Waarom ben ìk eigenlijk D66’er?

De zoektocht naar mijn politieke identiteit begon in 2002. In maart van dat jaar waren de gemeenteraadsverkiezingen, helaas net een week na mijn 18e verjaardag, dus in mei 2002 mocht ik pas voor het eerst stemmen. Voor wie het niet meer weet: 2002 was het jaar van Pim Fortuyn. Ik was in die verwarrende periode, waarin iedere politieke partij over de andere buitelde om Fortuyn aan te vallen op zoek naar mijn politieke kleur. Van SP tot VVD, elke partij had wel wat; de stemwijzer gaf mij zowel de LPF als de PvdA als optie en ik kon moeilijk kiezen (D66 was totaal niet in beeld voor mij, maar dat terzijde).

Uiteindelijk stemde ik 15 mei 2002 op Pim Fortuyn, vanwege zijn uitstraling, zijn charisma. Iedere levende ziel kan zich voorstellen dat ik in de maanden daarna erge spijt kreeg van mijn keuze. Het vertrouwen dat ik in Fortuyn had gesteld werd beschaamd en ik vond het nodig om een definitieve keuze te gaan maken. Niet op basis van personen, imago of marketing, maar op basis van politieke beginselen.

Op dat moment, eind 2002, volgde ik in mijn eerste jaar op de universiteit het vak Moderne Letterkunde 1 (periode 1830-1880) en ik bewonderde de negentiende-eeuwse liberalen: ze zaten vol idealen, wilden mensen de middelen geven zich te ontwikkelen, het minder bedeelde volksdeel verheffen en mensen kennis, vaardigheden en waarden bijbrengen. Bij mij kwam de gedachte op dat progressieve liberalen uitgestorven waren en ik ben een progressieve liberaal, dat wist ik op dat moment zeker.

Het zou nog tot ongeveer de jaarwisseling van 2002/2003 duren voor ik erachter kwam dat er wel degelijk progressieve liberalen bestonden in Nederland. Ze bestonden al bijna 40 jaar: D66! Pas toen bedacht ik me dat D66 al eerder in mijn leven in beeld was geweest als politieke partij. In de vierde klas van de middelbare school heb ik bij maatschappijleer een keer de stemwijzer ingevuld, met D66 als eerste voorkeur. Op de website van D66 ben ik vervolgens gaan lezen over de uitgangspunten en D66 paste zo goed bij me dat ik mij aanmeldde als lid.

In het laatste verkiezingsprogramma zijn door D66 vijf richtingwijzers bepaald en aan de hand daarvan kan ik eenvoudig laten zien waar ik als D66’er achter sta en in geloof.

Vertrouw op de eigen kracht van mensen
Ieders leven kent hoogte- en dieptepunten en de enige die kan besluiten daar wat aan te veranderen ben je zelf. Daarbij kun je uiteraard hulp krijgen, maar de uiteindelijke stap om je leven weer in eigen hand te nemen en daar invulling aan te geven ben je zelf. Ik heb dat aan den lijve ondervonden, nadat ik op de basisschool met pesten te maken heb gehad: de enige die mij weer uit het slob kon trekken was ikzelf. Vanaf dat moment ben ik in het leven gaan staan met als uitgangspunt dat ik ga over hoe mijn leven eruit ziet. Ik kies voor de studie die mijn aanspreekt, de hobby’s die ik leuk vind, de vrienden die mij inspireren, de religie waar ik mij goed bij voel en de politieke partij die mijn visie op de maatschappij deelt.

In een breder maatschappelijk kader betekent dit dat ik vind dat ieder mens in principe zijn eigen leven moet leiden: geef ieder de vrijheid om zijn/haar leven in te richten zoals hij of zij dat wil, tenzij daardoor de vrijheid van een ander geschaad wordt (‘Harm principle’ van J.S. Mill). De overheid moet alleen helpen bij het waarborgen van de mogelijkheden om dat eigen leven in te richten.

Denk en handel internationaal
Ik ben geen lid van Amnesty en geef geen geld voor het Wereld Voedselprogramma of Natuurmonumenten. Ik spaar ook geen zilverfolie voor de arme kindertjes. Ik geloof namelijk niet in dit soort hulp. Ik ben er van overtuigd dat dergelijke initiatieven niet helpen om structureel de positie van arme groepen in de wereld te verbeteren. Wanneer ik lees op de website van kennissen die door Afrika hebben getrokken (www.gewoongaan.nl) dat kinderen in Senegal hebben ‘geleerd’ om geld, snoep of spullen te vragen aan toeristen, omdat die het toch wel geven aan de ‘arme kinderen’, denk ik: op zo’n manier zorg je ervoor dat mensen in een afhankelijke positie belanden.

