Jean Marie Pfaffs plaatsing in een rijtje met onder andere Ghandi wordt na de real-life soap nog grappiger en de onmogelijkheid van een zwarte president van de Verenigde Staten leest na 2009 ook anders dan voorheen. Zeker een aanrader, maar wel voor de stilistisch ingestelde lezer.
Mooie zinnenboek – Uit: Tom Lanoye, Maten en gewichten
Over jongeren: “Het lijkt wel of ze niet beseffen wat er gebeurd is de afgelopen veertig, zelfs niet de afgelopen tien jaar. Ze wéten het wel, hoor. Maar het behoort, wat hun betreft, tot het verleden. En het verleden is niet hun zaak. Dat is nu eenmaal het privilege van wie jonger denkt te zijn dan de geschiedenis.”
Uit: Tom Lanoye, Maten en gewichten, p. 201
Mooie zinnenboek – Over lesgeven
“Lesgeven is leren stilte te cultiveren”
Mooie zinnenboek – Uit: Tom Lanoye, Maten en gewichten
Het onderstaande citaat uit Tom Lanoyes Maten en gewichten is geschreven in 1993, maar is erg actueel in het Nederlandse politieke landschap. Bovendien vind ik de vergelijking die hij trekt een boeiende.
“Aan de buitenkant tooit het Blok zich met racisme, xenofobie en een autoritair machtsdenken, inlcusief minachting voor de parlementaire democratie. Doch dat zijn, mijns inziens, slechts de accessoires van een veel fundamentelere, romantische constructie die met het wildste der kunstwerken alvast een ongeremde verbeelding gemeen heeft. […] uit deze humus en compost heeft het Zwart Blok zich ind e loop der jaren een geheel eigen Vlaanderen verzonnen. […]
Het Vlaanderen van Claus is een doelbewust subjectief beeld, in het leven geroepen door de meester – dat weet niet alleen Claus zelf, ook al zijn lezers geven zich daarvan bij het lezen rekenschap. Het Vlaams Blok-Vlaanderen daarentegen, bedacht door een collectief van anonieme kunstenaars, is voor de adepten ervan in de plaats gekomen van de werkelijkheid. Hier is echter geen sprake van cultuurloosheid, eerder een aanval van artistieke hysterie. Het is alsof de hardliners van het Blok zitten te kijken naar een toneelstuk waarvan ze uit het oog zijn verloren dat het een toneelstuk is. […] Zo zag hun glorieuze Vlaanderen er dus in het verleden uit! Machtig en monopolistisch, rein en zuiver, rijk en proper.
Als dat beeld niet klopt met de werkelijkheid van nu, bewijst dat volgens hen des te meer de hedendaagse verloedering. Waarna het Blok meteen het morele recht opeist om, met alle mogelijke middelen, te streven naar het herstel van dat vroegere, maar tegelijk nooit bestaand hebbende Vlaanderen. Een steeds doller draaiende carrousel van een op zijn kop gezette moraal en een averechts werkende, maar in essentie uiterst creatieve energie.
Het is na een dodelijke rit in ditzelfde carrousel dat Karadzic en de Serviërs vonden dat het bestaan van Bosnië-Hercegovina, en vooral het samenleven van verschillende culturen, een bedreiging vormde voor hun eigen voortbestaan. Precies daarom, zo zegden ze, zetten ze de aanval in: om zich te beschermen. Agressie die zich voordoet als defensie. Het is niets nieuws, natuurlijk. ‘Uit zelfverdediging’, zo luidde niet toevallig de titel van het laatste hoofdstuk van Mein Kampf. En zo luidde, evenmin toevallig, de slogan waarmee het Blok op 24 november ’91, Zwarte Zondag, de parlementaire verkiezingen won in Vlaanderen en België.”
Bron: Tom Lanoye, “Janus in Sarajevo” uit Maten en gewichten
G.A. Bredero, Groot lied-boeck
Beoordeling:
Het Groot lied-boeck van G.A. Bredero laat zien dat Bredero een getalenteerd schrijver en dichter was. Wat betreft vorm past hij prima in de tijd, maar leest hij ook nu nog zeer prettig. Wat betreft de inhoud en de manier van benaderen is het Groot lied-boeck verouderd. Het boertighe is niet altijd meer ons soort humor, het aendachtighe is voor de seculiere medemens vaak wat ver van mijn bed, slechts het amoreuse spreekt in de meeste gevallen nog aan. Gedichten van een kundig schrijver voor de liefhebber.
P.C. Hooft, Emblemata amatoria
Beoordeling:
Met de emblemata (afbeeldingen met een zin erboven en gedichtje eronder, vergelijkbaar met Fokke&Sukke) van P.C. Hooft kan ik helemaal niets. Niet omdat het 17e-eeuwse Nederlands onbegrijpelijk is, maar ik kan er gewoon niets mee. Snel weer door naar wat leuks.
Thea Beckman, Stad in de storm
1672. Utrecht is bezet door de Fransen en de stadsbewoners beleven spannende tijden. Hans werkt in de drukkerij van zijn vader. Om het moreel van de bevolking hoog te houden drukken ze ’s nachts in het geheim pamfletten met nieuws dat de belegerde stad in is gesmokkeld. De Hollandse waterlinie wordt voortduren bestookt, de Engelsen worden voor Kijkduin door Michiel de Ruyter verslagen en ondertussen worden de gebroeders De Witt door het gepeupel vermoord, tot afgrijzen van vriend en vijand. Als de Fransen eindelijk wegtrekken, krijgt Utrecht een klap die misschien nog wel zwaarder is dan alle vorige.*
Hoewel Stad in de storm meer een romantisch geschiedenisboek dan een historische roman is, was het wel een van de beter boeken van Thea Beckman die ik heb gelezen. Je leeft mee met het hoofdpersonage, krijgt een boel boeiend informatie over Utrecht aan het einde van de 17e eeuw en wat betreft stijl is dit boek beter dan wat ik tot nog toe van Thea Beckman heb herlezen. Een welverdiende vier sterren.
*Bron: flaptekst Stad in de storm