Je moet juist op internationaal niveau zorgen voor een eerlijke positie van mensen. Het is zeer pijnlijk om tegen Zeeuwse suikerboeren te moeten zeggen dat ze hun werk zullen verliezen, maar je geeft er zoveel suikerboeren in de derde wereld werk mee, dat een dergelijk offer in mijn ogen gebracht zou moeten worden.

Beloon prestatie en deel de welvaart
Inkomenspolitiek is altijd een lastig onderwerp en ik ben er zelf ook nog niet helemaal uit wat ik hier van vind. Hoe beloon je prestatie? Wat is een prestatie? Hoe (her)verdeel je welvaart? Uitgangspunt moet hier in mijn ogen vooral zijn dat de eigen inzet van mensen, eigen initiatief beloond wordt. Zo moeten mensen die vanuit een uitkering naar werk gaan er niet op achteruit gaan doordat allerlei regelingen direct vervallen.

Als ik zie hoe in de Nijmeegse gemeenteraad op dit punt wordt geopereerd, begint het al snel te jeuken. Een paar jaar geleden bijvoorbeeld heeft de gemeente gratis koelkasten uitgedeeld aan minima (bericht hierover op NU.nl). Op zich een vriendelijk gebaar van het stadsbestuur en het wekt de suggestie dat de gemeente mensen helpt. Toch is het, mijns inziens, verstandiger mensen geen ‘cadeautjes’ als deze te geven, maar dat geld te investeren in het weer aan het werk helpen van deze mensen of in het structureel verhogen van uitkeringen. Niet alleen wordt er dan gezorgd voor een structurele verbetering van het inkomen, maar ook kunnen zij dan zelf een koelkast of wasmachine kopen, wat een veel beter gevoel geeft, dan dat je dat soort dingen moet krijgen.

Streef naar een duurzame en harmonieuze samenleving
Hoewel ik geen lid ben van het Wereld Natuur Fonds of Greenpeace, ben ik absoluut voorstander van een goede bescherming van de natuur. Wat dat betreft zou GroenLinks voor mij ook best een aantrekkelijke nummer twee kunnen zijn, als men daar maar praktisch en realistisch was.

Als het over milieu gaat heb je mensen die ieder minuscuul beetje hulp eisen van iedereen en aan de andere kant heb je mensen die zich nergens zorgen over maken. Ik neem daar een middenpositie in: ik ben niet bang voor een totale catastrofe (zie daarvoor een eerdere column van mijn hand), maar we moeten ons er wel van bewust zijn dat we de natuurlijke hulpstoffen wel in een erg hoog tempo verbruiken. Ik ‘denk en handel internationaal’, ook op dit vlak. We moeten energiebesparing stimuleren, zorgen dat we minder nutteloos energie gebruiken (bijvoorbeeld geen auto’s onnodig in de file laten staan, omdat er geen A73 bij Nijmegen ligt) en op internationaal niveau afspraken maken om duurzaam energie op te wekken (bijvoorbeeld met een zonne-energiecentrale in de woestijn van Noord-Afrika).

Koester de grondrechten en gedeelde waarden
Niet ieder mens denkt hetzelfde en heeft dezelfde normen en waarden. Dat is niet erg. We moeten dan ook de ruimte geven aan iedereen om zichzelf te zijn, eigen keuzes te maken, maar wel met respect voor elkaar. Zo hort niemand, ik kan daar over meepraten, op zijn geloofsovertuiging te worden bekritiseerd. Laat ieder geloven wat hij of zij wil, zolang een ander daarmee niet wordt geschaad (opnieuw Mill). Ook zaken als abortus en euthenasie moeten vrij zijn: het is een recht en geen plicht. Ik wil niet opleggen aan een ander wat hij of zij moet vinden, laat een ander dat dan bij mij ook niet doen. Respect voor elkaars keuzes en meningen, ook al begrijpen we die niet, daar gaat het om.

Met dank aan mijn commentatoren voor alle inhoudelijke en formele kritiek.

Deel dit bericht
Getagd , . Bladwijzer de permalink.

Over Wim Pelgrim

Vader van Noor en Daan | man van Jessie | docent Nederlands | skillspasport | eIDAS 2.0 | MIEExpert | podcast | D66 | 4daagse

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.